maandag 18 november 2013

PAUZE

Het was zaterdag, bijna halfeen en er waren nog zo’n twintigtal klanten in de winkel. De jongen aan de kassa keek me hulpeloos aan. Ik begaf me tussen de rekken met huisraad en textiel: ‘Dames en heren, het is twaalf uur dertig en dan sluiten wij een half uurtje. Om één uur gaat de winkel weer open’. Sommige mensen keken verrast op, anderen knikten verveeld en de rest deed alsof ze me niet hoorden. Ik begaf mij richting kassa. ‘Mag ik gaan?’, vroeg de jongen half smekend. Ik knikte: hij was vandaag tijdens de pauze barista van dienst.
De oproep werkte. Klanten kwamen met hun winkelkarretjes mijn richting uit. Ik verwijderde beveiligingen en noteerde prijzen.
Uiteindelijk was iedereen weg, behalve een man, een vrouw, een oudere vrouw en twee kinderen die samen een gezin leken te vormen. De vrouw dook net opnieuw het pashokje in. De kinderen holden achter elkaar aan tussen de rekken. De oudere vrouw was aan het snuisteren in de houten bak waar de ongeopende pakjes kousen in terecht kwamen. De man testte een zetel. Ik liep op hem af.

'Mijnheer', zei ik, in langzaam en duidelijk Nederlands, 'van halfeen tot één uur zijn wij gesloten. Nu is het kwart voor. Ik zou graag hebben dat u de winkel verlaat, dan zien we elkaar over een kwartier opnieuw en kunt u verder met uw boodschappen'. De man vloekte in een voor mij volstrekt onbegrijpelijke taal, kwam overeind, verklankte mijn smeekbede of iets anders tot zijn familieleden en zette mars naar de kassa met een karretje vol aankopen. Blijkbaar wou hij toch eerst afrekenen.
Een gespierd bovenlijf tekende zich af doorheen zijn t-shirt. Grillige, donkergrijze tentakels die tot in zijn nek en hals reikten deden vermoeden dat er een octopus onder verscholen zat. De kinderen waren hem net iets voor en deponeerden haastig enkele pluchen beesten, wat schoolgerief en sieraden voor mijn neus. Vader ging echter niet akkoord en alles werd op het dichtstbijzijnde rek gedropt. Ook de stapel kousen van grootmoeder werd heftig becommentarieerd en uitgedund. Het ongewenste gedeelte kwam tussen het speelgoed terecht. De kleren die moeder uitgekozen had, lokten flink wat discussie uit, maar moeder hield voet bij stuk. Slechts enkele stukken werden afgevoerd.

Ik rekende alles af en gaf de kinderen elk een ballon. Het stelde niets voor maar merkwaardig genoeg maakte het iets los bij de man. Voor het eerst ontspande zijn gezicht en toen de kleinste de ballon vergeefs op trachtte te blazen en daarbij andere bellen produceerde, glimlachte hij zelfs even naar me. Het trof me als een stomp. Hij had van die aller droevigste, diep blauwe ogen waardoor ik plots aan Patrick Haemers dacht. En toen aan Matthias Schoenaerts. Een vat vol melancholie en troosteloosheid. Die verveling, koppigheid en licht ontvlambare energie in een afgetraind, oncontroleerbaar lijf verenigd.
‘Sorry voor pauze’, gromde hij.
De diepe triestesse die zijn gelaatstrekken hadden gevormd, week geen moment uit zijn gezicht. Ze liepen naar de uitgang. Ik ging hen niet achterna om de buitendeur af te sluiten, maar bleef aan de kassa staan en luisterde verstrooid naar het nieuwsbericht.

zaterdag 2 november 2013

KOETJESBLUES

Zy je glukkig koetje, in joe weëtje,
joen kort ofgeetn peloezeke, 
zy je gerust achter joene stekkerdroad?
Eej geen koed ’s nachts, 
ut doenker is of rint of smoort 
en zy je noois benauld kleen koetje…

Gebeure’t da je dromt 
en da je zucht in joene sloap,
of da je triestig zyt, en da'j nie wit voe wuk?
Dat er van die dikke koetjestroan
in joen oogskes stoan,
en ’t is nie van de lucht die piekt
of van de koede wiend?

Joen koak’n goan up en nere, weg en were,
juste lik joene steert
woamee da j’ol de vliegn wegsloat
en je kiekt lik of da ‘j ol olles wit
moa da ’t joe nie kan skiln…
Hey koetje, skoan koetje, ge zie zo stille,
an wuk peis je binst da j’ool da ges up it?

Verstoa je joe an ol die velo’s
en die oto’s die passeren
en an ol die vliegers in de lucht
binst da je mé ‘j ne steert omhoge
tussen de koeietoarten pist;
is’t er een twuk da je nog soe wiln,
een kot, ne moat, nen twin oarrink
of misschiens ne nieuwn stekkerdroad?