zondag 4 augustus 2019

OVERROMPELING

Nog twee dagen en het is verlof. Tegelijk zijn het de laatste dagen dat Almas en Ahmed bij ons werken, hun traject is bijna afgerond. Altijd weer gemengde gevoelens wanneer iemand vertrekt. Ze weten op voorhand dat het tijdelijk is, een voorbereiding op een andere job. Maar hoe langer ze hier werken, hoe groter de verbondenheid, ook van onze kant.
Die laatste week voor de vakantie is het in de winkel een beetje afwachten wat het gaat worden. Je weet niet wat er te gebeuren staat. Sommige klanten zijn al op reis vertrokken en zie je voorlopig niet terug. Anderen raken in paniek; er moet nog zoveel opgeruimd en binnen gebracht worden. Ze hebben ook nog van alles nodig.
Buren die dagelijks binnenwippen lijken wel gewond zoals ze hier rond strompelen. Sommigen komen nu enkele keren per dag. Altijd weer datzelfde liedje: ‘Wat? Twee weken dicht? Waar moeten wij dan naartoe?’ Of: ‘Sluiten? Dat is toch niet meer van deze tijd? De meeste andere winkels blijven toch ook open tijdens het verlof?’
Het is juist dat veel zaken gewoon doorwerken tijdens de vakantie. Ze kunnen het zich ook niet permitteren om te sluiten; de huur, de voorzieningen, de stock… De kosten lopen op, en iedere klant die aan je deur staat en vergeten is hoe het is om te wachten op iets, stapt naar de concurrentie die wel paraat staat waardoor je een verkoop misloopt. Want uit het oog is uit het hart. En erger nog, misschien ben je die klant wel voorgoed kwijt. Open blijven dus!
Dat het moeilijk te regelen is met het personeel en je het daardoor anderhalve maand lang met de helft van de bezetting moet zien te redden, is jouw probleem. Het menselijk aspect is ondergeschikt aan de wetten van onze consumptiemaatschappij.
Maar de kringloopwinkel is gelukkig natuurlijk niet zomaar een winkel. Omwille van praktische redenen mogen de kleinere filialen elk jaar opnieuw gewoon twee weken sluiten.
Nog enkele dagen dus en het is zover.
Vooral wat de toestroom betreft is het nu koffiedik kijken. Niemand die weet wat het zal worden want het kan alle kanten op. Maar het blijkt een overrompeling. Op een bepaald moment lijkt het wel een karavaan die hier komt opgereden. Kleine en grote wagens, goedkope en dure merken; steeds meer mensen, groot en klein, kennen de weg naar de kringloopwinkel. De receptionist krijgt al snel een helper, en even later komt er een tweede bij. Niemand die er echt bij stil staat maar het is toch wel een vreemd zicht als onze anderstaligen op de achterbanken van die duur uitziende BMW’s, Mercedessen en Porsche's mogen klimmen om de wagens leeg te maken.
Tussen alle geparkeerde auto's manoeuvreert zich een oude bestelwagen die achterwaarts komt opgereden. Almas roept me erbij.
‘Ik weet niet, materiaal niet zo goed’, zegt hij.
Een man in een vuile overal staat naast zijn voertuig te wachten, de motor draait nog.
‘Als je er niets mee bent, breng ik het meteen naar het containerpark. Maar ik wou het graag eerst eens aanbieden.’ Almas, de man en ik staren in de bestelwagen.
‘Het is allemaal prima materiaal. Maar het komt van de zolder en het heeft daar jaren gestaan. Vandaar die laag vuil.’
Ik begrijp de twijfel van Almas. Soms moet je door het vuil heen kunnen kijken. We beginnen uit te laden. Een slee. Een schommelpaard. Een rieten tuinstoel op kindermaat. Een poppenkast. Een kinderfietsje.
Ahmed komt in mijn oor fluisteren of ik wil vragen aan de man om de motor van de auto stil te leggen. Omdat de zwarte rook de winkel in geblazen wordt. Je kunt de uitlaatgassen al ruiken tot aan de kassa.
‘Zou u de motor kunnen afzetten?’ vraag ik.
‘Jammer genoeg niet’, zegt de man. ‘Mijn batterij was leeg en ze hebben me moeten duwen. Ik ben bang dat ik het ding straks niet meer opgestart krijg. Maar we zijn bijna klaar.’
Ahmed draait met de ogen en loopt de winkel weer in.
Als de man allang verdwenen is komt Almas naar buiten met een emmer water en wast de spullen af. Een half uurtje later is alles geprijsd en staan we samen te kijken of de prijzen oké zijn. Almas houdt zich keurig aan de prijslijst dus dat zit goed. Het blijkt inderdaad goed materiaal. Vooral het schommelpaard Is een schitterend stukje antiek vakmanschap. Maar ook de slee en de poppenkast zijn van een kwaliteit die hier niet elke dag voorbij komt.
‘Mooi hé’, zeg ik tegen Almas.
‘Héél mooi’, knikt hij.
‘Je moet altijd voorzichtig zijn en proberen te zien wat er onder het vuil zit. Net zoals je een verflaag niet kunt vertrouwen.’
‘Ik weet het,’ zegt Almas, ‘maar ook dat tijd is geld. Als ik te lang moet wassen wordt prijs te groot waardoor niemand nog wil kopen.’
Verbluft staar ik naar hem. Oké, als iemand te lang aan iets werkt, leg ik uit wat iets in de kringloopwinkel mag kosten, en wat de werkelijke prijs zou moeten zijn als je de tijd die eraan gewerkt wordt, meerekent. Maar het is de eerste keer dat een medewerker het als argument tegen mij gebruikt.
‘Proficiat,’ zeg ik, ‘jij komt er wel.’
‘Ik weet het’, herhaalt Almas.
Geen gebrek aan zelfvertrouwen bij deze jongen.

Geen opmerkingen: