zondag 4 augustus 2019

RECORD

Terwijl de opwarming de aarde rond toeneemt, met vorige week donderdag nog als triest hoogtepunt toen het ene warmterecord na het andere sneuvelde, viel mijn oog afgelopen weekend op een artikel in de Standaard waarin gewag werd gemaakt over een ander spectaculair nieuw record dat op diezelfde dag gevestigd werd, zij het dan van een geheel andere orde. 
Donderdag 25 juli was het wereldwijd namelijk ook nog eens de drukste dag aller tijden in de geschiedenis van de luchtvaart. 

Terwijl er nog geen jaar geleden voor het eerst meer dan 200.000 vluchten binnen een etmaal werden geteld, waren dat er donderdag 25 juli 230.409. De informatie komt van Flightradar24, een Zweeds bedrijf dat de aarde rond de vluchtgegevens bijhoudt van passagiersvluchten en privéluchtverkeer, vrachtvliegtuigen en helicoptervluchten.

In een milieurapport dat Eurocontrol eind vorig jaar samen met het Europees veiligheidsagentschap voor de luchtvaart (EASA) en het Europees milieuagentschap (EMA) publiceerde, werd berekend dat het luchtverkeer boven Europa tegen 2040 nog eens met 42% zal toenemen. Het rapport wijst erop dat zowel de technische verbeteringen als de financiële middelen die zowel op Europees niveau als door de lidstaten geïnvesteerd werden om de nefaste gevolgen van het vliegverkeer aan te pakken, verre van toereikend zijn en zich geenszins verhouden tot de groei binnen de sector.

Volgens docent Geschiedenis en Klimaat aan de Katholieke Hogeschool Vives Pieter Boussemaere is de luchtvaartsector verantwoordelijk voor een dikke vijf procent van de jaarlijkse CO2 uitstoot en zal dit de komende jaren nog toenemen. Hij wijst erop dat het vliegverkeer in Europa met meer dan 40 miljard euro aan fiscale voorrechten wordt gesponsord aangezien er geen brandstofbelasting betaald dient te worden, of btw op vliegtickets. In tegenstelling tot, bijvoorbeeld, het treinverkeer. Hoewel de luchtvaart dus overduidelijk een hoofdrolspeler blijft in het sombere klimaatverhaal, is er merkwaardig genoeg weinig of geen politieke bereidwilligheid om in te grijpen.

De luchtvaartmaatschappijen zelf lijken zich dan weer vooral zorgen te maken over de stijgende olieprijzen en de lege vliegtuigstoelen waardoor de budgetmaatschappijen zich gedwongen zien om vliegzitjes aan bodemprijzen aan te bieden. Ryanair CEO Michael O’Leary noemde de klimaatverandering overigens onzin. 

En hoe zit het dan met de reiziger, oftewel, wij allemaal?
Volgens een enquete die iVox eind vorig jaar deed in opdracht van Humo maken vier op de vijf Belgen zich grote zorgen over de klimaatopwarming, maar minimaliseert hij zijn eigen rol hierin. De overheid en de industrie zijn de grote boosdoeners. Bij voeding, bijvoorbeeld, primeren kostprijs en kwaliteit op de impact van het product op het milieu, autodelen blijft zo goed als onbespreekbaar, en handen af van onze citytrips en reizen. 
Kortom, we willen best iets doen voor het klimaat zolang het ons niets kost en we er op geen enkele manier onder te lijden hebben. 

OVERROMPELING

Nog twee dagen en het is verlof. Tegelijk zijn het de laatste dagen dat Almas en Ahmed bij ons werken, hun traject is bijna afgerond. Altijd weer gemengde gevoelens wanneer iemand vertrekt. Ze weten op voorhand dat het tijdelijk is, een voorbereiding op een andere job. Maar hoe langer ze hier werken, hoe groter de verbondenheid, ook van onze kant.
Die laatste week voor de vakantie is het in de winkel een beetje afwachten wat het gaat worden. Je weet niet wat er te gebeuren staat. Sommige klanten zijn al op reis vertrokken en zie je voorlopig niet terug. Anderen raken in paniek; er moet nog zoveel opgeruimd en binnen gebracht worden. Ze hebben ook nog van alles nodig.
Buren die dagelijks binnenwippen lijken wel gewond zoals ze hier rond strompelen. Sommigen komen nu enkele keren per dag. Altijd weer datzelfde liedje: ‘Wat? Twee weken dicht? Waar moeten wij dan naartoe?’ Of: ‘Sluiten? Dat is toch niet meer van deze tijd? De meeste andere winkels blijven toch ook open tijdens het verlof?’
Het is juist dat veel zaken gewoon doorwerken tijdens de vakantie. Ze kunnen het zich ook niet permitteren om te sluiten; de huur, de voorzieningen, de stock… De kosten lopen op, en iedere klant die aan je deur staat en vergeten is hoe het is om te wachten op iets, stapt naar de concurrentie die wel paraat staat waardoor je een verkoop misloopt. Want uit het oog is uit het hart. En erger nog, misschien ben je die klant wel voorgoed kwijt. Open blijven dus!
Dat het moeilijk te regelen is met het personeel en je het daardoor anderhalve maand lang met de helft van de bezetting moet zien te redden, is jouw probleem. Het menselijk aspect is ondergeschikt aan de wetten van onze consumptiemaatschappij.
Maar de kringloopwinkel is gelukkig natuurlijk niet zomaar een winkel. Omwille van praktische redenen mogen de kleinere filialen elk jaar opnieuw gewoon twee weken sluiten.
Nog enkele dagen dus en het is zover.
Vooral wat de toestroom betreft is het nu koffiedik kijken. Niemand die weet wat het zal worden want het kan alle kanten op. Maar het blijkt een overrompeling. Op een bepaald moment lijkt het wel een karavaan die hier komt opgereden. Kleine en grote wagens, goedkope en dure merken; steeds meer mensen, groot en klein, kennen de weg naar de kringloopwinkel. De receptionist krijgt al snel een helper, en even later komt er een tweede bij. Niemand die er echt bij stil staat maar het is toch wel een vreemd zicht als onze anderstaligen op de achterbanken van die duur uitziende BMW’s, Mercedessen en Porsche's mogen klimmen om de wagens leeg te maken.
Tussen alle geparkeerde auto's manoeuvreert zich een oude bestelwagen die achterwaarts komt opgereden. Almas roept me erbij.
‘Ik weet niet, materiaal niet zo goed’, zegt hij.
Een man in een vuile overal staat naast zijn voertuig te wachten, de motor draait nog.
‘Als je er niets mee bent, breng ik het meteen naar het containerpark. Maar ik wou het graag eerst eens aanbieden.’ Almas, de man en ik staren in de bestelwagen.
‘Het is allemaal prima materiaal. Maar het komt van de zolder en het heeft daar jaren gestaan. Vandaar die laag vuil.’
Ik begrijp de twijfel van Almas. Soms moet je door het vuil heen kunnen kijken. We beginnen uit te laden. Een slee. Een schommelpaard. Een rieten tuinstoel op kindermaat. Een poppenkast. Een kinderfietsje.
Ahmed komt in mijn oor fluisteren of ik wil vragen aan de man om de motor van de auto stil te leggen. Omdat de zwarte rook de winkel in geblazen wordt. Je kunt de uitlaatgassen al ruiken tot aan de kassa.
‘Zou u de motor kunnen afzetten?’ vraag ik.
‘Jammer genoeg niet’, zegt de man. ‘Mijn batterij was leeg en ze hebben me moeten duwen. Ik ben bang dat ik het ding straks niet meer opgestart krijg. Maar we zijn bijna klaar.’
Ahmed draait met de ogen en loopt de winkel weer in.
Als de man allang verdwenen is komt Almas naar buiten met een emmer water en wast de spullen af. Een half uurtje later is alles geprijsd en staan we samen te kijken of de prijzen oké zijn. Almas houdt zich keurig aan de prijslijst dus dat zit goed. Het blijkt inderdaad goed materiaal. Vooral het schommelpaard Is een schitterend stukje antiek vakmanschap. Maar ook de slee en de poppenkast zijn van een kwaliteit die hier niet elke dag voorbij komt.
‘Mooi hé’, zeg ik tegen Almas.
‘Héél mooi’, knikt hij.
‘Je moet altijd voorzichtig zijn en proberen te zien wat er onder het vuil zit. Net zoals je een verflaag niet kunt vertrouwen.’
‘Ik weet het,’ zegt Almas, ‘maar ook dat tijd is geld. Als ik te lang moet wassen wordt prijs te groot waardoor niemand nog wil kopen.’
Verbluft staar ik naar hem. Oké, als iemand te lang aan iets werkt, leg ik uit wat iets in de kringloopwinkel mag kosten, en wat de werkelijke prijs zou moeten zijn als je de tijd die eraan gewerkt wordt, meerekent. Maar het is de eerste keer dat een medewerker het als argument tegen mij gebruikt.
‘Proficiat,’ zeg ik, ‘jij komt er wel.’
‘Ik weet het’, herhaalt Almas.
Geen gebrek aan zelfvertrouwen bij deze jongen.

ONBETAALBAAR

Almas vraagt of ik de grote lading net binnengekomen boeken al eens wil nazien bij de ontvangstreceptie voor een eerste schifting, om te voorkomen dat er teveel bakken naar de boekenafdeling worden gestuurd. Een snelle screening bewijst dat hij gelijk heeft: een groot deel van deze boeken is enkel nog goed voor de papierbak.
Zo heeft Lekturama Vlamingen en Nederlanders destijds bedolven onder tientallen boekenreeksen zoals 'Succesvol Fotograferen', 'Wereldberoemde Jeugdboeken', 'Grote Mysteries’ of 'Grote Reisencyclopedie’, er kwam maar geen einde aan de vindingrijkheid van deze Nederlandse uitgeverij annex postorderbedrijf om weer een nieuwe serie te verzinnen. Bij al wie al iets langer meegaat behoren deze boeken tot het collectief geheugen.
De uitgever hanteerde een vernuftige tactiek: het eerste deel werd gratis of voor een habbekrats opgestuurd, eventueel met de mogelijkheid om het volgende deel ook nog aan een sterk verminderde prijs aan te kopen, en vanaf dan was de arme consument weerloos want ze stonden zo mooi in de kast en je kon natuurlijk niet anders dan voor de volledige reeks gaan. Zo kwam bij ons onder meer de reeks 'Alles over doe-het-zelf' in huis, met als paard van Troje 'Onderhoud van auto en motor' en '1001 ideeën voor uw vrije tijd'. Dat al die ideeën in een boek van 160 pagina's werden samen gebracht, daar stelden we ons toen geen vragen bij.
Nog zo’n merknaam die voor nachtmerries zorgt bij de medewerkers van onze boekenafdeling: Reader’s Digest, bij ons vooral als tijdschrift ‘Het Beste’ bekend geworden. De kringloopwinkel wordt elke dag weer bedolven onder deze boeken met vereenvoudigde en ingekorte versies van zowel streek, pulp als klassieke romans waarvan er telkens een viertal in één band werden samengebracht. De finesses werden weggeknipt waardoor een thriller als 'Het Testament' van John Grisham van 448 pagina's herleid werd tot 168 blaadjes, of 'De Vlucht' van Jan Hartog van 218 naar 71 pagina's. Door het inkorten werd het plezier van de lezer grotendeels tenietgedaan waardoor deze uitgever in zijn eentje verantwoordelijk gesteld kan worden voor een nooit tot bloei gekomen liefde voor boeken bij meerdere generaties lezers.
Een ander boek dat hier op zijn minst een keer per week voorbij komt: 'Woninginrichting, 1001 ideeën en tips' waarmee Test Aankoop vanaf 1984 nieuwe klanten probeerde te werven. Ook Konsalik en Daniëlle Steel vallen geregeld op in de toestroom van boeken en zouden onze boekenkasten domineren moesten we geen strenge schiftingsprocedure hanteren.
Het wrede is dat de medewerkers, vooral de anderstaligen dan, de neiging vertonen om deze meestal ongelezen en er daardoor nog goed uitziende boeken te houden en de er niet meer zo fris uitziende maar écht interessante exemplaren weg te gooien. Het duurt een tijdje voor ze door hebben dat het ook hier, in het rijke westen, niet allemaal goud is wat blinkt.
Andere redenen om boeken weg te gooien zijn het hele boek door terugkerende aantekeningen in de marge; zinnen met balpen onderlijnd; hele stukken tekst ingekleurd met fluostift of om de zoveel pagina's een kindertekening. Maar ook vochtvlekken, loszittende pagina's, een stuk van de kaft die ontbreekt of ernstige leesvouwen waardoor het boek scheeftrekt, worden niet in onze winkelrekken getolereerd.
Gelukkig komen er ook mooie boeken binnen. Zoals daarnet nog enkele dozen: de eerste titels die je ziet, doen je hart sneller staan, en een snelle blik op wat eronder steekt lijkt te bevestigen waarop je hoopte.
Toen ik eindelijk de tijd vond om ze te sorteren bleek dat ik me niet vergist had; Coetzee, Grunberg, Murakami, Coe, het hield niet op. Bovendien was het iemand die zijn boeken soigneerde; de enige aanwijzingen dat iemand ze gelezen had, bleken de briefjes met overgeschreven passages tussen de pagina’s, en een zeldzame, vage leesvouw in de rug van zo’n boek. De eigenaar noteerde zijn naam weliswaar op het schutblad, maar klein en netjes, én met potlood. Het is minder evident dan het lijkt; weinig lezers hebben voeling met een boek, en hoe weerbarstiger de inhoud, hoe erger die dingen soms toegetakeld worden. Alsof de leessporen als eretekens gelden van veldslagen die geleverd moeten worden bij het overmeesteren van de soms weerbarstige literatuur.
Je kunt veel leren over iemand aan de hand van zijn boeken maar deze persoon was wel heel gul in het geven van aanwijzingen. Om te beginnen bleek uit het aanbod dat het om iemand ging met een brede interesse, zowel op het gebied van politiek, godsdienst en filosofie, als poëzie en literatuur. In vrijwel ieder boek staken er één of meerdere netjes in vier gevouwen krantenpagina's waarop je een recensie van het desbetreffende boek terug kon vinden, of een interview met de auteur. De kassabon waarop de prijs, datum en plaats van aankoop terug te vinden was, stak een zeldzame keer niet voor of achteraan maar ergens halverwege een boek waardoor het vermoeden rees dat het velletje papier ook als bladwijzer dienst had gedaan. Het waren meestal vakkundig geschreven maar weinig verrassende thrillers waar hij bij afhaakte. De klassieke pageturners.
Er waren enkele kalenderblaadjes uit een Druivelaar die hij om onmogelijk te achterhalen redenen had bijgehouden, en hij nam zijn boeken mee op restaurant, getuige de btw bonnetjes. Wanneer het écht een ontdekking was, eventueel ook nog een adreskaartje waarop hij dan de naam van een gerecht noteerde.
Dankzij postkaartjes die hij in museumshops kocht, kwam ik te weten naar waar hij op reis ging, en welke kunst zijn voorliefde genoot. Er waren enkele vervoersbewijzen voor de TGV, en het is niet gemakkelijk om te weten te komen of hij rekening hield met de grootte van zijn voetafdruk maar ik heb in elk geval geen enkel vliegticket aangetroffen.
Er wachtte me nog een verrassing van formaat op het laatst: één van de boeken, ‘A Farewell to Arms’ van Ernest Hemingway, bleek geen boek te zijn maar een houten, als boek vermomd kistje waarin een pakje brieven stak. Elke envelop vertoonde hetzelfde zwierige handschrift en was aan de persoon op het schutblad gericht. Helemaal onderaan een etui met foto’s. Toen ik ’s avonds afgesloten had, nam ik het kistje mee naar mijn bureau om uitvoeriger te bekijken.
De brieven dateerden uit 1983 en waren van een vrouw afkomstig die ieder schrijven eindigde met een uiting van verlangen om elkaar snel weer terug te zien. Ik weerstond de verleiding ze te lezen en bladerde in plaats daarvan door naar de foto’s die in het etui staken. Daarop stond ‘Cha’am, Thailand, 1982’ geschreven.
Een verliefd stel - late veertigers schatte ik - keek vanuit een badplaats bij schemeravond foto na foto lachend in de lens van de camera. Niet één van de opnames was echt scherp maar alles ademde avontuur en opwinding. Melancholie viel over me heen toen het me daagde dat de data op de jongste kastickets tot de zomer van 2012 teruggingen. Ik maakte snel een rekensommetje: als de man op de foto inderdaad tegen de vijftig aankeek in 1982, dan moest hij vandaag bijna negentig zijn.
Langzaam rees het vermoeden dat de man zich waarschijnlijk niet meer onder de levenden bevond.
De volgende dag verwijderde ik de nota’s, kastickets, postkaarten en knipsels waardoor het weer gewone boeken werden, en stopte alles samen met de foto’s en brieven in een doosje dat ik in de sortering bovenop het rek met rariteiten plaatste. Je moet altijd voorbereid zijn. Wie weet dook er straks iemand op die deze onbetaalbare herinneringen per ongeluk afgegeven had en ze alsnog terug wilde.

ALLES WEER OPNIEUW VOOR HET EERST

De kat miauwde vannacht. Het is alsof ze verloren loopt. Ik stond op en ze zat in de keuken. Ze snorde toen ik haar streelde. Mao is een speciaal karaktertje. Je mag alleen maar over haar kopje strelen en dan nog enkel als ze in de juiste stemming is. Ze had een speciale relatie met Toots. Ze waren rivalen als er eten in de buurt was, maar voor de rest verliep alles rustig. Als onze teckel funky schommelend door het huis liep, wipte de kat soms mee op drie poten en tikte met de vierde bovenop haar kop. Ze lagen vaak samen te slapen, als twee in elkaar passende puzzelstukjes.
Soms zoekt ze in de tuin. Geritsel tussen de struiken. We horen haar miauwen. Roepen. En vanmorgen maakte ze een put op de plaats waar Tootsie graag putten maakte, plaste erin en liep weg zonder hem dicht te gooien. We beseffen dat ze haar eigen opsporingsmethodes heeft.
We hadden ons voorbereid op drie weken vakantie met onze zieke hond. We gingen proberen met pijnstillers om haar toch nog wat kwaliteitstijd te bezorgen. Misschien hielp het een beetje, had ze enkele goede dagen. Wie zei dat het niet kon? We zouden er het beste van maken.
Mijn hoofd zegt dat het tijd was, dat ze zichtbaar leed, dat we er goed aan hebben gedaan om haar te verlossen. Maar mijn hart protesteert, soms moet ik mezelf tot rede brengen. Ik wou dat ik haar nog een keertje vast kon pakken.
Als ik voorbij het pleintje rijd waar we gingen wandelen, speur ik de vlakte af, of ik haar nergens zie. Ik probeer aan tafel niet te kijken naar de plaats waar haar mandje stond. Als we eten, staren we naar ons bord en niet naar de lege plaats op de grond, tussen ons in. Toen ik gisteravond naar bed ging, schikte ik de kussens in een bepaalde volgorde, zoals ik vroeger deed voor we haar induffelden.
We doen alles opnieuw voor het eerst. Koken zonder dat ze naast ons ligt. Eten zonder restjes te verzamelen voor haar. Gaan naar plaatsen waar we haar altijd mee naartoe namen. Thuiskomen zonder dat ze ons begroet. Vertrekken zonder afscheid te nemen. Opstaan ’s morgens. ’s Avonds naar bed gaan.

VRIJDAG 26 JULI 2019

Op de eerste pagina van de krant van vandaag lees ik dat juni de warmste maand was voor onze planeet sinds het begin van de metingen in 1880. Ondertussen woeden er felle branden op de noordpoolcirkel. Uitzonderlijk blijkt dit niet te zijn, wel de grootschaligheid van deze natuurbranden die jaar na jaar toenemen. Sinds begin juni van dit jaar alleen al gingen er honderdduizenden hectaren in de vlammen op.
Enkele pagina’s verder wordt bericht dat internationale teams van wetenschappers deze week studies publiceerden in Nature en Nature Geoscience waarin onderzoekers voor het eerst kunnen aantonen dat de opwarmingen die onze aardbol in het verleden kende, regionaal waren en er op een andere plaats omstreeks dat moment een afkoeling plaatsvond waardoor er evenwicht was. Dit in tegenstelling tot de opwarming die vandaag plaatsvindt, en algemeen is. Hiermee wordt het argument van de klimaatsceptici, dat klimaatopwarming van alle tijden is, tenietgedaan.
Nog iets verder staat dat het Belgische warmterecord gisteren verbroken werd in Beitem, West-Vlaanderen; de temperatuur liep er op tot 40,7 graden.
Op de vierde pagina lees ik dat de nieuwe Britse premier, Boris Johnson, veel heeft geleerd uit de strategieën die Trump hanteert, en die nu zelf ook toepast. In de praktijk betekent dit dat hij wispelturig en wraakzuchtig is en radicale keuzes maakt. Hij vernedert zijn tegenstanders, lijkt constant in verkiezingsmodus, wil van het Verenigd Koninkrijk ‘het beste land op aarde’ maken, en kondigt nu al ‘een nieuwe gouden eeuw’ aan. De medewerkers die hij kiest hebben een twijfelachtige reputatie en zijn niet van hun eerste publieke leugen gebarsten.
Op pagina tien zie ik dat het overleg tussen de zes partijen die momenteel in aanmerking komen voor een volgende federale regering, geannuleerd werd wegens een totaal gebrek aan vertrouwen tussen N-VA en de PS. Dat is ook waar in Spanje het schoentje wringt, lees ik weer iets verder, want door wantrouwen tussen de sociaaldemocraten van PSOE en het radicaal-linkse Unidas Podemos tijdens het vormen van een coalitieregering dreigen in november de vierde verkiezingen in vier jaar tijd, en politieke chaos.
Op pagina negentien blijken er minstens 115 mensen op de Middellandse Zee te zijn verdronken toen hun bootje kapseisde. Ondertussen liep het aantal slachtoffers in 2019 op tot 669, terwijl de Italiaanse vicepremier Matteo Salvini laat weten dat reddingschepen die zonder toelating de Italiaanse wateren binnenvaren met een boete tot 1 miljoen euro bestraft zullen worden.
Op de pagina ernaast wordt bericht dat de EU voorlopig geen financiële steun meer verleent aan het regime van gewezen Soedanese dictator Omar al-Bashir, die door het internationaal strafhof gezocht wordt voor genocide. Een deel van het geld zou ook terechtgekomen zijn bij de Rapid Support Forces. De geldelijke steun diende om grenspatrouilles op te leiden en te bevoorraden, die op hun beurt illegale migratie een halt moeten toeroepen. Helaas blijkt het overheidsapparaat en de RSF-milities een lange geschiedenis van corruptie en gruweldaden met zich mee te slepen, en zouden ze zich bovendien net verrijken met mensensmokkel.
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch bejubeld de stap maar betreurt tegelijk dat Europa de geldkraan niet dichtdraait omwille van de misdadige aard van de betrokken partijen maar omdat er een machtswissel aan de gang is, en het momenteel nog niet duidelijk is met wie de EU de gemaakte afspraken kan verderzetten.
Verder gaat niet goed met de Duitse economie, in Congo werden tijdens de eerste zes maanden van het jaar 663 mensen geëxecuteerd waarvan een derde door de veiligheidsdiensten en twee derde door gewapende milities, het openbaar vervoer kreunde onder het warme zomerweer en viel hier en daar zelfs helemaal stil, varkens stierven in de vrachtwagen tijdens het transport naar het slachthuis door de hitte, in Libanon wordt een populaire rockgroep door de kerk geboycot en zelfs bedreigd omdat de zanger openlijk homo is.
Bestaat er een hulplijn waar je terecht kunt na het lezen van de krant?

RAVAGE


Het is weer die tijd van het jaar. De vakantie komt eraan en iedereen lijkt verwoed in de weer met de grote schoonmaak. Aan onze kringloopwinkel rijden auto’s op en af, deuren zwaaien open en kofferdeksels veren omhoog. Mensen komen aangelopen met dozen en manden vol huisraad en zakken met kledij.
De zakken kunnen meteen in de textielkar. Het triëren van de huisraad neemt meer tijd in beslag. In eerste instantie worden de dozen zo goed en zo kwaad mogelijk op elkaar gestapeld. Meestal willen de brengers hun wasmanden terug, en moeten we improviseren om ruimte te vinden waar ze leeggemaakt kunnen worden.

Onze receptionist weet soms niet waar zijn hoofd staat en dan komt er iemand helpen. Maar ook met zijn tweeën is het vaak dweilen met de kraan open en wordt er, indien mogelijk, nog een derde man bijgezet.
Het aanleveren gebeurt meestal in enkele golven, verspreid over de dag. Maar een paar dagen in het jaar lijkt het op een storm die maar niet luwt. Code rood. Eerst wordt de toonbank in de receptie bedolven. Daarna worden de dozen op de grond gezet en gestapeld tot het niet meer verantwoord is.

Vervolgens is onze inkomhal aan de beurt. Alles wordt tegen de muur geplaatst en vandaar omhoog. Daar komen nog eens dozen en zakken voor te staan. Af en toe zitten er ook kleine meubeltjes tussen. Grotere meubelen worden in onze laad en loszone achtergelaten. Die moet je in het oog houden, want misschien dat het straks regent.
Ondertussen moet je op je hoede zijn voor brengers die staan aan te schuiven. De kans bestaat dat ze, het wachten beu, alles ter plekke uitladen. Al snel krijgt deze handelswijze navolging. Dus moet je zo snel mogelijk met een laadkar naar de parking hollen terwijl de boel nog te behappen is.

Zo’n dag lijkt een beetje op een oorlog. Je moet de medewerkers moed inspreken, zeggen dat het normaal is en dat ze er ook niets aan kunnen doen dat het zo’n bende is. Dat het er nu op aankomt het hoofd koel te houden. Dat er sowieso een moment komt waarop de storm bedaart en we de situatie weer onder controle zullen krijgen.
Je ziet de Afghaanse receptionist beteuterd staan kijken, met zijn rugzakje die aan een van de schouders haakt en waar een lege boterhammendoos in steekt. Er is nog net een gang tussen de spullen langswaar je kunt ontsnappen.
Voor ik als laatste vertrek, aanschouw ik de ravage.

Vooral veel doosjes met glazen en gestapelde kopjes. Ik stel me voor hoe iemand ze jarenlang gekoesterd heeft. Hoe ze elke dag afgewassen werden en in de kast teruggezet. En nu staan ze hier, achteloos achtergelaten. De verwarring is tastbaar. De wereld heeft ze voorlopig niet meer nodig.
Maar we hebben ze asiel verleend en zullen ze opkalefateren, proberen om ze de glans te geven van weleer. En hopen dat iemand voor ze zwicht en opnieuw betekenis geeft.

PERSPRIJS 2019 MET 'ALTIJD ERGENS OORLOG'






vrijdag 2 augustus 2019

VERBRAND

K zoate in n bak van de sitekarre
en kéeke in n afgroend
die nu en ton vrée dichte kwam
Myn skoanvoadre versméet
geregeld van vietisse
gaf goaze en joeg da spel omoge
in droais woa dat r lik géen ende an kwam
‘Doe moa n twuk mè lange mouwn an’
at n gezeit binst dat n kéek
in de verte up de koarte
‘wan ge zoe joe léluk kunn verbrann!’
K zwéege en k hoopte ooléne moa
dat n nietn gieng krygn an zyn erte
Nu en ton checkte k mè mu selfiecamera
u Frank en Thomas mee woarn en van t moment
da we n twoasn boovn kwoamn
parkeerdn w in de geskant
trokkn uus ooft uut diene elme
en ne foto van die oenderdduuznden boamn
woarin dat der oenderdduuznden
veugels zoatn te skuufeln
en k besefte daj mè ne foto miskien
méer kun zeggn dan duuznd woordn
moa wok da j ooléne moa mè woordn
uut kun leggn wuk da j nie kun zien
En toen da we snoavns arriveerdn
loagn der n poar te broadn neevnst t zwembad
En wos t up n termometer die der neevnst oeng
nog oolsan méer dan dertig groadn
Snachs loage k tortn in me bedde
noa d oendn die uuldn
of woarn t wolvn?
Oléne t vel van myn andn wos verbrand







HET EINDE VAN TOOTSIE

Het gaat niet goed met de kleine hond. Er moesten twee tanden getrokken worden. De dierenarts vond dat haar tandvlees een abnormale kleur had en stuurde een staal naar het labo. Een eerste onderzoek bevestigde dat er inderdaad iets aan de hand was, de test daarna wees uit dat een kwaadaardige melanoom er zijn intrek had genomen.
De kans bestond dat de kanker zich al had uitgezaaid, verder onderzoek kon dat uitwijzen. Als haar longen waren aangetast, was het enkel nog een kwestie van tijd. Zoniet konden we een operatie overwegen waarbij de kwaadaardige cellen werden verwijderd. Dit betekende concreet dat men een stuk van haar kaak wegnam.
'Ze kan daar nadien dan nog een hele tijd mee verder', mompelde de jongere collega - van de dierenarts die we gewend waren - toen ze onze onthutste gezichten zag. Zij was meer gespecialiseerd in dergelijke ziekten bij dieren. Maar geen hond die het kon navertellen.
Daarnaast werd er dan ook een chemokuur opgestart. De oudere dokter wist uit ervaring dat dit maar een tijdelijke oplossing was en vertrouwde ons stilletjes toe dat we er niet teveel van moesten verwachten. Dat de melanoom hoogstwaarschijnlijk terug zou keren. Er was daarnaast ook nog een andere behandeling mogelijk die recentelijk vanuit Amerika kwam aangewaaid. Dertig procent van de consumenten die hun huisdier deze kuur lieten ondergaan waren redelijk tevreden met de behaalde resultaten. Wat die behandeling juist inhield, hebben we niet meer gevraagd.
We hebben er lang over nagedacht, en besloten toen om haar lijden niet te rekken als het enige resultaat zou zijn dat ze dan misschien iets langer bij ons zou kunnen blijven. Was er enige kans op genezing geweest, hadden we zeker iets anders beslist. Maar alles wijst de andere kant uit en we willen haar de lijdensweg besparen. Ze had altijd al een hekel aan de dierenarts, en het is ondertussen zo erg dat ze nu al begint te bibberen als je alleen nog maar haar riem vastmaakt, omdat ze het voorwerp ondertussen niet langer associeert met een wandeling maar met geuren van ziekte en pijn, met prikken en in een kooi moeten, en met de baasjes die haar achterlaten.
We vroegen de arts hoeveel tijd er nog restte. Ze keek naar de hond en zei: 'Plus minus nog een zomer lang'. En hoe zouden we zien dat het zo ver was?
'Jullie zullen het wel weten.'
Dus lIepen we hier dagenlang met de krop in de keel in huis rond, kijkend naar haar, stelden ons voor dat ze weg was en voelden de leegte. De tranen welden in onze ogen. De enige die er op dat moment niet onder leek te lijden was Tootsie zelf. Oké, haar eetlust was fel verminderd, en ze sliep nog meer dan vroeger. Af en toe rilde ze over haar hele lijf, en soms leek ze het noorden een beetje kwijt. Ze is ook zo goed als doof.
Maar ze is dan ook al dertien en een half jaar oud.
En ze stormde nog altijd plotseling naar buiten om te blaffen tegen het kwade dat ons belaagde, of te huilen naar de maan. Ze durfde ook nog eens een put te maken in de tuin en kwispelde als haar oog op de berg kussens in haar mand viel, meteen klaar om er in te duiken.
Zodat we besloten om een voorbeeld aan haar te nemen, en te doen alsof er niets aan de hand is. En haar deze zomer nog zoveel mogelijk te verwennen. En bovendien; wat als die dierenarts het mis had? Dat we ons nog maar in het begin van de ziekte bevonden? Wie weet kon ze nog een hele tijd mee.
Maar dat is ondertussen alweer een week of twee geleden. We zien haar dag na dag achteruit gaan. Ze is lusteloos, eet nog minder, en kwispelt enkel als we haar overdreven uitbundig begroeten, waardoor we vermoeden dat ze dat alleen maar doet voor ons. Het was altijd al zo’n attent hondje.
En vanavond brak mijn hart toen ze apathisch in haar mandje lag en ik haar aandacht probeerde te trekken, en ze plots opkeek.
De pijn en ellende in die blik.

IT’S BETTER TO BURN OUT THAN TO FADE AWAY

Je hoort het tussendoor, zonder dat je er al te veel aandacht aan schenkt. En dan, ineens boem!, zit je er middenin. Soms voel ik me, dankzij de radio en de krant, als een voyeuristische passant bij de gebeurtenissen in ons land. Neem nu de Griekse tragedie die zich deze week voltrok; het was er weer eentje om duimen en vingers bij af te likken. Van dat spul waar topseries van gemaakt worden.
Het begon nochtans allemaal tamelijk banaal, onschuldig bijna, iemand die vanuit het niets opdook, en enkele keren zachtjes pofte als fopvuurwerk. Maar net toen iedereen dacht dat het schouwspel erop zat en alweer indommelde, ontpopte deze figuur zich verrassenderwijs ineens tot een onvervalste vuurpijl die het hele hemelgewelf een vol ogenblik lang als een fontein liet oplichten. En daarna was hij pleite.
Zou Kris van Dijck een fan zijn van Neil Young?
Gedurende een hele week was de N-VA’er niet uit het nieuws weg te slaan, de week die de mooiste uit zijn carrière had moeten worden. Maar het mocht niet zijn.
Het begon enkele dagen eerder, toen ik onderweg met de wagen naar het werk hoorde hoe de kersverse, Vlaamse parlementsvoorzitter dronken op een stilstaande aanhangwagen was ingereden. Daarna zou blijken dat hij even daarvoor, in het dorpscafé Plexat in Dessel, de gemeente waar hij burgemeester is, gefilmd werd terwijl hij een weinig memorabele versie van ‘My Way’ van Frank Sinatra ten gehore bracht.
Gisteren probeerden ze Van Dijck in De Ochtend op Radio 1 voor commentaar te strikken, maar de man bleek te druk in de weer met het voorbereiden van zijn 11 juli-toespraak die hij even later moest geven. Begrijpelijk, want wat hijzelf minimaliserend een glaasje teveel had genoemd, bleken ruim tien glazen en aangezien hij niet van plan was om op te stappen, werd er op zijn minst een spijtbetuiging verwacht.
Hoewel buiten de wil van Van Dijck om, overtrof het schouwspel alle verwachtingen.
Journalist Stefan Lambrechts van P-magazine vond er namelijk niet beter op dan middenin Van Dijck’s speech een digitale nieuwsbrief te presenteren met als ronkende kop: ‘Vlaams parlementvoorzitter betaalde meisje van plezier met uw centen.’ Nieuws dat naar verluidt al wekenlang in de wandelgangen van de media rondgefluisterd maar stilgehouden werd uit respect voor ’s mans privéleven.
GSM's begonnen te trillen in handtassen en broekzakken en ineens stonden de toehoorders verbluft naar hun mobieltje te staren. Ja, dat is de tijd waarin we leven: politici en mediamensen blijken collectief geabonneerd op de nieuwsbrief van P-magazine.
Volgens Lambrechts, schrijver van het onthullende artikel en hoofdredacteur van P, was het tijdstip van publicatie puur toeval. De info werd hem vier weken eerder vanuit politieke hoek toegestopt, en het tijdrovende checken van de feiten had hem tot woensdagavond gekost. En toen hij donderdagmiddag eindelijk publiceerde, was de journalist eventjes uit het oog verloren dat Van Dijck op precies hetzelfde ogenblik zijn speech gaf.
Wat er ook van zij, publiekelijk maakt het niet meer uit of Van Dijck nu schuldig is of niet. P-magazine heeft de man, door het artikel op dat ogenblik te verspreiden, open en bloot aan de schandpaal genageld.
In het stuk wordt melding gemaakt van een minnares, een dame van lichte zeden, toevallig ooit ook nog eens een P-model (!) die via fraude aan een officiële uitkering probeerde te komen, iets waarvoor Van Dijck gebruik zou gemaakt hebben van zijn goeie contacten met toenmalig minister van Werk Kris Peeters. De feiten speelden zich ongeveer vijf jaar geleden af.
Door het nieuws net nu uit te brengen, terwijl alle ogen in Vlaanderen op Van Dijck gericht waren, was het effect catastrofaal voor de man. Zo'n wrede nederlaag; ik zou het mijn grootste vijand niet toewensen. Overigens wordt niet alleen Van Dijck maar ook zijn familie, zijn vrienden en alle inwoners van de gemeente Dessel hierdoor getroffen.
En zo zit zijn carrière als voorzitter van het Vlaams Parlement van de N-VA’er er na drie weken weeral op.
Kortom, alles is voorhanden voor een wervelende, spannende tragikomedie met als hoofdingrediënten afpersing, machtsmisbruik, bedrog en sensatie. Maar ook de liefde is volop present, met de mogelijkheid tot meerdere perverse en wellustige scene’s en dat allemaal badinerend in flink wat situatiehumor. Daarnaast dient er zich een kans aan op een uitstekende soundtrack.
Ziehier Vlaamse gebroeders Coen: een compleet scenario dat zomaar aangeboden wordt. Nog wat vijlen hier en daar, en draaien maar!

BEKLAGENSWAARDIGE VLUCHTELING

Beklagenswaardige vluchteling die momenteel verdrinkt in zee,
Met dit schrijven wil ik protest aantekenen tegen de hypocriete en misdadige houding van onze leiders in Europa. Terwijl jij in ademnood reikt naar een reddingsboei strooien populistische partijen en donkerbruin gedachtegoed zand in de ogen van de Europese bevolking door het migratieprobleem - waar het westen mee voor verantwoordelijk is door het conflict waarvoor jij op de vlucht bent in stand te houden via wapenleveringen aan de strijdende partijen - buiten proportie op te blazen.
Terwijl jij en honderden met jou, spartelend kopje onder gaan, leiden de verkozenen des volks zo de aandacht af bij de gewone man van de hoge lonen, dotaties, bonussen en afscheidspremies waarmee ze zichzelf verrijken, de corruptieschandalen, de stille akkoordjes die ze sluiten met de echte heersers der aarde - de miljardenbedrijven - en bouwen de moeizaam verworven rechten en voordelen van de burgerbevolking in versneld tempo af.
Het spijt me, compleet in de steek gelaten ongelukkige, maar deze politieke marginalen zijn er de laatste jaren in geslaagd het roer over te nemen en al wie je de hand reikt te criminaliseren en te demoniseren. Zelfs al ben je nog een kind, jou uit het water redden is vandaag een misdaad geworden, op je uitgehongerde lijf te eten geven, staat er straf.
Ontmenselijkte vluchteling, men beweert dat de bevolking gekozen heeft voor dit beleid omdat zij verandering willen, dat zij een signaal wilden geven, maar ik kan dit niet geloven. De kiezer werd belogen en bedrogen. Ik weet wel dat jij geen keuze hebt of had, maar wie kiest hier nu, in een welvaartsstaat, als het slecht gaat voor nog slechter?
Geachte vluchteling, jij die zoveel te bieden had maar geen kansen kreeg in deze wereld, ik schaam me en ik weet dat je er vet mee bent maar mijn hart bloedt om wat je moest doorstaan, doorstaat, doorstaan moet, elke dag. Ik zie je foto in de krant en ik begrijp er niets van. Staat er geen straf meer op nalatigheid, op het niet helpen van een mens in nood? Elke Europese regering die laat begaan en nu niet ingrijpt is medeplichtig aan je dood.

GESLAAGD

Het is pauze, we zitten met een ijsje in de schaduw.
Almas en Nawid kijken verbaasd op als ik uitleg wat ik ontdekt heb, namelijk dat hun moedertaal, het Afghaanse Dari, deel uitmaakt van de Indo-Europese talengroep. Met andere woorden, dat Dari volgens taalgeleerden - samen met het Nederlands en ruim 400 andere talen - tot een gezamenlijke taal terug te brengen is, met veel gemeenschappelijke kenmerken als gevolg.
Nawid knikt bedachtzaam, alsof het wel eens waar zou kunnen zijn, en zegt dan plots: 'Ja, veel woorden zijn zelfde! Zoals 'kebab'! Of 'marmer'!'
Hij leest de twijfel op mijn gezicht.
'Of 'deur', bij ons is dat ‘dar'. Of 'maand, wij zeggen 'maah'.' Hij wijst naar de koffiekan op de tuintafel, 'thermoz. En dat hier', tikt tegen het glaasje water in Almas hand, ‘’glas'.' En terwijl hij zijn vingernagels toont, ‘’nagel’.’
Meer lijkt hij niet meteen te kunnen bedenken, tot zijn ogen plots oplichten en hij lachend zijn t-shirt optrekt en naar zijn navel wijst: ‘’naf'!'
'Misschien zelfde lang geleden maar toch is Nederlands heel moeilijk', zegt Almas.
'Elke avond spreek ik af met enkele vrienden. Wij wonen apart maar eten samen. Telkens kookt iemand anders. En dan praten wij Nederlands met elkaar. Als iemand geen Nederlands spreekt, vragen wij: wat is de problem?' Hij lacht maar zijn ogen zijn ernstig. 'Want is belangrijk, om te oefenen!’
Om de één of andere reden droomt hij ervan om secretaris te worden bij een dokter.
'Het grootste probleem is,' zegt Nawid, 'veel denken hier, elke dag', hij wijst naar zijn hoofd. 'Veel denken aan familie in Afghanistan, maar ook aan hoe moeilijk het hier is. Met taal, met mensen, met huis, met werk... Maar dat kan ik niet zeggen aan mijn familie. Zij willen horen dat het goed is. Is daar al veel moeilijk zo.' Almas knikt.
'Maar zij zeggen ook niet,' zegt Almas, 'als daar problemen zijn. Zij willen niet moeilijk maken voor ons. Maar nog altijd grote problemen met Taliban. Deze week zware bommen in Kabul. Veel schoolkinderen zijn dood. Ik denk altijd aan mijn familie, echte waar.'
Ze zitten naast me, staren ernstig naar de grond terwijl ze likken aan hun ijsje. Eventjes blijft het stil.
‘Met de elections in België, mijn mama en mijn papa, zij zijn bang voor ons. Zij zijn bang omdat Europa refugees niet wil...
Sometimes I think my head will explode!’
Almas lacht, een beetje hysterisch nu.
‘En daarom, is moeilijk Rino, moeilijk om taal te leren met zoveel in hoofd.'
Soms vergeet je het, we begroeten elkaar ’s morgens en werken samen. We zetten kasten in elkaar, of halen ze weer uit elkaar. We zetten de fietsen buiten, en ’s avonds zetten we ze weer binnen. We begroeten elkaar en nemen afscheid.
Tot ze weer iets vertellen, en dan lijkt die immer aanwezige, bezorgde frons, die overdreven ernst in die jonge gezichten die ik soms bijna als grotesk ervaar, het gewicht dat ze meezeulen, eigenlijk alleen maar terecht. Hoe kan het ook anders? Maar ik wou dat ze vrolijker waren, luchthartiger, want het zijn kinderen nog, zo jong en zoveel zorgen - het is niet normaal.
Nog enkele weken en het traject van Almas in onze kringloopwinkel zit erop. Nawid is hier nu zes maanden, maar het lijkt alsof hij hier al jaren werkt. Het zijn jonge mensen en ze doen allebei heel erg hun best, net als Yonus en Mustafa.
Ze kunnen het onmogelijk begrijpen in hun thuisland, hoe het hier allemaal in elkaar steekt. Onze wereld staat haaks op die van hen. Maar toch hebben hun ouders ze naar hier gestuurd - op goed geluk, want slechter kon niet meer.
Ik wou dat ik die mensen ginds een boodschap kon overbrengen. Dat het niet is omdat onze rechtse regeringen de bevolking vergiftigen met haat en onverdraagzaamheid dat we allemaal zo denken. Dat er hier ook veel mensen zijn die begrijpen waarom je weg wilt uit zo’n plek waar je je leven geen ogenblik zeker bent. Dat er geen zo’n plekken op de wereld zouden mogen zijn. Dat er hier plaats en werk genoeg is, en dat ze erop mogen rekenen dat we hun kinderen zullen helpen en steunen, zoveel als we kunnen. Dat we er allemaal alleen maar bij kunnen winnen.
Niet dat ze nu ook weer zoveel hulp nodig hebben, ze beredderen zich best.
En dat ze trots op hun zonen mogen zijn.

NIET GESLAAGD

Mijn kennis van de Franse taal is ronduit belabberd. Er was een tijd dat ik me daarvoor schaamde zodat ik een avondcursus volgde. Als je bereid bent de nodige inspanningen te leveren, dan kan het toch niet anders of het beoogde doel wordt bereikt?
Helaas, alle moeite van die lerares Frans ten spijt, raakte ik tijdens de examens amper met de hakken over de sloot. En van zodra ik mijn studieboeken links liet liggen vervaagde het aangeleerde opnieuw, tot er zo goed als geen spoor meer van overbleef.
Sinds ik in de kringloopwinkel in Avelgem werk, waar zo’n kwart tot een derde van de klanten Franstalig is, leer ik opnieuw bij. Op een goeie dag kan ik me uit de slag trekken, slaag ik er tot mijn eigen verbazing in om enkele zinnen aaneen te rijgen. Jammer genoeg zijn er ook andere dagen. Engels daarentegen is nooit een probleem geweest. Ook al kende ik dIe taal vooral dankzij tv, toch durfde ik het aan om geregeld Engelstalige muzikanten te interviewen voor één of ander muziekblad toen ik een twintiger was. Tegelijk geef ik toe dat ik de opnames op die cassettebandjes, luisterend naar mezelf terwijl ik vragen stel, vaak met het schaamrood op de wangen heb uitgetypt.
Maar het is natuurlijk alleen maar logisch dat je een lid van de talengroep waartoe je eigen taal behoort, gemakkelijker aanleert. En ook al is mijn Frans niet goed genoeg om een praatje te maken, ik begrijp wel veel woorden. En merkwaardig genoeg geldt dat ook vaak voor de Franstalige klant die voor me staat. Zo spreken wij met elkaar, elk in onze eigen taal. Magische momenten, als er dan een grap ontstaat waar we allebei om moeten lachen.
Helemaal anders is het bij een hoog oplopende discussie. Dan ontbreekt de wil om te begrijpen en heb je hulp nodig, wil je een oorlog voorkomen.
‘Voor wat, hoort wat’, zegt minister Ben Weyts, bevoegd voor de Vlaamse Rand, en die Nederlands leren als vereiste stelt om in de toekomst recht te hebben op een premie of een uitkering. Maar een taal aanleren is niet alleen een kwestie van willen maar ook van kunnen.
Ik moet daar vaak aan denken als ik naar onze nieuwkomers kijk. Het hangt er om te beginnen vanaf waar ze vandaan komen. Zo viel het me op dat Afghanen onze taal doorgaans sneller aanleren dan Arabieren. Opzoeking leerde dat de twee officiële talen in Afghanistan, Dari en Pashto, allebei deel uitmaken van de Indo-Europese taalfamilie; meer dan 400 verwante talen – waaronder ook het Nederlands – die volgens taalgeleerden tot één grondtaal kunnen worden teruggebracht. Dit in tegenstelling tot het Arabisch, bijvoorbeeld, dat tot de Afro-Aziatische taalgroep behoort.
Leeftijd speelt natuurlijk ook een grote rol. Voor jongeren valt het nog mee, het zijn vooral de veertig plussers die hun tanden stukbijten op onze grammatica. Beteuterd staan ze met dat papiertje in hun handen, ‘niet geslaagd’. In hun ogen lees je wanhoop, en dat het niets gaat worden.
Zoals met dat Frans in mijn geval.

WACKO JACKO EN IK

Vanmorgen, onderweg met de wagen, hoorde ik plots een nummer van Michael Jackson op Radio 1. Het bleek vandaag namelijk alweer tien jaar geleden dat hij overleed aan een hartaanval. De discussie, of je de erfenis van een kunstenaar in verband kunt brengen met hoe hij was als mens, woedt volop. De meningen zijn verdeeld; spendeerde De Standaard bij zijn dood nog 16 pagina’s aan het popicoon, vandaag werd alleen maar vermeld dat ze het niet over Michael Jackson zouden hebben.
Van Bart De Pauw tot Harvey Weinstein worden artiesten afgerekend op hun gedrag. De hoogte die iemand op onze sociale of culturele ladder bereikt mag nooit een vrijgeleide zijn voor misbruik en perversiteiten, en al zeker niet wanneer deze gericht zijn tegen de kwetsbaarsten onder ons.
Helaas worden onaantastbaar lijkende meesterwerken waar je in het verleden heel erg van genoten hebt, eveneens van hun goddelijkheid ontdaan door het ontoelaatbare gedrag van de schepper.
Michael Jackson, de jongste uit een artistiek gezin met een dictator als vader, was als volwassene de grootste nachtmerrie voor die enkele uitverkoren fans, kinderen nog. Want wat er ook aan vooraf ging, uiteindelijk bleek de meest getalenteerde van The Jacksons, The King of Pop, geen haar beter dan onze eigenste schandvlek Roger Vangheluwe, een gewezen woordvoerder van God.
Sinds ik 'Leaving Neverland' zag, die onthutsende reportage, had ik Michael Jackson niet meer op de radio gehoord. Hoogstwaarschijnlijk puur toeval, maar het zorgde voor een wrange bijsmaak toen 'Billy Jean' vanmorgen plots uit de boxen schalde. Terwijl ik vroeger in de wagen het volume naar rechts draaide en uit volle borst meezong, met veel valse Ieeee's en Ooooh's tot gevolg, kon ik nu alleen maar in verwarring luisteren. Het liedje klinkt nog steeds precies hetzelfde, maar de onschuld is verdwenen.
‘Thriller’ was één van de eerste albums die ik kocht, in 1982. Ik was vijftien, en hoewel altijd meer een fan van Prince, heb ik met MJ te doen gehad toen het verhaal bekend werd over die tiran van een vader; de dag dat hij het nieuws haalde toen zijn haar tijdens de opnames voor een reclamespotje plots ontvlamde; omwille van zijn talrijke neuscorrecties waardoor hij tenslotte bijna geen neus meer overhield; toen hij zijn huid liet bleken en op een dag nog bleker oogde dan een bleekgezicht; en uiteindelijk, toen hij zijn elf maanden oud zijnde zoontje Prince Michael II uit het raam hield om te showen aan zijn fans. Ik vond het intriest dat hij zo zijn best deed om die bijnaam, Wacko Jacko - die hij zo haatte - alle eer aan te doen.
Maar nooit echt geloofd dat er een monster in hem schuilde. Zelfs niet toen hij beschuldigd werd van seksueel misbruik met kinderen. Het waren jakhalzen die geld roken. Michael was het echte slachtoffer; een klein jongetje, niet geschikt voor deze wereld.
Sinds de documentaire 'Finding Neverland' is dat verleden tijd.
Wat Cassanova, Caravaggio of Picasso ooit en al dan niet verkeerd hebben gedaan, is vandaag de dag in de vergetelheid geraakt. Geen kat die er nog om maalt. Enkel het sublieme werk dat ze ons nalieten is van tel.
Misschien dat de tijd dus toch verzacht, genezing brengt, en oude zonden oude koeien worden voor toekomstige generaties.
Maar tussen Wacko Jacko en ik komt het wellicht nooit meer goed.

OIKOS II

Recente verhalen in de nieuwe Oikos, over solliciteren in de kringloopwinkel, en over koopwoede... 
www.oikos.be




I.M.: DR. JOHN

Het was een koude douche toen ik in de krant las dat Malcolm John Rebennack, alias Dr. John, wijlen was. Maar het stond daar, in dat klein artikeltje achteraan in de cultuurbijlage - op zijn 77ste geveld door een hartaanval. De eigenzinnige voodoopriester pianist kwam goed van pas, al die avonden dat ik muziek moest draaien - zowel als dj in andermans of in mijn eigen kroeg. 
Ik leerde zijn muziek kennen via zijn latere werk; rokerige New Orleans jazzblues; viel als een blok voor de broeierige voodoofunk en raakte pas later in de ban van zijn magische en bezwerende debuutplaat Gris-gris die een jaar na mijn geboorte verscheen en vernoemd werd naar het geluksamulet dat vanuit Afrika in Louisiana was beland.
Ik zag hem in 1999 op de Lokerse feesten; hij besteeg het podium in een wit pak met witte panama hoed en die eeuwige voodoo wandelstaf. Naast een fantastisch concert zijn me van die avond vooral die smetteloos witte pantoffels bijgebleven.



BANDEKE

'De kringloopwinkel in Avelgem, met Rino!'

'Allo?'

'A-looooooo?'
(Beverig, dun stemmetje) 'Allo?'
'Ja hallo, u spreekt met Rino van de kringloopwinkel in Avelgem!'
'Mè wien?'
'Mè Rino, van de kringloopwienkle van Oavelgem!'
'Aja? Wuk nieuws?'
(Eventjes in de war) 'Moa t is toch gy madam, die my upbelt!'
'Aja? Euh… Moa dat is omda j up t bandeke stoend!'
'Up t bandeke?'
'Ja, u t bandeke van myne tillefon!'
'Moa ton goa j nog ne kée moetn ortn wei madam, want k ee k ik nie gebeld!'
'Aja! Welwelwel! En wuk nieuws?'
'A moa kee k ik géen nieuws ee madam, t is gy die belt noa my!'
'A, moa dat is omda j up t bandeke stoat!'
'Moa madam, ge goa ne kée moetn van èr ortn noa n nummre up da bandeke, wan gee verzekers misdroait!'
'Wukke?'
'DAJ NOG NE KEE GOA MOETN LUUSTERN NOA JOEN BANDEKE, DA J MISDROAIT EE!'
'Moe doavoarn nie zoa roepn, k zyn k ik nie doaf wei!'
'O pardon, moa k peisde k ik da j nie mée goe oarde...'
'Jaja, tis wel.' (tuutuutuutuutuutuutuutuutuutuutuut...)

VARKENS IN DE FILE OF VARKENSFILET?

In het nieuws berichtte men dat er een vrachtwagen met varkens gekanteld was, ergens in de buurt van Brugge. Ik stond aan te schuiven in de buurt van Kortrijk. Meteen moest ik denken aan de vriend die vertelde hoe hij ooit op de snelweg in een file stond en plots een krijsend varken voorbij zag lopen, gevolgd door steeds meer dieren die in paniek tussen de stilstaande wagens renden waarachter nog een varken dat zich met een gebroken poot in paniek verder sleepte. Dichter bij het ongeval lagen dode dieren. Ook die keer was er een vrachtwagen gekanteld.
Hij heeft niets met varkens maar zijn hart brak.
'Het had iets apocalyptisch', zei hij, door de herinnering opnieuw onder de indruk van het voorval. En toen, vol afgrijzen: 'Het was pure horror.'
Enkele dagen eerder stond ik aan de lichten te wachten naast een vrachtwagen volgeladen met varkens. Snoeten priemden tussen de houten planken en één varken keek tussen de spijlen naar buiten. Kleine zwarte oogjes die naar de aanschuivende wagens staarden. Naar ongeduldig wachtende mensen waarvan sommigen met hun smartphone bezig waren. Heel waarschijnlijk dat dit dier de wonderlijke buitenwereld nu voor het eerst aanschouwde.
Het gebeurt wel vaker dat ik hier een vrachtwagen met varkens zie; iets verderop is er een slachthuis.
En gisteren stond ik stil, ergens in de buurt van Ingelmunster, toen ik plots beweging in de wei naast me zag. Eerst nog dacht ik dat het schapen waren, maar het bleken varkens te zijn. Ze hadden een lichtbruine kleur en liepen vrolijk in het gras te dollen. Hoewel ik op de boerenbuiten ben opgegroeid en mijn beste vrienden boerenzonen waren, was het de eerste keer dat ik varkens in open lucht zag. Het was ontroerend om die dieren zo speels en ontspannen te zien, ver weg van de metalen roosters.
En toch had ik het gevoel dat er iets niet klopte. Zo vervormd is mijn beeld van varkens, dat een betonnen kooi me een natuurlijker omgeving voor ze lijkt dan deze groene wei.
Wat is er toch met ons gebeurd? Waar zijn we de voeling met deze dieren kwijt geraakt?
Tests wijzen uit dat varkens qua intelligentie zo hoog scoren als chimpansees en dolfijnen, elkaar graag plagen en het liefst samen eten. In tegenstelling tot de meeste andere dieren begrijpen ze het concept spiegel, puzzelen graag en zijn zelfs in staat om computerspelletjes te spelen. Ze rouwen wanneer een vriend sterft. Ze hebben een sterk ontwikkeld langetermijngeheugen en wat ze leren, vergeten ze nooit meer.
In het nieuws herhaalde men de hele dag dat er een lange file stond aan te schuiven tot aan het ongeval en dat de hulpdiensten volop bezig waren met de dode en gewonde varkens over te laden. Een inferno met vele zwaar getraumatiseerde dieren tot gevolg. De levenden zouden niet opgevangen worden door slachtofferhulp maar moesten alsnog naar de slachtbank waar zij in stukjes en beetjes vandaan zouden vertrekken om wie weet, misschien wel op de borden te belanden van de mensen die geërgerd in de file na het ongeval hadden staan wachten.
Aanschuiven in de file, je fantasie kan ervan op hol slaan.

CREEP THROAT

Dankzij het nieuws konden we het staatsbezoek, dat Donald Trump deze week aan het Verenigd Koninkrijk bracht, gewoon vanuit onze kringloopwinkel volgen. Niet dat Almas of ik speciale aandacht voor de gebeurtenis hadden, maar toevallig bleek er een luidspreker te hangen in de omgeving waar we samen meubelen monteerden. Een dag eerder, met de wagen op weg naar huis, hoorde ik hoe Sadiq Khan, burgemeester van Londen en niet echt een aanhanger van Bully Boy, reeds een veeg uit de pan kreeg. Via een tweet werd de Londense burgervader uitgemaakt voor ‘stone cold loser’. Dit terwijl de landing van Hair Force One op Brits grondgebied nog volop bezig was.
De aanval is ‘s mans beste verdediging.
Als aftredend Premier May zich zorgen had gemaakt over het bezoek van de CEO van Trumpland bleek dit thans nodeloos; Mr. Orange prees haar verdiensten, vaderlandsliefde en beklemtoonde dat de band tussen Engeland en de Verenigde Staten unbreakeble was. Hij beloofde - in het zicht van de Brexit - een 'fenomenaal' handelsakkoord in petto te hebben dat de Britten tot drie keer meer zou opleveren dan de huidige situatie.
Het bezoek van The World’s Greatest Troll aan het Verenigd Koninkrijk lokte nochtans heel wat negatieve reacties los bij de Engelse bevolking. De pracht en praal waarmee de president ontvangen werd zette kwaad bloed en duizenden mensen trokken de straat op om hun afschuw uit te spuwen. Tijdens een persconferentie, draaide Don Triumpf de zaken om: 'Betogers? Ik zag enkel mensen die me enthousiast verwelkomden!'
Verwonderd aanhoorde ik dat dunne, hese stemmetje tijdens het nieuws. Hoe is het mogelijk dat iemand voor het oog van heel de wereld iets kan ontkennen wat tegelijkertijd plaatsvindt, en daar niet op afgerekend wordt? Een narcist, die bovendien ook nog eens openlijk racistisch en seksistisch is, en die volgens diverse media - zoals The Washington Post - dagelijks meer dan twintig flagrante leugens voor waarheden aan de wereld verkoopt. Het zou interessant zijn om eens na te gaan hoeveel corrupter de wereld geworden is sinds Creep Throat aan de macht is.
Om de een of andere reden moest ik denken aan mijn vader zaliger. Niet aan de dementerende man die aan het eind van zijn leven overal bang van geworden was, maar de kerel waar ik met een leercontract bij werkte. Hij was stukadoor en samen voorzagen we een aantal ruwbouwwoningen met plakmes en truweel van een laag pleister waardoor ze bewoonbaar werden. Politiek interesseerde hem niet en hij bemoeide zich enkel met zijn eigen zaken. Het dagelijkse, zware werk relativeerde hij met humor. Zo verzuchtte hij geregeld: ‘Was mijn vader maar minister geweest!’
Niet dat hij een hoge dunk had van de verkozenen des volks, het ging hem enkel om het financiële aspect en het was vooral als grap bedoeld, maar er klonk ook een droevige ondertoon in door.
Hoewel het verslag van zijn jeugd niet misstaan zou hebben in ‘de helaasheid der dingen’ en hij zwaar worstelde met de zinloosheid van het bestaan, was hij een vakman en haalde graag eer van zijn werk. En op den duur waren we zo goed op elkaar ingespeeld dat niemand doorhad dat we de draak met ze staken.
Wat zou hij Trumpdozer toen geweldig gevonden hebben! Iemand die zichzelf én de hele wereld open en bloot te kakken zet. En aangestoken door vaders enthousiasme zou ons hele gezin er plezier aan beleefd hebben. Want je kunt maar beter lachen dan huilen - zo dachten we toen nog.
Hoe dan ook, een gelukkige vaderdag, pa!