dinsdag 15 november 2011

ZEVEN SFEREN

De magere vrouw leunde met haar linkerhand op de winkeltoog. Een deel van de huid tussen wijs en middenvinger kleurde okergeel.
Ze had een pijnlijke grimas op het gezicht alsof ze aan die kant last had van haar heup. Jaarringen die afklokten ver voorbij de tachtig.

'Zeg jong luister eens, heb je hier ook occasieboeken?'
Een stem die kraakte als antiek parket en een gelaatsuitdrukking waar niet mee te spotten viel, maar terwijl ze sprak kwam er een wulps, ironisch trekje om haar mond. Ik zette in op een gepensionneerde, kettingrokende actrice en wees naar de trap.
'Op het eerste verdiep', zei ik.
Ze blaasde verontwaardigd, en draaide haar lichaam heen en weer, nog steeds op die hand steunend terwijl ze met haar andere hand mijn woorden wegsloeg.
'Maar jong toch... Dat zal niet meer gaan hoor!'
Ze dacht even na, en boog zich toen iets verder naar me toe.
'Maar misschien kun je zien of je het in je stock hebt? Het boek dat ik zoek heet 'zeven sferen'. Een vriendin leende het ooit eens aan me uit, een machtig boek!'
Door dat 'machtig' ging een stuk van haar waardigheid verloren, maar ze verkreeg er iets rebels voor in de plaats, en het werkte ook een beetje als verjongingskuur. Bijna alsof ze 'keigoed' had gezegd.

Ik wist dat we het hier niet in voorraad hadden, nieuw noch tweedehands. Maar via het bestelsysteem verscheen een gelijknamig boek van F. Visser. Helaas was het momenteel niet verkrijgbaar. Toen googelde ik 'zeven sferen'. Het leverde me enkele tienduizenden hits met verschillende bewustzijnsniveau's op. De bijhorende afbeeldingen lieten er geen twijfel over bestaan dat we ons in spirituele en paranormale wateren begaven.
'Weet u de naam van de schrijver?'
'De schrijver? 't Was ergens in de jaren negentig dat ik het boek leende... Zolang kan ik niet onthouden hoor! Maar 't was een groen boek... Of een blauw...'
'Misschien kun je nog eens bij die vriendin informeren?'
'Maar haar naam weet ik ook niet meer! Zelfs niet of ze nog leeft! Ik weet alleen maar dat het een fantastisch boek was, en dat ik het sindsdien altijd wilde hebben.'
De stoere achteloosheid waarmee ze sprak met die doorrookte stem had iets grotesks. De monotone, verveelde bijklank deed denken aan de hoogdagen van de film noir, en heel even zag ik Bette Davis, of nee, Humphrey Bogart voor me staan.

'De zeven sferen', herhaalde ik met de moed der wanhoop, terwijl ik over het scherm scrolde.
'Jamaar, jong, ik zeg zeven, maar het kunnen er ook meer geweest zijn hoor! Luister eens, als je iets vindt, leg het dan opzij voor me. En wie de schrijver is doet er niet toe!'
Ik noteerde de vermoedelijke titel, haar telefoonnummer, en zei dat ik eens uit zou kijken.

Even later, ik was nog steeds aan het zoeken, kwam ik opnieuw bij het gelijknamige boek van Frank Visser uit. Het dateerde uit 1995 en was verschenen bij Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland. Ik toetste het nummer van de uitgever in. De enthousiaste man aan de andere kant van de lijn vond het heel vreemd en bijzonder jammer dat ik het niet kon bestellen. Maar hij had het boek nog steeds in voorraad en weet je wat? Hij was al een exemplaar aan het inpakken om op te sturen! Of wenste ik er twee?

's Avonds, nadat ik de reclameborden binnengenomen had, sloot ik de winkel af en liep naar het Polenplein.
Steunend op een wandelstok stond ze tussen geparkeerde wagens. Ik hoorde haar praten, maar het was te veraf om te begrijpen wat ze zei. Soms gingen haar stem en wijsvinger tegelijk de hoogte in, alsof ze een monoloog opvoerde. Af en toe zweeg ze even, tergend traag een lange haal van haar sigaret nemend - zo afgekeken van Mae West.
Maar misschien was het wel andersom.
Ik besloot te wachten om haar het goeie nieuws te melden.
Want hoewel in zichzelf pratende mensen niet meer zo vreemd zijn als pakweg vijftien jaar geleden, leek ze me het type niet dat draadloos telefoneerde.
Nee, dit was gewoon een verdwaalde diva, die midden op een plein haar tekst doornam.