zondag 26 februari 2012

CADEAU

Hij liep tussen de boekenkasten heen en weer. Ik was ergens in verdiept en verloor hem uit het oog. Tenslotte legde hij de twee titels, die hij al tijdje beschermend in zijn handen hield, op de winkeltoog. 'Godenslaap' van Erwin Mortier, en 'De kinderen van Arthur' van Kristien Hemmerechts.
Ik scande de boeken uit.
'Het is voor de verjaardag van mijn vrouw', zei hij met een bezorgde frons.
'Een echte boekenwurm... Ik ben geen lezer, en ik gaf haar voorheen altijd een boekenbon. Maar de laatste keer vroeg ze: 'Kun je mij eens niet verrassen? Is eventjes rondkijken dan werkelijk zoveel gevraagd?' Ze begrijpt niet dat ik in een boekhandel verloren loop.'
Hij ontspande zich.
'Kun je ze samen inpakken?'
Het was gedurfd van hem, maar ik betreurde zijn keuze. Als zij werkelijk veel las, was de kans groot dat zij een van deze boeken reeds had gelezen. Het leek of hij mijn gedachten raadde.
'Als ik het ticket bijhoudt, kan zij ze dan nog omruilen?'
'Tuurlijk', zei ik automatisch.
De boeken hadden ongeveer dezelfde grootte, en met de eindejaarsperiode nog in de vingers, maakte ik er een presentabel cadeautje van.

Ik was het voorval reeds vergeten toen het pakje opnieuw voor mijn neus belandde. Het lintje zat er nog rond, maar het papier was al eens opengemaakt.
'Mijn man heeft deze boeken hier gekocht. Maar ik hou niet van Hemmerechts, en 'Godenslaap' heb ik gelezen.' Ze droeg een tweedelig mantelpak en had een strenge gelaatsuitdrukking.
'Wilt u eens nazien wat ze samen waard zijn, zodat ik weet hoeveel ik uit mag geven?'
Ze formuleerde de vraag zuinig en gebiedend, waardoor het vermoeden rees dat ze een leidinggevende functie had. Ik pakte de boeken uit, inspecteerde ze discreet, en scande ze weer in.
'Mijn man leest nooit een boek, en hij is totaal niet mee. Gewoonlijk koopt hij een cadeaubon, maar nu wou hij persé boeken geven...'
Ze koos 'Tirza' van Arnon Grunberg, en 'De geschiedenis van de liefde' van Nicole Krauss.
Zo mee was zij dus ook weer niet.

'Hij heeft zich nochtans ingespannen', kon ik niet nalaten te zeggen.
Ze keek me nieuwsgierig aan.
'Hij zei dat u de vorige keer vond dat hij er zich vanaf maakte met die boekenbons. Hij heeft toen een hele tijd gezocht.'
Ik begaf me op glad ijs, en ze keek me peinzend aan. Maar toen ze de boeken in haar tas stopte, kwam er een verlegen glimlach op, zo ongrijpbaar als een sneeuwvlokje.
'En al bij al viel zijn keuze nog mee', zei ze.
'Godenslaap' vond ik echt een prachtig boek. Jammer eigenlijk, dat ik het al gelezen had.'
Even later zag ik haar voorbijrijden op haar fiets. Het was natuurlijk mogelijk dat ze het voorval alweer vergeten was. Dat ze allang weer aan iets anders dacht.
Maar er sluimerde iets vrolijks in haar gezicht.

woensdag 8 februari 2012

OPA VOGEL

De vrouw keek me rustig aan. Ik wist zeker dat ik haar nog nooit gezien had, maar tegelijk kwam die blik me zo bekend voor dat het me uit evenwicht bracht. Het duurde even voor ik wist wat het was. Ze had de ogen van John Hurt.
Dat onverzettelijke, maar ook het weemoedige. De wijsheid, maar ook het onredelijke. Die subtiel aanwezige maar loodzware zweem van ontgoocheling.
'Mijn man is overleden. Hij was een groot liefhebber van vinken en duiven, en de kleinkinderen noemden hem opa vogel. En nu ben ik op zoek naar een kinderboek over een vogel die op een dag weg vliegt, en nooit terugkeert.'
Ik vroeg me af of we hier zo'n boek hadden, maar kon me niets voor de geest halen.
'Denkt u dat u zoiets heeft?' In haar stem klonk nieuwsgierigheid, maar in die ogen las ik dat haar wereld niet zou instorten als de uitkomst negatief was.

We liepen naar de rouwboeken voor kinderen. Ik stak haar 'Een opa om nooit te vergeten' in handen.
'Dat is te somber', zei ze. 'Daarbij, het moet over een vogel gaan. Een vogel die van hierboven toekijkt, en zorgt voor diegenen die beneden achtergebleven zijn.'
Ik was onder de indruk. Dat iemand geloofde dat zo'n specifiek, zelf bedacht verhaal misschien bestond. We begaven ons naar de kinderboekenafdeling, maar in al de boeken die we vastpakten verdween nergens een vogel, als er al een in voor kwam.
'Hebt u vooraan het tafeltje met de nieuwe aanbiedingen bekeken?'
Het was eigenlijk meer een wanhoopsvraag, en nee, dat had ze niet.
We liepen er naartoe en taxeerden het aanbod. Mooie boeken, daar niet van, maar iets met vogels zat er niet tussen. Ik deed nog een allerlaatste poging, hoewel ik wist dat die gedoemd was te mislukken.
'Dit boekje gaat ook over iemand die verdwenen is', zei ik, en wees Martha aan, een recent verschenen boek van Mannetje Koek, door Pieter Gaudesaboos & Lorraine Francis.
Ze las de eerste zin, 'Toen Martha stierf, waren haar vrienden heel verdrietig', en schudde traag het hoofd, haar blik op oneindig.
Alsof doordrong dat dit niet het boek was dat ze zocht, en het duidelijk begon te worden dat dit ook niet de plaats was waar ze het boek zou vinden.

Maar hoewel ik wist dat Martha Opa Vogel niet was, gaf ik nog niet op.
'In het boek ruimen sheriff Suikerklont, Mannetje Koek, blokje IJs en nog andere vrienden van Martha haar huis op na haar dood. Terwijl ze daarmee bezig zijn vertellen ze elkaar om beurten iets dat ze met Martha hebben meegemaakt. Dan nemen ze iets uit haar huis mee als herinnering.'
'Nee!' zei ze, met vermoeid wegdraaiende ogen en ergernis in haar stem, 'er moet een vogel in voorkomen!'
Strijdlustig keek ze me aan, al was er ook teleurstelling en mededogen in die blik.
Ze schoof haar handen in wollen handschoenen en liep naar de deur. Daar draaide ze zich nog even om en knikte naar de tafel waar we zojuist gekeken hadden.
'Ik kom nog wel eens langs, en misschien heb je tegen dan iets gevonden.'
Maar ze keek alsof het haar eigenlijk niets meer kon schelen.

Zij was die dag de klant waar ik nadien het langst aan dacht.