maandag 28 mei 2018

MAWDA

De afgelopen week geloofde ik mijn oren niet toen Bart De Wever botweg verklaarde dat de ouders van Mawda mee schuld hadden aan de dood van hun kind. Het is angstaanjagend hoe hij de zaken weet om te keren en te vereenvoudigen tot een slogan die als gegoten zit in het hoofd van diegenen die daar maar beperkte ruimte beschikbaar hebben. De ware schuldigen zijn natuurlijk de politieke verantwoordelijken van ons migratiebeleid dat ernaar streeft de vluchtelingen te ontmenselijken. Daardoor wordt er met hen geen rekening meer gehouden, ook niet tijdens het kat en muis spel tussen de politie en de gewetenloze smokkelaars.
Dankzij dit migratiebeleid kunnen onze ordehandhavers zestig kilometer lang op een minibus jagen met een mensensmokkelaar aan het stuur die er alles aan doet om uit de handen van het gerecht te blijven, bereid is levensbedreigende risico’s te nemen met zijn voertuig waarvan de lading bestaat uit dertig mensen — waaronder gezinnen met kinderen — wiens grootste misdaad het is dat ze op zoek zijn naar een beter leven.
Minister Jan Jambon en staatsecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken gaven te kennen dat ze het eens waren met hun partijvoorzitter. Terwijl zij als beleidsvoerders aan de touwtjes trekken wanneer onze ordediensten met vier politiewagens de jacht inzetten en hierdoor niet alleen de vluchtelingen maar ook de levens van talloze andere automobilisten tijdens een wilde achtervolging in gevaar brengen.
Zij dragen de verantwoordelijkheid wanneer de voortvluchtige crimineel als een in het nauw gedreven dier onvoorspelbare sprongen maakt waardoor een politieman tijdens de achtervolging een wapen trekt, op een voortrazend blik vol mensen schiet en daarbij talloze slachtoffers maakt. Want naast de ontroostbare familie is ook de politieman er kapot van dat hij een kind van twee de dood heeft ingejaagd.
Merkwaardig genoeg komt deze versie van de feiten door de ordediensten niet overeen met wat de ouders van het kind nadien verklaarden. Er werd inderdaad geschoten op de rijdende minibus, maar zonder slachtoffers te maken. Het dodelijke schot werd volgens hen pas afgevuurd toen de minibus stilstond en de mensen uitstapten.
Het zou de eerste leugen niet zijn die de overheid ons in deze kwestie probeert wijs te maken. Ook de bijgeroepen wetsdokter en het parket ontkenden eerst nog een tijdlang ten stelligste dat het kind door een politiekogel was geraakt. Gelukkig waren de inzittenden van het busje mondig genoeg om te verhinderen dat de zaak met een leugen werd toegedekt waardoor het gerecht en onze ordediensten voor het oog van heel de wereld schaamteloos te kijk werden gezet. Schoorvoetend gaven ze toe, evenwel zonder hun excuses aan te bieden voor het verspreiden van onwaarheden.
Moet men mensensmokkelaars dan vrijuit laten gaan? Natuurlijk niet, maar is de enige mogelijkheid om ze te vatten het inzetten van een gevaarlijke achtervolging waarbij agenten het voertuig onder vuur mogen nemen? Stel je eens voor dat een busje van De Lijn vol Belgische passagiers gekaapt wordt door een terrorist; zouden ze ook zo opgejaagd en zestig kilometer lang in gevaar gebracht worden? Zou een agent gemachtigd zijn om op deze rijdende of stilstaande, met reizigers gevulde bus schieten?
Bijgevolg zijn niet de ouders maar het migratiebeleid van Francken, Jambon en De Wever, samen met de mensensmokkelaars, verantwoordelijk voor de dood van de peuter Mawda.

MOOI

Hoewel hij de hele tijd grapjes maakt - hij is overduidelijk een fan van slapstick - is er ook altijd die sluier van droefenis die om hem heen hangt. Een vrolijke ziel die bruusk wakker werd geschud toen hij zag hoe zijn beste vriend vermoord werd en daarna moest rennen voor zijn leven.
Er stond hier lange tijd een oude piano in onze inkomhal. 's Avonds toen hij klaar was met werken, en na controle van zijn rugzak aan de kassa, nam hij afscheid, en even later hoorde je dat aarzelend op gang komende, prachtige 'Love theme' uit de soundtrack van de Godfather. Hij speelde het heel breekbaar. Hij is dol op deze trilogie, op alles van Scorcese trouwens. Het zou me niet verwonderen mochten deze films mee aan de basis liggen aan het feit dat hij in zijn thuisland zelf ook een niet onverdienstelijke filmmaker geworden is.
De middagpauze loopt op zijn einde. Hij staat straks aan kassa en strijkt nu voor de spiegel de haren op zijn kalende hoofd en van zijn baard glad.
'Het is goed Wahid, je bent mooi.'
'Ik ben niet mooi', zegt hij. 'Zes jaar geleden ben ik andere man geworden. Zes jaar geleden hebben ze alles van mij afgenomen. Soms voelt mijn hoofd zo groot (houdt zijn handen hoog boven zijn hoofd wijd uit elkaar). Mijn mama is nog in Irak. Heel ziek. Ik weet niet wat ik kan doen. Ik wou dat ik familie kon helpen. Ik wou dat ik goed werk had, niet om veel geld te verdienen, geld is niet zo belangrijk Rino, zoals nu is goed, maar wel werk dat ik graag wil doen...
Vroeger was ik mooi. Moest ik werk doen dat ik wil doen zou ik mooi zijn. Moest ik in huis wonen waarin ik wil wonen zou ik mooi zijn. Moest ik vrienden hebben hier zou ik mooi zijn. Maar ik loop 's avonds langs de straat Rino, ik weet niet waar naartoe... Ik heb geen doel. Ik spreek moeilijk de taal, ik weet het niet, wat moet ik doen? Ik zou terug willen, maar mijn land is hel geworden. En man die nu verkiezingen gewonnen heeft is real, real maffia!'
Hij schudt het hoofd en drinkt zijn kop thee leeg.
'Situatie was al slecht maar is nog slechter nu...'

BLAUWREEGN

T rint bloemm uut uuzne blauwreegn
Nen tuunier skatte de boam tachntig joar oed
Frank at t gezeid dat t stief gienk woain
Ze riekn noa lange geleen en t doe zéer an myn erte
moa klimm in die trossn is lik n féeste voe de katte
En doarachter ziej t gewend da ze doa angn
Nu vooln ze en masse up de groend
Eést de magnolia en nu dadde

NOAIS

K ryn vrée vele lanst Vlamske weegn
deur da k oole doage
van Meulebeke noa Oavelgem moete
weg en were – gelukkeluk niet te voete – 
en k komme wel overools omleggingn teegn
moa noais nen coureur mè n doenker vel

SYSTEM KAPOT

'Wahid, wanneer ramadan?
'Ik denk, nog vijf dagen.'
'Jij denkt? Weet jij niet zeker?'
'Nee, niet helemaal zeker.'
'Maar hoe jij beginnen met ramadan als jij niet weet wanneer begint?'
'Maar ik doe niet mee met ramadan. Vrouw en kinderen wel, maar ik niet.'
'Waarom niet?'
'Omdat ik en grote baas (wijst naar boven) problemen hebben. Bad communication. Ik kan grote baas niet bereiken. System kapot. Maybe a virus.'
'Jij toch moslim, Wahid?'
'Ja, maar baas is ons vergeten. Wij, de mensen in Irak. Ik weet niet of hij naar beneden kijkt, maar als hij kijkt ziet hij ons niet. Of misschien wil hij niet kijken.'
'Dus jij roken en drinken?'
'Jaja! En eten tijdens ramadan! Waarom niet? Al die problemen in Irak, en de boss don't care. Now ramadan and I don't care.'

RUSTIG IN IRAK

'Oe is t?' Wahid lijkt wel zo'n Cubaanse revolutionair zoals hij 's morgens met die kaki pet en jasje plus zwarte zonnebril binnenvalt.
'Oe is t, menier?'
'Goed! En met jou?'
Op slag verdwijnt zijn vrolijkheid.
'Zozo. Beetje beetje.'
'Hoezo?'
'Is moeilijk, veel denken. Niet slapen. Altijd denken, hier', hij grijpt naar zijn hoofd.
'Waarom? Is er iets? Heb je problemen?'
Hij lacht, een moedeloze grijns op zijn gezicht.
'Maar problemen, Rino... Viel problemen! En denken, altijd denken, kijk,' hij neemt zijn pet af en wijst een plek aan op zijn hoofd waar hij kalend is, 'als ik wakker word, altijd veel haar op kussen!'
'Je haar valt niet uit door te denken, Wahid.'
'Toch, toch. Altijd haar op kussen! Ik lig te draaien en kan niet slapen... Altijd denken aan mijn kinderen, mijn vrouw, mijn werk, mijn future hier, mijn familie in Bagdad... Is moeilijk Rino!'
Ik ben bezig met de planning. Hij komt naast me staan.
'Heb je het nieuws gehoord? Amerika trekt zich terug uit de deal met Iran?'
'Jaja... Dat is goed Rino!'
Eventjes sta ik perplex. Hoe kan dat nu goed zijn? En had ik niet gelezen dat de relaties iets beter waren tussen Iran en Irak? Dat de gezworen vijanden een akkoord ondertekend hadden om militair te gaan samenwerken? Maar het is al eerder gebeurd dat een medewerker uit een bepaalde regio een heel ander verhaal vertelt dan wat we in onze media te horen krijgen. Zoals wat Bilal dagelijks aan verschrikkingen over Syrië wist, hier soms pas weken later vermeld werd in het nieuws.
'Waarom is dat goed?'
'Echt! Héél goed!' Zijn ogen stralen. Hij kijkt gespeeld ernstig om zich heen als om zich ervan te vergewissen dat we alleen zijn - wat hij wel vaker doet alsof één of andere geheime dienst hem op de hielen zit - buigt zich dan naar me toe en zegt zacht: 'Want wanneer wereld problemen met Iran, dan eventjes rustig in Irak!'

TROUWN

We zoatn in noto en ze zei: 'Zoen we nie trouwn?'
Myn oarn gloeidn en kréegn troann in myn oogn
en myn kele trok toe, ort, we zyn ool vuufntwientig
joar tegoare – t akkoard, mè n oenderbreekinge
van n joar of twée, drie, moa de perfeksie bestoa nie
Ik a eur éegluk moetn vroagn, moa weet je wuk da t is?
We begostn joarn geleen tegoare mè ne café en ze zei:
'K voele my lik of da k getrouwd zyn' en t gieng mis
K wete nog oe smoarverliefd da k woare d éeste joarn
en ak moetn kunn, k liepe oolsan and in and
moa ze zei: 'we goan ozoa toch nie begunn?'
Dus der wos géen oar up myne kop die van plan wos
voe te vroagn of da ze myne rienk wilde droagn
Moa nu zoate k ier neevnst eur, wit lik n lyk
en sjanse da ze zy réed, of anders zoatn w in dyk
Ze réed en ze versméet van vietisse, 'wan meen tegoare
n uus gekocht en wuk ut r n twuk gebeurt?'
Ze stak de pienkers an noa reks en pakte eurne droai
'Moa doavoarn moetn w éegluk nie trouwn... Da kunn
we wok reegeln mè n samenlevingscontract!'
En met de troann nog in myn oogn lachte k by de gedachte:
ta géen oar geskild of ka doa in myn beste kostume gestoan

zondag 27 mei 2018

GRABJE

Het is de laatste dag van Feysal op onze werkvloer. Met gemengde gevoelens neemt hij afscheid. Aan de ene kant is hij tevreden dat hij zijn traject hier tot een goed einde heeft gebracht, langs de andere kant wacht hem een onzekere toekomst.
‘Rino, wil je komen om prijs te maken voor fietsen?’
Hij heeft nog enkele zaken opzij gezet om op zekere dag aan te kopen. Die dag is nu gekomen.
‘Fiets’, zeg ik. ‘Je wilt toch maar één fiets kopen, Feysal?’
‘Nee, ik wil twee fietsen.’
Verrast loop ik mee.
We komen bij een oude herenfiets. Deze is roestig en heeft duidelijk al heel wat kilometers op de teller staan. Maar de remmen werken nog, de ketting lijkt oké en de banden kunnen nog een tijdje mee. Ik raadpleeg mijn tabel en bepaal de prijs van de fiets.
‘Waar staat de tweede fiets, Feysal?’
Hij wijst naar een fitness toestel, het is een mini stepper. Dit is een klein toestel met twee pedalen waar je op kunt staan en die, naarmate je kracht geeft met je voeten, afwisselend op en neer bewegen.
‘Dat is geen fiets, Feysal.’
‘Dit is fiets Rino.’ Hij lijkt volkomen ernstig.
‘Waar zijn de wielen, Feysal? Waar is het stuur? Waar is het zadel?’
‘Maar kijk hier Rino, hier staat ‘fffiesst'.’
‘Hier staat niet fiets maar ‘Fast’ Feysal. Dat betekent snel. Daar staat ‘Slow’. Dat is traag. Daartussen zit dit hendeltje waarmee je de weerstand kunt afstellen zodat je snel of traag kunt trappen.’
Bewonderend staart hij naar het apparaat.
‘Wat is prijs Rino?’
We krijgen deze toestelletjes vaak binnen. En ook al varieert de prijs ergens tussen vijf en tien euro, toch raken ze over het algemeen maar moeilijk verkocht.
‘Zes euro’, zeg ik.
‘Wat!’ roept Feysal geschrokken. ‘Zes euro?!’
Hij zet een stap achteruit en schudt zijn hoofd.
‘Waar zijn wielen?! Waar is stuur?! Waar is zadel?!’
Daarna slaat me op de schouder en zegt lachend: ’Grabje!’
En ineens weet ik dat ik me geen zorgen over hem moet maken. Met Feysal komt alles goed.

ZOMERTYD

Gelukkeluk woarn we joenk u wier kwamm weunn
want der wos veel werk an
U we buutn zoatn uut te bloazn - ge zag binn
géen n and mée voa joen oogn van t stof -
wos ter in ne nof n bitje voddre n twien
die zyn trompette uutprobeerde:
de perfecte soundtrack by de bergn
stéenbrokkn en gebrookn dakpann
d oede pannelattn en d uutgesmeetn roamm
D oolve, skéeve en kromme klankn kletsten
teegn de veske, recht gemetste meurn
en voe der van of te groakn stoakn
we de betonmeulne were in gank
T ee zne tyd gedeurd, meen lange mè zakkn
mè stéens gesleurd moa nu is t werk gedoan:
overoal nieuwe roamm mè dubbel glas woarachter
da de katte bestudeert wie da der ool passeert
D oede pann mè nieuwe gecombineerd
t dak giesoleerd, de woaterleidinge erleid
d ofvoerbuuzn geskid, de meurn vanbinn mè koolk
geplakt in t wit en ool buutn gecimenteerd, nieuwn
illetriek en in uus lig ter nu van enstends ne parket
en ten lange latsn een we nof er an geleid
En binst da we nu buutn kaffie zittn te drinkn
in de skowte woa dat der n doaze in myn kietn byt
speelt da trompetiestje ‘zomertyd’

VEILIGHEIDSSCHOENEN

Het is voorlopig de warmste dag van het jaar. Ieder levend wezen verstopt zich in de schaduw, op de menselijke soort na dan. Deze schepsels laten zich niet dicteren door de natuur en de seizoenen. En vooral hier niet, in het Dallas van Europa, een plaatsnaam waarmee deze contreien – met dank aan enkele West-Vlaamse ondernemingen – een goeie tien jaar geleden werden bedacht.
Een vrachtwagen van de kringloopwinkel gevuld met meubelen komt achteruit opgereden. De aanhoudende hitte belet niet dat de klanten tafels en stoelen, bedden en kasten nodig hebben. Om uit te laden heb ik er, naast de magazijniers, ook enkele sterke krachten uit de sortering bij gehaald. Dit met het oog op een oude, broze vitrinekast maar meer nog voor de antieke, ongewoon hoge en lange massieve eikenhouten dressoir waar vermoedelijk al decennia lang menige rug een blijvend letsel door heeft opgelopen.
En natuurlijk ook omdat we ons dan met z'n allen snel weer uit de zon terug kunnen trekken.
Vele handen maken kort werk.
De chauffeur ontgrendelt de laadklep die verticaal als afsluiting dient en laat die hydraulisch kantelen waardoor het een laadbrug wordt. Terwijl de bijrijder de goederen op de vrachtwagen losmaakt valt mijn oog op het schoeisel van Jelle.
'Waar zijn je veiligheidsschoenen, Jelle?'
'Die ben ik vanmorgen in mijn haast thuis vergeten...'
Toen ik nog maar pas bij de kringloopwinkel werkte, volgde ik de cursus 'Leiden en begeleiden op de werkvloer'. Op een bepaald moment bracht de lesgever veiligheidsschoenen ter sprake. Hij haalde een paar voorbeelden aan van arbeidsongevallen waarbij de leidinggevende werd vervolgd omdat deze er niet op had toegezien, die bewuste dag, dat zijn medewerker veiligheidsschoenen droeg. Het waren ongevallen met vaak langdurige tot zelfs levenslange werkonbekwaamheid tot gevolg. Aangezien er niet voldaan was aan de minimum voorwaarden weigerde de verzekering om tussenbeide te komen.
Maar gelukkig woont Jelle hier vlakbij dus stuur ik hem naar huis om zijn schoenen te halen, ondertussen niet zonder enige wrevel bedenkend dat je ogen op je gat moet hebben en altijd op je hoede dient te zijn, elke dag opnieuw, ook al is het meer dan dertig graden en heb je inmiddels al honderd keer herhaald hoe gevaarlijk het is om zonder aangepast schoeisel te werken en wat de gevolgen kunnen zijn.
Het valt wellicht te wijten aan de hitte dat ik me zo erger aan dat feit hoewel ik de situatie probeer te relativeren. Jelle was immers aan de late kant doordat zijn hond was weggelopen dus kan het best dat hij in zijn haast vergat om van schoenen te wisselen. Bovendien deed hij niet moeilijk en was hij direct bereid zijn werkschoenen te halen. Voor alle zekerheid laat ik mijn blik nu over alle voeten gaan. Grappig die korte broeken met daaronder de lompe, zware schoenen met stalen toppen – tot ik bij Feysals schoeisel kom. Ik kan mijn ogen niet geloven. Hij draagt donkerroze slippers die heel mooi combineren met zijn donkere huidskleur. Verbluft staar ik naar de vrolijke, kleine plastic bloemen tussen zijn tenen.
'Feysal!'
Hij gooit zijn hoofd achteruit en begint te lachen.
'Het is niet grappig Feysal. Waar zijn je veiligheidsschoenen?'
'In mijn kastje, Rino. Want veel warm.'
'Toch zul je ze moeten dragen, Feysal. Zonder je veiligheidsschoenen mag je niet werken.'
Verbijsterd staart hij me aan.
'Kan niet Rino! Kan niet!' Hij wijst naar de zon. 'Veel, veel warm!'
'Ik weet het Feysal maar kijk,' ik wijs naar mijn voeten, 'denk je dat ik het plezierig vind om als het zo warm is mijn veiligheidsschoenen te dragen? Maar ik moet, anders kan ik niet werken.'
'Jullie zijn gek!' roept hij en woest draait hij zich om. Iedereen staat te lachen terwijl Feysal ongemotiveerd naar de kleedkamer slentert. Straks zal hij hier opnieuw verschijnen, nors en zwijgzaam voor zijn doen, maar helemaal in orde voor de verzekering.
Ik kijk hem na terwijl hij in het duister van de winkel verdwijnt. Eigenlijk moet ik hem gelijk geven. Dit is geen weer om met veiligheidsschoenen te werken.
Hoe is het zover kunnen komen?
Maar ik zwijg. Want we wonen in het Dallas van Europa.
Hier laten de mensen zich niet dicteren door de natuur.

LUCIFERIAN TOWERS DOOR GREET DESAL


's Morgens deed ze haar short om en verdween voor de rest van de dag. Af en toe ging ik eens kijken en filmde dan een stukje met mijn smartphone. Een eenvoudig toestel en dat merk je aan de beelden maar dat is niet erg. Na verloop van tijd had ik uren film. Daaruit heb ik dit korte filmpje gedistilleerd.
Iets voor zevenen 's avonds bracht ik een aperitiefje, het werd een ritueel. Op een keer merkte ik dat ze nog steeds met hetzelfde kleine detail in de weer was waar ik haar 's morgens mee bezig had gezien. Het leek me een onbegonnen werk en ik had werkelijk met haar te doen. Even later rondde ze af, kwam in huis en opperde goedgemutst dat ze tevreden was over haar dag.
Het zijn slechts enkele van de vele kwaliteiten die ze heeft, die koppige wilskracht en dat doorzettingsvermogen. Want veel kan ik haar niet helpen, het is een eenzame en lange zoektocht waar ze door moet. Je ziet het in dit filmpje, die bijna eindeloze worsteling met de klei tot deze zich gewonnen geeft en zich naar haar hand laat zetten.
Het begint in de lente, precies een jaar geleden. Je merkt hoe het zomer wordt, de herfst breekt aan, en tenslotte, ergens rond februari, is het werk af - een goeie negen maanden later.
Je kunt het nog tot 26 april gaan bekijken op 'Faces', een tentoonstelling van het PAK in Gistel in het psychiatrisch centrum te Beernem.


VERGEEFS

'Kan er me iemand helpen met uitladen?'
De uitdrukking op het gezicht van de vrouw valt niet gemakkelijk te omschrijven. Langs de ene kant hooghartig en dwingend, aan de andere kant zie je paniek. De medewerkers in de ontvangstreceptie glimlachen naar me en lopen, iets haastiger dan anders, naar buiten. Ze werken hier nog niet zo lang maar kennen haar ondertussen al een beetje. Ze komt minstens één keer om de twee weken langs in een klein, roestig wagentje dat meestal tot in de nok zit volgestouwd met materiaal dat ze aan de kringloopwinkel schenkt.
Je kunt je bijna niet voorstellen dat deze grote, fors gebouwde, zwierige vrouw op hoge hakken met opgegeven kin - als de tot leven gewekte operazangeres Bianca Castafiore uit de avonturen van Kuifje - die in onze inkomhal staat rond te kijken, zopas nog achter het stuur van dat karretje zat.
Als alles uitgeladen is, zegt ze steevast dat ze nog even rond wil kijken in de winkel, heel eventjes maar. Dit om te bekomen dat ze haar wagen mag laten staan in onze laad- en loszone. De betuttelende houding die ze hierbij aanneemt zorgt vooral bij onze anderstalige collega's voor verwarring en is, zeker de eerste keren succesvol, louter en alleen al door het verrassingseffect. Het feit dat ze ondertussen door een bizarre speling van het lot op iedereen neer moet kijken werkt daarbij in haar voordeel.
Maar zelfs wanneer de jongens zich niet langer door haar laten intimideren blijven ze het toestaan, ondertussen omwille van praktische redenen. Want nog geen uur later zie je ze bij datzelfde wagentje weer helpen met inladen, zich met gefronste blik afvragend hoe ze de berg materiaal die ze in een mum van tijd bij elkaar heeft gezocht en die nu op een kar ligt, in dat kleine ding zullen krijgen. Ondertussen roept ze enkele keren 'Voorzichtig! Voorzichtig!' en mompelt dan met de handen voor haar gezicht: 'Och... Och... Hoe is het mogelijk? Hoe moet ik dat weer uitleggen?'
De nieuwe medewerkers schudden het hoofd; wie hier langer werkt is er gewend aan geraakt. Maar echt begrijpen doe je het nooit. Het valt ook niet te bevatten, al die vergeefse moeite! Want het meeste ervan brengt ze over een week of twee toch weer terug.

WUK N AVANCE

T is géen avance zeggn ze
T is ozoa, t is wuk da t is
Want t is voe nietn goed
en zeekre nie voe joen erte
Ge kunt er gelyk oloe
toch nietn an doen
T beste kuj t anvéern
Oe ziddre da der joe by nere legt
Oe ziddre da je vodder kunt
Wuk a je wel gepeist?
Nu, t speelt toch géen rolle
T is boovn joe dat t gebeurt
We zyn ook de latste die t goan oarn
Ween nietn te zeggn en uj te vele
van je snot makt lig je buutn
en meug je tertn, en ton?
Kuj were erbegunn en
wuk ee je doamee in joen zakkn?
Knikt en lat joen skoern moa angn
dat t weg kan, noa de groend
ool die negatieve stroam is nie gezoend
en voe wuk zoe je joe dikke moakn?
Zoa lange of da ze bluuvn
van t éne dat er echt toe doet

COMPLEET

Op de radio beweert de weerman dat de natuur deze week zal ontploffen. Hij bedoelt daarmee natuurlijk niet dat er een aanslag wordt beraamd die de grond van onder onze voeten zal wegslaan maar eerder het omgekeerde, dat periodes van hevige regen afgewisseld met periodes van felle zon bij deze hoge temperaturen de planten zullen doen zinderen en barsten van levenslust tot grote vreugde van alle levende wezens die hierdoor aangestoken op passionele wijze de universele liefde zullen bedrijven.
Het is paasvakantie en het mensdom lijkt alvast met de grote schoonmaak te zijn begonnen. Volgeladen auto's schuiven aan om leeggemaakt te worden. De vaste klanten kijken vol verstomming naar wat er allemaal binnenkomt. Als de inkom van de ontvangstreceptie volgestapeld is, worden dozen en zakken lukraak neergezet. We proberen met man en macht een doorgang te vrijwaren. Vooraan liggen er enkele stukken van een tuintafel. Twee stukken met telkens twee poten en een middenstuk. Misschien kunnen we die alvast prijzen en buiten zetten. Maar er lijkt iets te ontbreken.
'Is die tafel compleet?' vraag ik aan Feysal.
Hij kijkt me niet begrijpend aan.
'Is deze tafel met de vrachtwagen binnen gekomen of werd hij door klanten gebracht?'
Met de vrachtwagen is de kans groter dat alle stukken aanwezig zijn.
'Van vrachtwagen', zegt Feysal vastbesloten. 'Denk ik.'
'Weet je het zeker?', vraag ik. 'Want dat bedenken kan ik ook.'
'Ik weet het', zegt hij.
'Wat weet je? Dat hij met de vrachtwagen meegekomen is?', vraag ik.
'Ik denk het.'
We zoeken nog eventjes tussen het andere materiaal in de hoek waar de onderdelen van de tafel liggen. Dan zie ik plots twee metalen profielen. Daarin zitten enkele uitsparingen. Een blik op de onderkant van de tafel bevestigt mijn vermoeden.
'Kijk,' zeg ik tegen Feysal, 'ik denk dat deze profielen dienen om de drie stukken van de tafel aan elkaar vast te maken.'
'Weet je zeker?' zegt Feysal. 'Want bedenken kan ik ook.'

KRAANTJESWATER OF FLESSENWATER?

Op weg naar mijn werk volg ik 's morgens in 'De Ochtend' op Radio 1 al geruime tijd de oorlog tussen kraantjeswater en flessenwater. Het is een uitgemaakte oorlog want iedereen weet dat ons kraantjeswater kwalitatief op wereldniveau zit. Bovendien is het door de extreem hoge eisen tijdens het zuiveringsproces van betere kwaliteit dan flessenwater en volgens Test Aankoop tweehonderd keer goedkoper.
Het was dan ook even schrikken, die ochtend toen het plots nieuwswaardig was dat het water uit de kraan niet zo onschuldig is als men ons wil doen geloven.
Specialisten voorspellen het al lang: drinkbaar water, het klaterende goud, wordt het kostbaarste goed ter wereld. Maar toch denken we nog steeds dat het iets is waarmee we kunnen morsen en dat de schaarste nog niet voor vandaag is. Per dag verbruiken we in Vlaanderen gemiddeld 100 liter drinkbaar water per persoon. In onze voeding maar ook om te poetsen, de auto te wassen, te douchen en om het toilet mee door te spoelen. Terwijl achthonderd miljoen mensen het zonder moeten stellen en deskundigen voorspellen dat dit aantal tegen 2050 zal aangroeien tot de helft van de wereldbevolking - dat is over tweeëndertig jaar.
Zorgen voor overmorgen.
Het is ongehoord dat er kritiek op het kraantjeswater wordt geleverd. Steevast is ons flessenwater de kop van jut. Vooral het water in plastic flessen.
Maar omdat kraantjeswater in de wagen onbeschikbaar is, wilde ik er het fijne van weten en ging kijken op het net. Voor ik het wist zat ik bedolven onder de info. Veel doemberichten. Google is gewillig, je moet niet alles geloven wat je leest. Druppelsgewijs filteren. Maar niemand die een lans brak voor de fles. Rapporten over de ondertussen welbekende en nefaste gevolgen van plastic op het milieu maar ook op onze gezondheid. Eerlijk gezegd verwonderde het me na lezing van een aantal van deze al dan niet wetenschappelijke artikelen dat de plastic fles nog in de handel verkrijgbaar is.
We staan er niet bij stil maar eigenlijk is het een sterk staaltje, het door die plastic flessen bijeengehouden water, limonades, vruchtensappen, enzovoort. De flessen moeten hiervoor elastisch zijn en over de nodige veerkracht beschikken. Een procedé waar hoog toxische weekmakers aan te pas komen die nadien in de dranken sijpelen, zo blijkt nu. Het gaat om ftalaten en bisphenolen, schadelijke stoffen die zich proberen te vermommen als vrouwelijk hormoon oestrogeen en ons lichaam binnendringen om daar verwarring te zaaien.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat vijfennegentig procent van de bevolking een te hoge concentratie van deze stoffen in het lichaam heeft. Het wordt nog erger als we de plastic dragers gaan verwarmen, zoals de bekertjes waaruit we koffie drinken in het station, de papfles in de microgolf, de hittebestendige bakjes van de traiteur of de opgespaarde restjes in bewaardozen. Dit alles leidt ertoe dat we met zijn allen meer vrouwelijk hormoon aanmaken, spiermassa verliezen en meer vetten opslaan. Daarnaast gaat ons libido eronder lijden en liggen er allerlei kankers op de loer.
Snel overschakelen naar kraantjeswater dus, in je eigen herbruikbare glazen fles!
Maar wetenschappers hebben nu ontdekt dat kraantjeswater ook niet zo onschuldig is. Eerder was al bekend dat de klassieke loden leidingen het water vergiftigen. Maar dat is natuurlijk iets dat van de verbruiker afhangt. Het komt erop aan te zorgen dat er een nieuwe leiding wordt gelegd, desnoods enkel om drinkbaar water af te tappen. Je zou dus een kraantje kunnen monteren waar het water het huis binnenkomt, en daar een karaf vullen. De voorzieningen in de keuken en de badkamer hoef je dan niet meteen aan te passen en zo kun je grote onkosten veroorzakende verbouwingen uitstellen of ontwijken.
Helaas gaat het over iets helemaal anders nu. Er waren voorheen al resten van medicijnen in het drinkwater aangetroffen. Langs de ene kant voorlopig ongevaarlijk voor de volksgezondheid maar aan de andere kant toch reden om zich zorgen te maken omdat de concentratie steeds groter wordt. En nu had men ook sporen van pesticiden in gezuiverd water teruggevonden. Eerst in Amerika, en ondertussen ook in Duitsland. Correcte metingen kan men hiervoor niet verrichten want de vergunningen die de industrie worden toegekend zijn niet toegankelijk voor de wetenschappers. Bijgevolg weten ze niet waar ze naar zoeken. Niets nieuws onder de zon, gewoon ons economische model versus het algemeen welzijn.
Pesticiden worden ingezet om insecten te doden. Dit gebeurt door de vernietiging van het zenuwstelsel. Op mensen hebben deze uiterst giftige stoffen hetzelfde effect. Bij kinderen is het gevaar op hersenbeschadiging nog groter. Het blijkt hier vooral te gaan om Neonicotinoïden, gewasbeschermingsmiddelen, en pesticiden die glyfosaat bevatten. Deze middelen worden ook in België gebruikt dus heeft men alle redenen om aan te nemen dat ook hier restanten in het drinkwater aanwezig zijn. Het gaat om heel lage waarden, maar toch maken deskundigen zich zorgen.
Het leverde intense radio op.
Gelukkig kon iemand van de watermaatschappij bijna ogenblikkelijk melden dat er geen reden was tot paniek.
En veertien dagen geleden was het weer smullen 's morgens vroeg, terwijl ik in Vichte stond aan te schuiven aan de lichten. Het flessenwater kreeg er opnieuw van langs. Amerikaanse onderzoekers hadden 250 flessen water van bekende merken in negen landen onder de loep genomen. Zo goed als overal werden microplastics in aangetroffen, met een gemiddelde van tien stukjes van 0,1 millimeter groot per liter. Merkwaardig genoeg bleken de plasticdeeltjes van de flessen zelf afkomstig. Ze ontstaan door wrijving bij het openen en sluiten van de fles. Iedere keer dat de fles geopend wordt, komen er nieuwe deeltjes in het water terecht.
Vragen borrelden op. Wat met onze tandenborstel? Onze reeds zwaar toegetakelde snijplankjes? Onze brooddoos, navulfles, bestek in de frituur of op de barbecue bij vrienden? De plastic trays met ijsblokjes, het plastic kurk, de plastic tandenstokers? De lippenstift? En als er door wrijving plastic partikeltjes vrijkomen, kunnen die dan ook ingeademd worden? Zoja, hoe zat het dan met het plastic interieur van onze wagen? De plastic stoelen in wachtkamers van dokters en in ziekenhuizen?
Tot overmaat van ramp is er niemand die weet wat die plastic in ons lijf uitricht. De Nederlandse professor Hollman maakte deel uit van de groep wetenschappers belast met het onderzoek over vervuilende bestanddelen in de voedselketen. Hij uitte zijn bezorgdheid over de hoge concentraties poluenten zoals pcb's en PAH's die men in microplastics terugvindt. Ook bisfenol A (BPA) wordt er soms in aangetroffen. Er zouden studies zijn waarin wordt aangetoond dat microplastics via de darmwand in het weefsel terecht komen. Zo kunnen ze kleine wonden veroorzaken die tot ontstekingen leiden die op hun beurt dan weer kankerbevorderend zijn. De woorden 'zouden' en 'kunnen' worden vaak beschouwd als woordballast maar in de twee voorgaande zinnen zijn ze van groot belang want niemand durft er zich voorlopig over uit te spreken.
Die microplastics blijken overal te zitten. Eind vorig jaar was er ook al een Amerikaanse studie die het kraantjeswater in 12 landen testte, gespreid over 5 continenten. In 83 procent van de stalen werden microplastics aangetroffen. En tenslotte lees ik dat er tot op vandaag opzettelijk plastic deeltjes worden toegevoegd aan bepaalde merken douchegel, deodorant en peelings, en plastic bolletjes aan tandpasta onder de naam 'micro-reinigingskristallen' - voor het schurend effect.
In 'de Ochtend' was Colin Janssen, milieutoxicoloog aan de Gentse universiteit, te gast. De reporter wou het weten, het nu voor eens en altijd opgehelderd zien: kraantjeswater of flessenwater?
'Ik weet het ook niet meer', zei Janssen, 'want hoe dichter we kijken, hoe meer microplastics we vinden. Maar dat we er iets aan moeten doen is duidelijk.'

vrijdag 25 mei 2018

KLUCHTN

'Is t woa da j ne boek ee geskreevn? Over de kriengloopwienkle?'
Dat komt ervan als het in de krant heeft gestaan.
'Oe noem t were dèh? Kruumle?'
'Kruimels.'
'Ja, t is dadde. Is t ool te kope?'
'Nee, het boek komt pas uit begin juni.'
'Oe? Moej t nog skrievn miskien?'
'Nee, maar er is nog wat werk aan...'
Het is een gepensioneerd koppel dat voor me staat. Ze schuimen sinds mensenheugenis alle kringloopwinkels af op zoek naar die vinylplaat en dat singeltje die nog ontbreken in hun collectie.
Dat ik bezig ben met het verfijnen van de tekst door spelfouten te verwijderen en de zinsconstructies te verbeteren, aan de volgorde van de verhalen werk zodat het een geheel vormt, zoek met welk verhaal ik het best kan openen en wat als einde kan dienen en ondertussen pieker of ik nu toch met een uitgever in zee ga of mijn eigen kleine uitgeverij begin, verzwijg ik.
Maar het artikel van Anneleen Desseyn heeft heel wat teweeg gebracht. Medewerkers in andere vestigingen klampen me aan en vragen me of ik, als het zover is, een exemplaar voor hen opzij hou. Collega's bellen me op om hun exemplaar te reserveren. En ook mijn Facebookvrienden bestellen boeken. Ik heb dus een lijst aangelegd, zodat ik niemand over het hoofd zie. Nooit gedacht dat namen noteren zo leuk kon zijn.
Achtenzestig boeken zijn er inmiddels besteld!
Sommige van onze klanten glimlachen geheimzinnig naar me. Zouden ze het artikel gelezen hebben misschien?
Mensen die voorheen heel discreet waren, beginnen nu spontaan tegen me te praten en noemen me bij mijn voornaam.
'Ik heb je gezien hoor, in de krant!'
'Ik wist niet dat je nog in een boekhandel had gewerkt!'
'Da wos ne skoane foto wei, in de gazette!'
'Proficiat met je boek! Ga je het hier ook kunnen kopen?'
Anderen houden dan weer meer afstand, alsof ik plots iemand anders geworden ben. Die ze nu opnieuw moeten leren kennen.
Een paar televisiemakers belden me op om een programma over de kringloopwinkel te maken. Ik stuurde ze door naar Nelle van onze pers en promotiedienst.
En iedereen vertelt me nu verhalen over vroeger en nu. Inspiratie voor boeken vol met kruimels...
Er is nog heel wat werk aan de kringloopwinkel!
De chauffeur en de bijrijder komen zich aanmelden om hun pauze te nemen.
'En joene boek, ku j èm ool koopn?' vraagt de bijrijder.
'Als alles goed gaat, komt hij begin juni uit.'
'Wuk goa der doa ton in stoan in diene boek? Of is t ool zéevre?'
'Ik leze nie veel géen boekn, moa n deen goa k toch ne kée leezn' zegt de chauffeur. De bijrijder schudt zijn hoofd. Hij kijkt bezorgd. Er is maar één iets dat hij wil weten.
'Jamoaja, goan der doa wok kluchtn in stoan?'

LOTTO 2

's Morgens komen de collega's één voor één binnen.
'Vandaag is geld op rekening gekomen', zegt Ghassan terwijl hij met zijn jas aan gaat zitten.
'Tweehonderdzesenvijftig euro', zegt Feysal.
'Nienie!', zegt Ghassan.
'Tweehonderdzesenvijftigduizend euro', zegt Feysal.
'Nienienie!'
Verward staart Feysal naar Ghassan, en knikt dan plots alsof het hem duidelijk wordt.
'Tweeduizend vijfhonderd en zestig euro!' Ghassan knikt traag.
'Maar waarom? Waarom vijf en geen zes cijferstjes Rino? Bijna, bijna!' Hij lacht hoofdschuddend.
Soms voelt winnen als verliezen.
'Drie maanden geleden is auto tegen mijn zoon gereden, aan station', zegt Ghassan.
'Het was halfzes en mijn zoon zou bus nemen naar Avelgem. Auto viel te snel, mijn zoon pijn aan hoofd, ribben en been kapot. Mijn zoon (maakt met zijn hand een boog in de lucht). Chauffeur wil rijden (draait aan een onzichtbaar stuur, terwijl hij vroemend insinueert dat hij gas geeft) maar vriendinnetje van zoon gooit fiets onder auto. Chauffeur had tatoes, overal, op handen, op hoofd en... Ik denk, ik denk dat man (wrijft met een zijn wijsvinger onder de neus)...'
'Iets genomen heeft?'
'Ja! Iets genomen! Politie kwam en man moest in auto. Ziekenwagen komen voor mijn zoon. Viel geld Rino, voor ziekenwagen! 200 euro! In Irak is gratis... Maar hier wel snel!'
Als Ghassan lacht, is dat niet alleen met zijn mond maar ook met zijn ogen, en het lijkt alsof zijn hele gezicht ineens een stuk groter wordt.
'Komt de ziekenwagen in Irak niet zo snel?'
'Nienie Rino! In Irak la-a-ang wachten!'
Ghassan hangt even achterover en reutelt, met weggedraaide ogen en open mond.
'Mijn zoon mocht die avond naar huis. Het was halftwaalf. Maar ik heb geen auto. En geen bus meer zo laat. Dus hebben ze mijn zoon in taxi gezet. 145 euro! Viel, viel geld! Daarna hoorden we dat chauffeur van ongeval geen verzekering! Viel dure rekeningen. Elke nacht, ik niet slapen! En toen, ik heb viel gedacht aan Lotto...'
Hij kijkt ontzet.
'Wij moeten rekeningen betalen, alles samen 800 euro, is moei-j-lijk Rino. En dan... Dan win ik met lotto! Hoe kan dat?'
Hij kruist zijn armen en zakt weg in zijn stoel, in zijn jas.
'Nu kan ik betalen! Maar... Waarom? Waarom geen zes cijfertjes Rino? Eén nummertje... Eén nummertje!'

LOTTO

Het is middagpauze. We zitten in stilte te eten. Links van me zit Nathalie, rechts Ghassan.
Kyllian wordt, voorovergebogen op een boterham kauwend, opgeslorpt door een klein schermpje. Alsof hij bijziende is.
Niets speciaals, op enkele jaren tijd is het normaal geworden. Vrijwel iedereen is altijd en overal bezig met z'n gsm. Tijdens het werk moet dat ding dan ook in je locker, achter slot en grendel. Voor velen een hele beproeving.
Door zelf haar sigaretten te rollen probeert Nathalie de laatste tijd minder te roken. Ze wordt er steeds beter in: voor haar liggen er vier, bijna perfecte exemplaren.
Plots zegt ze 'Oei', ik kijk opzij en zie dat ze naar Ghassan staart.
Hij slaat een hand voor zijn mond terwijl hij naar zijn telefoon kijkt.
'Wat?' vraag ik, terwijl ik hem bleek zie worden.
'Rino, Rino, Rino...' Er komen tranen in zijn ogen.
'Slecht nieuws?' Ik vrees het ergste.
'Kijk Rino!' zegt hij terwijl hij het schermpje van zijn smartphone naar me toe draait.
Ik zie enkele rijtjes met cijfers. Dan reikt hij mij een stukje papier aan. Daarop staan zeven, haastig neergekrabbelde getallen.
'Ik ben winnaar Rino, kijk, KIJK! Misschien viele miljonen Rino!'
Enkel maanden geleden is hij hier begonnen. Hij woont met zijn vrouw en kinderen even verderop. Voorheen was hij een regelmatige klant, nu ontpopt hij zich langzaam maar zeker tot een sterke medewerker. Hij is eigenzinnig, intelligent en koppig en verantwoordelijk voor de afdelingen curiosa, hobby en speelgoed. Vooral dat laatste spreekt tot zijn verbeelding. Het is bijna aandoenlijk met hoeveel toewijding hij de verstelbare actiefiguurtjes naziet op mankementen; gezelschapsspelletjes probeert te doorgronden om te weten te komen of ze nog compleet zijn; grote poppenhuizen met tal van gadgets in elkaar zet. Nergens kun je uit afleiden dat deze man voorheen bekend stond als documentairemaker in Irak, en zelfs nog voor de BBC heeft gewerkt.
Hij heeft vijf cijfers en het bonusnummer. Anja zoekt de resultaten op om na te gaan wat hij gewonnen heeft. Er zijn geen winnaars in rang 1. In rang 2 hebben 67 mensen gewonnen. 2560 euro. Ongelovig staart hij naar haar.
'Miljonen!' zegt hij. 'Zes cijfers!' Ze legt hem uit dat hij geen zes juiste cijfers heeft maar vijf en het bonusnummer. Koppig schudt hij het hoofd.
'Miljonen!' En wuift alles dat minder is weg. Hij wil het niet horen.
De rest van de dag loopt hij opgewonden rond en vraagt verlof voor de dag nadien. Hij moet naar Brussel, wil geen enkel risico nemen. Zo snel mogelijk naar de hoofdzetel van de nationale loterij.
'Ik moet, ik moet Rino, want viel geld!' Hij lacht als een waanzinnige.
Hij komt me zijn tas tonen bij vertrek, de dagelijkse diefstalcontrole. Een lege boterhamdoos en zijn notitieboekje waarin de Nederlandse woorden die hij niet begrijpt worden genoteerd.
'Miljonen Rino... Dan winkel sluiten hier en groot fiestje... Viel champagne en muziek!' Hij fluistert het alsof hij bang dat het in de verkeerde oren terecht komt. Maar zijn ogen puilen uit en zijn gezicht glanst van opwinding.
'En ik wil cameras kopen, drie cameras, dertigduizend euro per stuk, om mooie reportages te maken. Eerste over Kringloopwinkel! In grote kwaliteit! 4K Rino, resolution moet 4K zijn! Kan ik? Morgen? Naar Brussel?'
Verlof moet je drie dagen van tevoren aanvragen maar voor een lottowinnaar maken we een uitzondering.
Hij komt als geroepen. We staan net klaar om een onhandelbare, loodzware lederen driezit in een kleine bestelwagen te tillen als hij arriveert. Hij heeft een formulier bij van de nationale loterij. Ik kan de verslagenheid van zijn gezicht aflezen terwijl hij me het document overhandigd. Er staat dat hij 2560 euro heeft gewonnen, net zoals Anja zei. Verder nog enkele grote, sierlijke handtekeningen waarmee alles wordt bekrachtigd.
'Je hebt gewonnen! Je bent een winnaar! Proficiat!' Hij knikt maar schudt mijn uitgestoken hand zwakjes.
'Voor dit geld moet je normaal twee maanden werken Ghassan!'
'Ik weet, ik weet... Maar geen miljonen...' zegt hij.
'Bijna Rino! Klein, klein beetje bijna', en hij nijpt zijn ogen samen terwijl hij duim en wijsvinger een millimeter uit elkaar houdt om aan te tonen hoe dicht hij bij het vuur gekomen is. Hij kon de hitte al voelen. Het scheelde een ogenblik lang niets of al zijn problemen waren opgelost. Forever and ever.
Hij steekt zijn schouders op, kijkt me aan en glimlacht.
Terug naar de orde van de dag. Met zijn vieren gaan we rond de kolossale driezit staan, Ghassan en ik vooraan en Feysal en Nathan achteraan. En in een volmaakte, vloeiende beweging schuiven we het lompe ding in de minibus.

JOAGN

'En..... zie j..... gieder..... nu..... voe..... zes...... moandn.... weg.... up.... reize....?' vroeg de joengste slekke an ze voadre en ze moedre
'Jow......... Achter..... da w....... uuzne........ koffre...... een....... gemakt....... zettn w an..........., dus............... binn........... drie....... weekn' zei moeder slekke
'Moe... nog...... moakn..... daj..... n.... twuk..... an...... junder..... erte..... krygt!' zei de joengste slekke, 'is... da... wel... congé...............
Junder................. zoa................. joagn!'

ZUKN TWODDE

Gow kobbe, lat my vliegn zei de vliege
Zoag nie vliege zei de kobbe
en ang stille, myn kobbenette
is nog moa gerestaureerd
Sorry da k leeve ee zei de vliege

ROEJLEN

'Rino, kun je even komen, het is voor roejlen.'
'Voor wat?'
'Voor roejlen.'
'Roejlen?'
'Ja, mevrouw heeft een broek die zij wil roejlen.'
'Ah, je bedoelt ruilen! Het is ruilen, Ghassan.'
'Ja! Roejlen!'

Het is pauze. Ik voel dat hij naar me staart.
'Roejlen.'
'Roejlen bestaat niet Ghassan, het is ruilen. Rui-len.'
'Roejlen.'
'Ruilen.'
'Roejlen.'
Feysal staat te kijken.
'Nee' zegt hij tegen Ghassan, 'het is roejlen.'
'Roejlen' zegt Ghassan.
'Nee, roej-len!'
'Ruilen' zeg ik.
'Ja, Roejlen' zegt Feysal.
'Nee, Roe-uujlen!' zegt Ghassan.
'Bijna!' zeg ik, 'zeg eens: rui!'
'Rrrroeuij!'
'Rui!'
'Rrrruuij!
'Roejlen!' zegt Feysal.
'Ruuuuij!'

'Je bent zo dicht' zeg ik en houd mijn duim en wijsvinger een millimeter uit elkaar.
'Probeer maar. Ruilen.'
'Roejlen' zegt Feysal.
'Nee Feysal' zegt Ghassan hoofdschuddend, 'het is: Rrruuij-len!'

JODIUMPILLEN

Ik heb ze nog niet vaak zo beroerd gezien. Niet dat ze zich daarom ziek meldt. Ze stuurden haar vandaag dan ook van haar werk terug naar huis. Ze liep eerst nog naar de apotheek hier enkele huizen verder om een doos koorts verlagende pijnstillers. Het is niet van haar gewoonte om iets in te nemen wat bewijst dat ze erg te pakken heeft. De apotheker gaf haar ook een doosje met tien tabletten Kaliumjodide mee. Een tablet bleek tien uur bescherming tegen radioactiviteit te bieden.
'Amai' zei ik. 'En moet je daarna opnieuw een pil nemen?'
'Daar heeft hij niets over gezegd' zei ze en kroop terug in bed.
Het was mijn vrije dag en helemaal in de verte, dwars door het pleisterwerk, rastering, beton en stenen heen hoorde ik haar onophoudelijk hoesten. Ik zag dat haar fles hoestsiroop op het aanrecht stond en liep ermee naar boven.
'Werkt mijn gehoest je op de zenuwen?' vroeg ze toen ik haar een lepel voorhield.
'Het doet pijn aan mijn hart' zei ik.
'Dat helpt toch niet hoor' zei ze waarna ze de doorzichtige siroop doorslikte. Ze heeft nu eenmaal geen al te hoge dunk van medicatie.
Ik nam de fles weer mee naar beneden en merkte dat mijn naam op het etiket stond. En de datum van aankoop: 29/12/14. Ik zocht op de bijsluiter hoelang je het goedje kon bewaren. Dat was onderaan op de doos te vinden, vooraf gegaan door de letters EXP. De laatste dag van die maand was de uiterste houdbaarheidsdatum.
EXP 02/2018.
Oef.
Maar ik besloot om toch maar een nieuwe fles te halen.
'Ze heeft die pillen toch nog niet genomen?' vroeg de apotheker.
Ik glimlachte en zei dat het voor haar hoest was.
'Ja, ze zag er niet al te best uit' zei hij terwijl hij zich naar de afdeling hoestsiropen begaf.
'Een droge hoest, of heeft ze veel slijmen?'
Het enige dat ik kon vertellen was dat ze veel hoestte en dat het pijnlijk klonk. Hij stond eventjes te draaien voor het rek en nam een fles.
'Het doet toch raar als je plots zo'n strip jodiumpillen in de handen gestopt krijgt' zei ik en dacht aan Trump en Kim Jong Un. Toevallig las ik vanmorgen dat het tweetal, dat elkaar de afgelopen maanden bedreigde met om ter grootste atoombommen, een ontmoeting plande om hun meningsverschillen bij te leggen. Ik vermoedde dat het om een valstrik ging, opgezet door de Russen met de bedoeling het duo te vergiftigen.
'Ja, vooral de oude mensen zijn bang' zei de farmaceut, 'ze begrijpen niet waarom ze die pillen nu krijgen en ze vragen of er iets gaat gebeuren en of ik misschien meer weet. Maar het enige dat ik weet is dat België en Nederland niet in orde waren mocht er zich een kernramp voordoen. In de ons omringende landen hebben mensen die in aanmerking komen deze pillen al lang in huis. In Nederland zijn het de postbodes die nu zo'n doosje met een begeleidend briefje in de bus steken. In België is het de apotheker die de klus mag klaren.'
Hij scande de fles hoestsiroop waarna ik mijn bankkaart in de lezer stak.
'Iedereen binnen een straal van honderd kilometer loopt risico bij een ramp, en dat betekent dus dat iedereen in België aangeraden wordt de pillen in huis te halen, op één klein dorpje na, ergens in Henegouwen.'
Hopelijk kloppen hun berekeningen dacht ik terwijl ik naar huis liep.
Ik bestudeerde het doosje waarop het logo van IBZ stond, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Nergens was de uiterste gebruiksdatum te vinden. Maar in de bijsluiter stond er dat de pillen minstens tien jaar bruikbaar moesten zijn. Verder las ik dat de jodiumtabletten bij een nucleaire noodsituatie vooral bedoeld waren om schildklierkanker te voorkomen. Na inname verzadigden deze tabletten de schildklier waardoor de radioactieve jodium die bij straling vrijkwam, niet meer opgenomen werd. Kinderen tot achttien jaar en zwangere vrouwen hadden het meeste baat bij inname. Jong volwassenen liepen een minder groot risico en wie ouder dan veertig was, moest eens kijken bij 'punt 9'. Daar las ik dat mensen boven de veertig weinig kans maakten om schildklierkanker te krijgen. De tabletten bleken dan bovendien een risico te vormen voor de schildklierwerking. Voor deze personen was het raadzaam om eerst een dokter te contacteren, liefst voor de noodsituatie uitbrak.
Het product was vervaardigd door de Oostenrijkse farmaceutica reus Gerot Lannach. Op hun website vond ik een andere bijsluiter. Die was iets duidelijker. Daarin stond expliciet vermeld dat personen boven de 40 jaar geen jodiumtabletten hoefden in te nemen aangezien er vanaf die leeftijd niet langer een verhoogd risico was op schildklierkanker door blootstelling aan radioactief jodium.
Bij de bakker zag ik een buurman en vroeg hem of hij al om zijn jodiumpillen was geweest.
'Je denkt toch niet dat dat gaat helpen als ze een bom gooien?' lachte hij spottend.
'Het hangt er een beetje vanaf waar ze die gooien' zei een man die mee stond aan te schuiven.
'Maar het is ook niet bedoeld tegen een bom' zei ik, 'eerder voor als er iets met één van onze kerncentrales gebeurt.'
'Maar die pillen zijn enkel bedoeld om schildklierkanker te voorkomen' zei de buurman, 'en dat is op dat moment de minste van onze zorgen. En tegen dat we te weten komen dat er iets gaande is, is het voor ons al lang gepasseerd.'
De bakkerin deed teken dat we even moesten zwijgen, dat er iets op de radio was. Weer een schandaal in de vleessector. Bedorven vlees dat ze toch hadden verwerkt. De boerenbond was andermaal diep ontgoocheld. Hier en daar schudde iemand het hoofd en toen ging het gesprek gewoon verder.
'Als ze niets geven is het niet goed want wat als er iets gebeurt? En geven ze wel iets is het ook niet goed want dan gaat er zeker iets gebeuren. Ze kunnen gewoon nooit goed doen' zei een bejaarde vrouw. 'En heb je er nog zonder rozijnen?' Ze had zonet de twee laatste boterkoeken met rozijnen besteld.
'En wat als je net op je werk bent?' vroeg de buurman. 'Of zal iedereen nu constant met jodiumpillen op zak lopen?'
'De enige die er wel bij vaart is de baas van die pillenfabriek! Die wrijft nu eens goed in zijn handen!' lachte de bakkerin.
'Of nee, geef nog twee chocoladekoeken' zei de bejaarde vrouw.
Toen ik thuis kwam zat ze aan tafel in haar kamerjas.
Ik deed alsof ik niet merkte hoe ellendig ze er uitzag en zei opgewekt 'Ik heb goed nieuws!' terwijl ik nog een houtblok in de kachel gooide.
'Wij zullen die jodiumpillen niet nodig hebben.'

SPECIALIST

De man had een weelderige bos krullend grijs haar en droeg een duur uitziende wollen trui in combinatie met een sjaal in een lus om zijn hals. Op het naar ons toe gedraaide etiket was de naam van een bekende ontwerper zichtbaar. Misschien had het met verstrooidheid te maken.
Hoe dan ook, een dergelijke kwaliteit zagen we hier niet vaak passeren. Vreemd genoeg kwam de man solliciteren.
'Ik heb geen goeie ervaringen met de Kringloopwinkel' zei hij bij wijze van intro.
Hij had de rollen met één zin omgedraaid.
'Ach zo?'
'Toen ik mijn zaak vernieuwde bracht ik dertig uitstekende stoelen naar hier. Maar ze moesten ze niet hebben!'
'Echt? En die stoelen waren nog goed?'
'Natuurlijk, anders zou ik ze niet gebracht hebben! Het waren ook heel dure stoelen geweest en ik vond het zonde om ze naar het containerpark te brengen.'
Wanneer was dat?'
'Een jaar of tien geleden...'
Hij weigerde de koffie, ik schonk mezelf in.
'Ik ben twintig jaar bedrijfsleider geweest.'
Er klonk vermoeidheid in zijn stem.
Was dat omdat hij het beu was om het steeds weer te herhalen, of omdat al die jaren nog steeds op zijn schouders drukten?
'Daarna heb ik in een opwelling mijn horecazaak verkocht. Eigenlijk een beetje te vroeg want ik ben pas halverwege de vijftig; te jong om op pensioen te gaan, te oud om opnieuw te beginnen. Maar ik kreeg een aanbod dat ik niet kon laten liggen. En plots zat ik zonder inkomen.
Maar we zijn nu enkele jaren later. Ik heb altijd netjes mijn belastingen betaald en dus dacht ik 'ik heb er recht op' dus waarom zou ik het niet doen? Maar het stuit me ook een beetje tegen de borst, het is mijn stijl niet, aankloppen bij het OCMW.'
Ik nam hem mee voor een kleine rondleiding in de winkel.
'Ik weet hoe het werkt hoor' zei hij. 'Maar ik ben bereid te luisteren.'
We begonnen op de koer waar de fietsen stonden. Ik toonde hem de afvoerruimte, waar hout, metaal, plastic, papier, steen en glas gescheiden werden. Gedwee liep hij met me mee naar de ontvangstreceptie. Sinds zaterdag, de dag dat de dooi was ingezet, was het hier een overrompeling. Alsof de mensen massaal besloten hadden dat de winter nu voorbij was en met de grote voorjaarsopruiming waren begonnen. De magazijniers laadden de ene na de andere wagen uit en kregen bijna de tijd niet om de spullen te sorteren.
Daar legde ik uit hoe we de goederen op thema verdeelden in dozen die dan naar de werkplaatsen achteraan werden gebracht. In elke afdeling stelde ik hem aan de medewerker voor.
We doorkruisten de winkel waarbij ik hem op de curiosa wees en toen troonde ik hem mee naar de huisraad. Ik legde uit dat het hobby gedeelte een moeilijke afdeling is om er netjes te laten uitzien, en wees hem op het grote aanbod meubelen. We liepen door de kledij afdeling.
'Hier is onze backstage ruimte' zei ik toen we de deuren openden naar ruimtes waar enkel medewerkers kwamen. Dit was het epicentrum van onze winkel. Hij stond een beetje verloren tussen de dozen vol met klein gerief.
Enkele weken geleden was Ghassan hier gestart met het verwerken van curiosa, hobby en speelgoed. We hadden een kleine twee maanden op een medewerker voor deze werkpost moeten wachten en op elkaar gestapelde dozen hadden de ruimte overgenomen. Maar Ghassan had zich het werk eigen gemaakt en schakelde langzaamaan een versnelling hoger. De muren begonnen weer tevoorschijn te komen.
'Jij wordt een specialist' zei ik op een keer tegen hem.
Daarna moest ik hem het woord 'specialist' uitleggen.
De huisraadafdeling daarentegen was sinds een week of twee onbemand en begon langzaam dicht te groeien. Daarna liet ik nog even onze eetruimte en tuin zien.
'Volgende week heb ik enkele sollicitaties als vertegenwoordiger voor een paar grote bedrijven waaronder eentje in Luxemburg en een andere waar twintig personen voor me zouden moeten werken' vertelde hij me ondertussen.
De vraag rees wat hij hier precies kwam doen.
'Wat denk je ervan?'
'Waarvan?'
'Wel, van het werk, hier in de Kringloopwinkel.'
'Eerlijk? Het lijkt me een rommeltje. Die opeengestapelde dozen... Zo slordig! Er zou een kast moeten staan waar je alles in kunt stoppen. Hoe kun je hier in hemelsnaam verder, met al die dozen?'
Hij keek naar me alsof hij nog steeds boos was voor die stoelen die een voorganger geweigerd had.
'Maar dat is het materiaal dat verwerkt moet worden' zei ik.
'Die dozen worden leeggemaakt en wat erin zit wordt gereinigd, geprijsd en naar de winkel gebracht. Ondertussen komen er nieuwe dozen. Het materiaal een kast steken is zinloos.'
Maar hij leek het niet te horen.
'En die ontvangstreceptie! Wat een ravage! Hoe kun je zo werken?' Hij schudde zijn hoofd, het was echt onbegrijpelijk.
'En ik ben geen racist maar...' Hij zweeg eventjes. De aap kwam uit de mouw.
'Het is toch niet normaal? Dan zit je samen met deze mensen in die keuken te eten? Dat is goed voor een dag of vier maar dan heb je het toch wel gehad?'
Hij keek alsof hij verwachtte dat ik toe zou geven, zou beamen dat hij gelijk had maar toen dat niet gebeurde ging hij verder.
'Nee, ik denk niet dat ik hier kan werken... Pas op, en ik ben geen Vlaams Blokker hé!'
Er ging van alles door mijn hoofd. Maar er was geen beginnen aan.
'Nu, het lijkt erop dat jij nog keuzes kunt maken' zei ik. 'Er zijn andere plekken waar je naartoe kunt. Voor de meeste mensen die hier komen solliciteren is dit de enige plaats waar ze terecht kunnen.'
Hij lachte smalend.
'Daar moet je bij mij niet mee afkomen. Al die leeglopers die stempelen! Als je echt wil werken, dan vind je werk!'
'Wie was die man?' vroeg Ghassan even later, toen ik in zijn werkplaats kwam.
'Iemand die kwam solliciteren om hier te werken.'
'En wanneer begint hij?'
'Hij komt niet terug. Het werk was te moeilijk voor hem.'
'Ik kan hem leren het werk' zei Ghassan.
En toen ik lachte keek hij me gespeeld ernstig aan en zei knikkend:
'Echt! Hij wordt een specialist!'

WOORD VAN HET JAAR 2018: MAAGMAGNEET

De boordcomputer gaf aan dat het buiten min zeven was. Het was iets na acht uur en ik was net voorbij Anzegem. 
Op de radio was er het onrustwekkende bericht dat er steeds meer koeien sterven door lege blikjes die in hun maag terecht komen. Het metalen zwerfvuil wordt door onbekommerde wandelaars en fietsers in de berm achtergelaten. In gedachten zag ik hoe die enorme tongen zich van achter de prikkeldraad rond zo'n blikje slingerden en het ding als een smakelijk hapje naar binnen katapulteerden.
Een melkveehouder, een zekere Pieter Maes die zelf een vijfenzeventig-tal koeien bezat, stelde dat beeld enigszins bij. Hij beschreef hoe machines het gras maaiden en verwerkten tot voer waarbij de blikjes geregeld mee in stukjes werden vermalen. De koeien aten het gras vervolgens op, onwetend van de toegevoegde messcherpe metalen splinters. Pieter had een vijftal jaar geleden zelf meegemaakt dat één van zijn koeien hierdoor ziek geworden was, en er tenslotte het bijltje bij had neergegooid.
Daarop wou de radiomaker weten hoe groot het financiële verlies was. Pieter schatte de schade tussen de duizend vijfhonderd en de tweeduizend euro. Over het lijden en het emotionele verlies, bij mens en dier, werd met geen woord gerept.
Maar Pieter behandelde zijn koeien preventief door maagmagneten te laten plaatsen. Naar hoe hij dat deed hadden we het raden. Slikte die koe dat ding gewoon op bevel door of kwam er een operatie aan te pas? Later leerde Google me dat het woord echt bestond en dat het een plastic omhulsel betrof, langs binnen bekleed met gemagnetiseerd metaal. Het werd oraal met een magneetingever ingebracht. Dat bleek een plastic buisje van een halve meter lang. De messcherpe, weerloze metalen stukjes verdrongen zich van dan af aan om zo dicht mogelijk bij die onweerstaanbare aantrekkingskrachtbron te kunnen komen en zo voorkwam men dat het metaal zijn weg doorheen de ingewanden van de koe verder zette. Alle melkmachines, ouder dan een jaar, kregen zo'n magneet die daar voor de rest van hun leven, of tot ze uitgemolken waren, tussen het voedsel en de sappen ingebed zat.
Maar hoe voelde die koe zich daarbij? Beïnvloedde het haar humeur op de één of andere wijze? Voelde ze zich er af en toe misselijk door? Was ze soms lusteloos? Had ze geregeld van die vreselijke krampen, waar ze ogenblikkelijk doodziek van werd? Of voelde ze zich net beter, waren - dankzij deze vorm van magneettherapie - al haar slaapproblemen opgelost?
Voelde ze zich soms aangetrokken tot haar metalen kooi?
En wat als die koe een pacemaker had?
Het waren allemaal vragen die de radiomaker niet stelde. In plaats daarvan wou hij weten hoe duur dat uitviel, deze preventieve aanpak.
Zo'n maagmagneet kostte één tot een anderhalve euro, aldus Pieter, die daarna bedankt werd voor het gesprek.
Ik bleef een beetje op mijn honger zitten. Waarom werd de machine die het gras maaide niet voorzien van een reuze-magneet? De kar waarmee het gras vervoerd werd, of de ruimte waarin de boer het opsloeg?
En het werkte misschien voor stalen blikjes, maar hoe zat het met aluminium blikjes?
En toen ontdekte ik dat fietsers in Berlaar al jarenlang kampten met onverklaarbare, aluminium splinters in hun banden. Het zorgde er voor hoogoplopende discussies tijdens de gemeenteraad. Terwijl het euvel misschien gewoon te wijten was aan een oude aanhangwagen, gevuld met gras, waar de stukjes metaal tijdens de hobbelige weg met de tractor naar de boerderij doorheen vielen.
Misschien moest men eens nagaan of er daar een boer was die geen last van door metalen stukjes ziek geworden koeien had.
Terwijl ik mijn wagen parkeerde, besefte ik dat ik straks, als het maar een beetje warmer werd, met andere ogen naar die rustige, met wijze ogen rond turende, eindeloos herkauwende melkkoeien zou kijken. En voor de zoveelste keer opgelucht zou zijn dat ik geen koe was.

KRUIMELS IN DE KRANT VAN WEST-VLAANDEREN DOOR ANNELEEN DESEYN


NIEMAND VERMIST IN DE OMGEVING VAN ELON MUSK?

Ik hoorde er een paar keer iets over in het nieuws. In flarden. Dus ik wist er het fijne niet van. Het enige dat bleef hangen was dat internet miljardair Elon Musk een kleine twee weken terug zijn elektrische wagen, een Midnight Cherry Tesla Roadster, als testvracht met de Falcon 9 Heavy, momenteel de krachtigste raket ter wereld, mee in een baan om de zon had gestuurd.
En dat diezelfde Tesla even later van zijn baan was afgeweken.
Vervolgens wist men met grote zekerheid dat de Roadster ging botsen, maar pas na miljoenen jaren.
Daarna bleek er plots een grote kans te bestaan dat het ding als een boemerang terug zou keren om neer te storten op moeder aarde. Veel zouden we daar echter niet van merken, want eenmaal het voertuig onze dampkring bereikte, zou het daar in vuur en vlam verteren tot de laatste genster.
En eergisteren trof ons het bericht dat de garantie op een nieuwe Tesla na zestigduizend kilometers vervalt, en dat Musk's voertuig deze afstand in de ruimte momenteel per uur overbrugt. Op foto's zweeft de kersrode, glanzende wagen met Bowie's Starman in de vorm van een gehelmd maar leeg ruimtepak achter het stuur, 'Space Oddity' naar verluidt op repeat, in een baan rond de aarde. Inmiddels een achterhaald beeld want niet alleen ziet onze Starman zich op dit eigenste moment op weg naar de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter miljoenen kilometers van onze planeet verwijderd, astronomen vermoeden tevens dat de wagen continu door kleine inslagen van micrometeoroïde's gezandstraald wordt.
's Nachts lag ik te tobben. Er klopte iets niet naar mijn gevoel. Natuurlijk is het een fantastische marketingstunt, je eigen peperdure elektrische sportwagen de ruimte insturen.
Maar mag dat wel? Nu we de aardbol omver hebben gewoond en tot een gigantische vuilnisbelt herschapen, kunnen we alles voortaan zonder pardon het hemelgewelf in katapulteren?
Ik stond op, zette thee en nam mijn tablet erbij.
Helaas, het ruimteverdrag, de overeenkomst waar 102 landen in 1967 hun handtekening onder plaatsten, zegt dat er 'geen soevereiniteit opgeëist kan worden over de ruimte of hemellichamen'. Met andere woorden: iedereen is van de ruimte en de ruimte is van iedereen.
Maar ik las ook dat de staat vanwaar het object wordt gelanceerd eigenaar blijft en bijgevolg verantwoordelijk voor zijn bijdrage aan de kosmos. Goed nieuws dus voor wat betreft de toekomstige schadeclaims wegens het vernietigen van de atmosfeer.
Eventjes terzijde maar wat ik me ook afvroeg: dat lege ruimtepak, die 'Starman'; was dat pak wel zo leeg? Misschien lijkt het vergezocht maar was dit geen unieke gelegenheid om de eeuwige concurrent/liefdesrivaal/mede-erfgenaam die je al zolang naar de maan wenst daadwerkelijk de ruimte in te sturen? Iemand die je uit de weg hebt laten ruimen zoeft onder het alziend oog van de hele wereld voor eeuwig door het heelal en niemand die iets kan bewijzen: is dat niet de perfecte misdaad?
Niemand vermist in de omgeving van Musk?
De oorspronkelijke oprichters van Tesla Motors, Martin Eberhard en Marc Tarpenning, verwezen met de naam van hun elektrische wagenmerk naar Nikola Tesla, een meer dan 160 jaar geleden in Kroatië geboren dwangmatige neuroot die leed aan smetvrees. De jongeman bleek ook een geniale natuurkundige die onderzoek deed naar elektriciteit en magnetisme en ging in 1884 in New York voor Thomas Edison werken. Zijn palmares als uitvinder oogt bijzonder indrukwekkend. Zo was hij onder andere verantwoordelijk voor de teslatransformator, de teslaturbine en het tesla-effect. Tot slot ontwikkelde hij ook nog de dodende straal, een aardbevingsmachine, een toestel om energie uit de ether te halen en een apparaat om contact te leggen met buitenaardse wezens.
Je zou het dus bijna als het ultieme eerbetoon kunnen beschouwen aan deze al even wonderlijke als bizarre uitvinder dat Elon Musk, ondertussen algemeen directeur en ontwerper bij Tesla, er eentje als een metalen Icarus naar de zon stuurde.
Hoe dan ook, wetenschappers en deskundigen zijn er nog niet over uit hoe het de Tesla Roadster, basisprijs 100.000 euro, verder zal vergaan. Volgens William Carroll, hoogleraar chemie aan de indiana University, is het materiaal waaruit het voertuig werd vervaardigd niet geschikt voor zijn nieuwe omgeving en zal het ding binnen het jaar uiteenvallen en zich daarna in brokstukken in de ruimte verspreiden.
Richard Sachleben, scheikundige op rust en lid van de American Chemical Society, denkt daarentegen dat een miljard jaar waarschijnlijk wat teveel van het goede is, maar dat de auto ginder boven toch een miljoen jaar zou moeten meegaan.
Maar mijn ogen vielen dicht en ik ging weer naar bed.
Ik zat naast Starman en zweefde door de ruimte. We luisterden naar David Bowie die merkwaardig genoeg een versie van 'Across The Universe' bracht van de Beatles.
Toen keek Starman naar me. Ik kon alleen zijn ogen zien, maar ik kende hem ergens van.
'Hi' zei hij en schudde me de hand. Ik voelde me helemaal warm worden.
Na een tijdje drong tot me door wie hij was. Het verwonderde me niets.
George Clooney.
Het lijkt er dus op dat Musk aan iets nieuws toe was. Maar nergens vind ik iets terug over de exacte leeftijd van de wagen. Opzoeking leert dat het een eerste generatie Tesla Roadster betreft. Verspreid over dertig landen werden er ongeveer 2.450 van verkocht. Dit model zag het licht in 2008 terwijl de laatste in 2012 van de band rolde. Het ding is dus minimum 6 jaar en maximum 10 jaar oud.
In nog geen twee seconden trekt de bolide op naar 100 km/uur, waarmee het veruit de snelste wagen van zijn generatie werd. Ondertussen is de Roadster van Musk met zijn 1000 km/minuut de rapste raceauto aller tijden.
Al bij al blijven er nog veel vragen onbeantwoord. Wat was de kilometerstand? Hoe was de conditie? Hoe zat het met de opties? Beschikt de wagen over een dodende straal? Is er apparatuur aan boord om contact te leggen met buitenaardse wezens? Zo niet, is dat dan geen gemiste kans?
En wat zou Nikola Tesla hier eigenlijk allemaal van vinden?