vrijdag 25 mei 2018

OXFAM

We zitten 's morgens rond de tafel. Over een kwartier beginnen we met werken. Eerst is er overleg. Iemand staat met een kop koffie en een sigaret in de deuropening, twee anderen zitten buiten op een tuinstoel. De staalblauwe lucht ademt vogelgezang.
Ghassan schuift de deur dicht. Hij gaat zitten met zijn jas aan en wrijft in zijn handen. Daarna neemt hij een gedrongen houding aan en kruist de armen.
Een week of twee geleden, toen hij op een dag aan kassa stond, kwam hij me halen in verband met ex femme. Ik had hem gezegd dat er in het arbeidsreglement staat dat kassamedewerkers niet mogen afrekenen voor familieleden, maar was toch een beetje in de war. Zijn ex vrouw? Daar had hij me niets over gezegd tijdens het onthaalgesprek enkele dagen daarvoor. Maar aan kassa zag ik mijn vergissing in. Het was voor de Oxfam afdeling dat hij me riep. Dat kassasysteem had hij nog niet onder de knie.
Toen ik hier voor het eerst binnen kwam was ik blij verrast dat er in deze Kringloopwinkel ook een Oxfam afdeling gehuisvest was. Niet meer dan enkele vierkante meters groot maar optimaal gebruik makende van die oppervlakte met tal van kwalitatieve basisproducten zoals kruiden en specerijen, olijfolie, honing, rijst, noedels of couscous.
De Kringloopwinkel in combinatie met Oxfam presenteerde hier het beste van twee werelden: een milieuorganisatie verankerd in de sociale economie en een wereldwinkel die ten strijde trekt tegen uitbuiting door producten uit eerlijke handel aan te bieden.
Toen ik achttien was, verhuisden we van het dorpje Zarren naar Roeselare, de grote stad. Ik voelde me ontheemd en was op zoek naar een plek waar ik aansluiting kon vinden. Ik was te oud voor een jeugdbeweging en had het caféleven daar nog niet ontdekt. Uiteindelijk stapte ik op een zaterdagnamiddag de Oxfam Wereldwinkel binnen. Griet stond achter de kassa. Of ze geen vrijwilligers nodig hadden?
'Je zult eens moeten terugkomen' zei ze verschrikt.
Een paar dagen later was het zover. Maurice keek verrast. Waarom ik als vrijwilliger solliciteerde? Ik vertelde dat ik de film 'Cry Freedom' had gezien, en kort daarna 'A World Apart'. Een blockbuster en een alternatief filmpje. Ze gingen allebei over rassendiscriminatie. Over het grote onrecht die de zwarten door blanken was aangedaan. Maar hoewel ze allebei ijverden voor eerherstel voor de Afrikanen werden de hoofdrollen door blanken vertolkt. Hoe hypocriet ik dat gevonden had. Mijn zwarte kant had toen besloten dat ik iets wou doen, een bijdrage leveren.
We bevonden ons halverwege de jaren tachtig en het einde van de koude oorlog kwam langzaam zicht. Ik werkte 's nachts in een fabriek en ging overdag vaak bij Maurice langs. We voerden dan filosofische gesprekken terwijl we koffie dronken. Op zaterdag hield ik de winkel geregeld open.
Ik kijk met heimwee terug naar die vrijdagavonden waarop we vergaderden. Hilde, Dries en Lieve, Bernard en Caroline, Dominique, Stefaan, Henk, Annemie, Katrien, Johan, Griet, Maurice en nog enkelen die ik nu vergeet. Een merkwaardige samenstelling van de meest uiteenlopende personages die gemeen hadden dat ze allemaal streefden naar een betere wereld. Het reilen en zeilen van de winkel werd er besproken, de aankomende activiteiten en de nieuwe producten. Verder stond er af en toe ook een voorstel tot samenwerking met een nieuwe producent ergens in het verre zuiden op de agenda. Na het afwegen van alle voor of tegens mochten de medewerkers stemmen. Daarna bepaalde de eindstem van iedere winkel of Oxfam België al dan niet akkoord ging met een opname van het nieuwe product in het gamma. Het leverde geregeld hoogoplopende discussies met verhitte koppen op. Ik was een van de jongsten en begreep aanvankelijk niet goed wat er gebeurde. Het was nieuw voor me dat iemand zijn opinie zo grondig met feiten onderbouwde en zonder opgeven verdedigde. Ik leerde dat er verschillende waarheden zijn. Vol bewondering volgde ik de woordenstrijd. Na enkele vergaderingen begon er zich ook bij mij een mening te vormen. Maar mijn hart sloeg zo heftig in mijn borstkas en ik begon te trillen bij de gedachte dat ik mijn mond bij een stil moment zou openen. Steeds vaker bedwong ik mijn angst en probeerde dan hakkelend mijn standpunt weer te geven terwijl er een blos naar mijn wangen steeg. Ik merkte dat je kick kreeg door deel te nemen waardoor je transformeerde van onopvallend aanwezig tot een zijn stoel verdienende participant. Nadien trok het hele gezelschap naar de 'Baladeuse', een bruine kroeg even verderop. De afspraak was dat alle geschillen bijgelegd waren voor we de kroeg verlieten. En dat lukte meestal.
Acht jaar heb ik actief meegewerkt. Daarna ging ik voltijds in dienst in een café en lukte het me niet langer om nog tijd vrij te maken.
Het is vijfentwintig jaar geleden. Als medewerker van de Kringloopwinkel in Avelgem neem ik ondertussen reeds jaren de dagelijkse, praktische kant van zaken in het Wereldwinkel gedeelte voor mijn rekening, samen met de medewerkers. Jos, de verantwoordelijke, komt geregeld langs om aan te vullen, bestellingen klaar te zetten en op zaterdag werkt hij een halve dag mee. Hij is een leraar die op zijn manier probeert om een duit in het zakje te doen. Ik zie geen verschil tussen Jos en mijn vroegere collega's. Allemaal staan ze een flink deel van hun vrije tijd af om onbezoldigd mee te werken aan een meer rechtvaardige wereld. Niet dat het gemakkelijk is; de meeste mensen hebben lak aan Fair Trade producten; de arme boer in het zuiden kan ze gestolen worden en de verkoop gaat jaar na jaar achteruit. Jos heeft ook al een paar keer van zijn tong laten rollen dat het zo moeilijk is om nog jonge mensen warm te maken voor de goede zaak. De oudere vrijwilligers vallen af maar er komen geen nieuwe in de plaats.
Ghassan ziet me bladeren in de krant.
'Rino, ik zag op televisie er is probleem met ex femme! Sex parties met grote baas!'
Reeds de hele week loop ik rond met een wee gevoel. Onze Oxfam afdeling lig er onbeweeglijk en kleurloos bij. Ik denk aan Jos, hij is opvallend afwezig de laatste dagen. Ik denk aan mijn vrienden van vroeger.
Enkelingen hebben de boel verziekt en daar moet de hele organisatie nu voor opdraaien. Achtduizend vrijwilligers in ons land zien de naam van hun goede zaak door het slijk gesleurd. Mensen die hun avonden en weekenden al jarenlang opofferen. De beste stuurlui twitteren dat het een lust is. Op de sociale media worden allerlei woordspelletjes rond Oxfam bedacht. De nuttelozen van de nacht zijn er als de kippen bij, er wordt gegrapt en gegrold dat het een lieve lust is. Leden zeggen hun donaties af. Ze hebben een perfect alibi om alles op een hoop te gooien en de knip op hun portemonnee te houden. De verre slachtoffers zijn er nogmaals de dupe van.
Ghassan staart naar me.
'Overal' zegt hij. 'Overal Rino. Overal zijn slechte mensen. Is normaal.' Hij komt overeind.
'Maar wij moeten... wij moeten...', zijn ogen zoeken terwijl hij met een hand zwaait en radeloos naar woorden zoekt.
'Niet opgeven' zeg ik.
'Wij moeten... verder... Wij moeten...'
'Verder werken?'
'Ja! Verder werken!'
Hij lacht enthousiast terwijl hij naar me toe loopt en mijn hand hevig met beide handen schudt. Dit doet hij altijd en elke keer vraag ik me af of Ghassan nu zo blij is omdat we het eens zijn, of, omdat hij zijn zin af heeft kunnen maken...

Geen opmerkingen: