vrijdag 3 december 2021

VUUR

Na schooltijd vond ik in vaders werkplaats, tussen oude, afgedankte spullen, een stukje elektriciteitskabel waaraan er een antiek uitziende stekker zat.

Hoewel het voorwerp niet met mij verbonden was, liet het me niet meer los. Wat zou er gebeuren als ik de stekker plugde in een stopcontact? Er zat immers geen apparaat aan vast! Ik nam de kabel met de stekker in mijn hand, en bestudeerde het ding langdurig. De mogelijkheid betoverde me.
Moeder riep ons voor het avondeten. Mijn gebrek aan eetlust zorgde ervoor dat ik het langst aan tafel zat. Na een eindeloos herkauwen verdwenen de verwerkte ingrediƫnten uiteindelijk uit mijn bord. Daarna werd van mij verwacht dat ik nog even met de afwas hielp. Ik had werkelijk geen geluk die dag.
Tenslotte slaagde ik erin om onopvallend weg te sluipen, tintelend van opwinding omdat mijn tijd gekomen was. Het merkwaardige stukje draad met stekker bevond zich nog steeds waar ik het achtergelaten had. Dat bevestigde om de een of andere reden dat ik door moest gaan met mijn plan.
Onder het eten had ik ruim de tijd gehad om na te denken, en toen was ik op het idee gekomen om mij in het kolenhok terug te trekken. Sinds de intrede van enkele gaskachels in ons huis werd het hok, waar nog een berg steenkool lag, maar zelden meer bezocht. Bovendien bevond er zich een stopcontact.
Een zwart, rond bakelieten kopje zonder oortje, dat omgekeerd aan een klein rond houten plankje vastzat, dat op zijn beurt aan de muur bevestigd was. Aan de voorkant bevonden zich twee mysterieuze donkere gaatjes. Je kon duidelijk zien dat het ding heel oud was, misschien wel zo oud als de draad met de stekker. Dat er wat stoffig spinrag overheen lag, was wel vies, maar in zekere zin ook geruststellend.
De draad ging van hand tot hand, ik twijfelde, wikte en woog, en dacht nog eventjes na. Tenslotte besefte ik dat het tijd geworden was en mikte de pinnetjes in de gaatjes.
Een enorme, razendsnelle vuurbal knalde door mijn arm heen en raakte me via m'n schouder diep in het hart. Er vond een implosie plaats en ik veranderde voor eeuwig in een standbeeld, een volle seconde lang. Toen viel het stukje kabel met de stekker op de grond. Rookslierten kringelden op uit mijn oren. Wankelend verliet ik het bedompte kolenhok.
Moeder riep dat het bedtijd was. Die nacht ontwaakte ik met een bloedstollende schreeuw waarmee iedereen in huis de stuipen op het lijf werd gejaagd, en toen ik rechtop zat en me probeerde te herinneren wat ik precies had gedroomd, voelde ik bij het ademen een verschroeiende pijn rond mijn hart. Ik wist wat me te doen stond.
De volgende dag maakte ik in het geheim een put in de grond waarin ik de draad met stekker begroef. Ik had tegen niemand iets over het voorval gezegd.
Terwijl ik het gat weer dichtgooide, drong tot me door dat alles dus altijd mogelijk was. En dat iets, wat er vanbuiten oud en uitgediend uitzag, van binnen nog vol vuur kon zitten.

Geen opmerkingen: