vrijdag 25 mei 2018

TRANSPARANT

'Dus... Jij kunt als eerste kiezen uit het materiaal dat binnen komt?'
Deze reactie is niet uitzonderlijk wanneer het in gezelschap ter sprake komt dat ik in een Kringloopwinkel werk. Of: 'Jij hebt beslist al heel wat mee naar huis gesleept!'.
Voor veel mensen is de Kringloopwinkel de plaats waar alles terecht komt en wie anders dan hij of zij die er werkt verkeert het meeste in de gelegenheid om al dat moois aan de lopende band te verzamelen? Kostbare goederen waar een schatter in 'Rijker Dan Je Denkt' bleek bij weg trekt en misschien zelfs in shock afgevoerd moet worden?
Hoewel het vooral afgedankt gerief uit de Vlaamse huishoudens is dat zijn weg naar hier vindt, is het algemeen bekend dat er af en toe ook zeldzame spullen arriveren. Een kostbaar boek, een zeldzame zeefdruk, vintage keukengerei, antieke of designmeubelen in perfecte staat, exclusieve kledij van bekende Belgische ontwerpers... Dus inderdaad, alles wat je maar kunt verzinnen komt hier op een dag terecht. Op voorwaarde dat we de kostbaarheden als dusdanig herkennen wat niet altijd evident is, gaan we het dan wat duurder prijzen. Een gewone stoffen drie zit kost hier ongeveer evenveel als een bak trappist. Maar zelfs de grote mooie lederen Chesterfield die we hier onlangs hadden, kostte maar een halfvolle winkelkar uit de Bio-Planet.
Soms staan mensen na betaling triomfantelijk aan kassa te zwaaien met hun vondst terwijl ze ons nog eens uitdrukkelijk wijzen op het koopje dat ze zonet deden. Graag voegen ze er nog aan toe hoeveel een antiquair ervoor zou vragen.
En dat hoewel we de prijs met ons volle verstand op het artikel hebben gekleefd. We gunnen het onze klanten van harte, en houden de prijzen opzettelijk laag. Het is een bewuste keuze. Want de bedenkers van de Kringloopwinkel beseffen maar al te goed dat dit het groeiende succes jaar na jaar verklaart. Het feit dat je hier daadwerkelijk waardevolle spullen kunt vinden voor een prikje. Een mooie uitdrukking vind ik dat, voor een prikje. Het betekent weliswaar nog steeds dat het een beetje pijn doet want niemand geeft graag geld uit, maar het voelt hier nooit aan als een echte prik.
Een deel van het gezelschap is er gerust in, maar sommigen kijken verbaasd op als ik uitleg dat de Kringloopwinkel een sociale werkplaats is. Plots wordt het een heel ander verhaal. Ik heb vrienden die in het verleden wel eens als 'artikel 60' in de Kringloopwinkel aan de slag moesten, dus wist ik toen al een beetje waar de klepel hing. Maar toch was het ook voor mij een complete verrassing toen ik er als werkleider aan de slag kon. Een geheel nieuwe wereld openbaarde zich. Het was erg verfrissend om in een werkplaats terecht te komen waar de mensen primeerden. Doordat ik vroeg van school af ben gegaan mis ik een diploma en dat zorgde ervoor dat ik al snel in een fabriek belandde. Lange tijd heb ik gedacht dat het normaal was dat er tegen je werd geroepen en gesnauwd, als je al een woord kreeg tenminste. De personeelsdirecteur was er meestal de enige persoon die op een normale manier met je sprak, afgezien van je collega's en dan nog.
De fabriek is zo'n plaats die er de oorzaak van is dat de mensen vroeger zeiden dat je er deugd van had, als je naar het leger moest. Want daar maakten ze je klaar voor klakkeloze volgzaamheid, daar werd je gehard tot er zich een laagje eelt op je ziel begon te vormen. Daar werd je een man. Het was niet zonder gevaar, te gevoelige jongens haalden het niet.
'Waar kom je vandaan, milicien Feys?'
'Uit Roeselare kapitein!'
'WAT? GEEN WONDER DAT HET HIER ZO STINKT! RECHT UIT HET GAT VAN WEST-VLAANDEREN!'
En dat was dan nog één van de betere grappen van de kapitein.
Later ontdekte ik dat hij uit Izegem afkomstig was.
Het resultaat was dat de verwachtingen minder hoog waren als je nadien in een koude, individualistisch, enkel op productie gerichte werkomgeving terecht kwam waar mensen meestal aan hun lot werden overgelaten. Om het minste werd je beschimpt en kreeg je verwensingen naar je hoofd geslingerd en dat allemaal omdat die stomme automaat zijn aantallen niet haalde. Je stak je schouders op. Dit stelde allemaal niets voor. Het leger, dat was andere koek!
Dat was één van de dingen die me zo beviel toen ik hier begon. Het warme onthaal, de vriendschappelijkheid, de collegialiteit. De tijd die je kreeg om te wennen aan je nieuwe job. Ik had zoiets op de gewone werkvloer nog nooit meegemaakt.
En ja, ik heb hier ook al een en ander op de kop getikt. Een collega bepaalt de waarde. We maken daar een erezaak van. En de prijzen zijn voor iedereen gelijk. Geef toe: het kost hier zo al weinig.
Enkele mooie tuinstoelen. Een paar boeken. Een leuk hemd en een jas. Een oude platenspeler. En verder heb ik een zwak voor oude bierglazen. Daar heb ik thuis een plankje in de kast mee volgezet. Mijn vriendin zag het eerst met lede ogen aan, maar ze had er al snel iets op gevonden. Als ik tegenwoordig iets mee naar huis breng, moet ik ook wat terug meenemen. Soms breng ik gewoon terug wat ik heb meegebracht.
Dat en het feit dat het hier eerst of laatst toch weer opnieuw opduikt, heeft ervoor gezorgd dat je het allemaal gaat relativeren. Het is tegenwoordig eerder uitzonderlijk dat ik nog iets mee naar huis breng. En als het gebeurt is het dan meestal nog voor iemand anders. Er komt gewoon teveel materiaal binnen. Op den duur kijk je er dwars doorheen.
Werken in de Kringloopwinkel is, hoe vreemd het ook lijkt, een les in onthechting.

Geen opmerkingen: