donderdag 27 november 2008

Geluk



Het is donker. Twee lichtbundels wijzen de weg. De radio staat te stil om te begrijpen waar de afwisselende stemmen het over hebben, maar het zachte geroezemoes heeft iets geruststellends. Het dashboard licht groen op. Als ik onder een van de schaars geplaatste lantaarnpalen door rijd, vang ik een glimp van haar op. Haar kin rust op de rand van de mand, glanzende ogen als zwarte kolen op me gericht. Kilometers lang houdt zij dit vol. Een koortsige mengeling van vertrouwen, bewondering, onderworpenheid. Soms knipperen ze van vermoeidheid. Af en toe verdwijnt mijn rechterhand in het duister, om haar bij een bocht te ondersteunen. Ter compensatie liefkoost ze de vingers met tedere likjes.
Tussen ons zijn woorden overbodig.