zaterdag 4 december 2021

BEDFORD

Een zwoele zomeravond, de zon legt het laatst zichtbare stuk af van haar eindeloze traject. Vader zit in zijn Marcelleke in de zetel en verwijdert het klokhuis uit de appel die hij zonet gevierendeeld en geschild heeft. Moeder breidt haar haakwerk uit. Ondertussen kijken ze televisie: Stephan Derrick en Harry Klein van de Münchense kriminalpolizei hebben zich weer eens vast gebeten in een schijnbaar onoplosbare moordzaak. Derrick zit geknield naast een slachtoffer, schudt geërgerd met zijn hoofd en ritst de lijkzak vol verachting dicht. Het gaat echt de verkeerde kant uit met deze wereld.

Het is bijna tien uur, de rolluiken zijn al naar beneden. Ik sluip nog eventjes naar buiten om de metaalblauwe Bedford CF waarmee vader vanavond thuiskwam, een zeldzame buitenkans volgens onze garagist, een laatste keer te bewonderen. Tot voor enkele uren reed vader nog met een Mercedes Hanomag truck - een onverslijtbare motor maar de carroserie was op. Hoewel hij er zelf nogal stoïcijns onder blijft, hij treurt nog om zijn vorig voertuig, ben ik op slag verliefd op de Bedford waarvan de neus doet denken aan de donkere GMC Vandura G van The A-Team; een beetje lomp en tegelijk sportief, cool en opwindend.
Het portier aan chauffeurszijde blijkt niet afgesloten. Geruisloos maak ik het open en klim achter het stuur. Zelf het geluid van een soepel draaiende motor producerend stuur ik het voertuig via denkbeeldige wegen de wijde wereld in.
Wanneer ik op een roekeloos moment probeer te schakelen zoals ik vader heb zien doen, gebeurt het onmogelijke: de bestelwagen komt werkelijk in beweging en rolt achterwaarts van de zacht hellende oprit. Hulpeloos kijk ik toe. Met geen ander geluid dan het gedempt krakende grind onder het rollende rubber nader ik de rijbaan terwijl mijn hart bonkt in mijn keel.
In paniek kijk ik enkele keren links en rechts, gelukkig is er niets te zien. Traag schuift vaders nieuwste aanwinst over de nog lauwe asfalt waarna de achterwielen in de gracht verdwijnen en de neus van de Bedford zich opricht. Ik kijk naar ons huis, alles zit potdicht. En te bedenken dat er twee minuten geleden nog niets aan de hand was!
Behalve een naderende tractor is er tot aan de horizon geen teken van menselijk leven waar te nemen.
De boer stapt uit en neemt het tafereel onderzoekend op. Hij komt naar me toe, legt rustig uit dat ik de versnellingspook wellicht ontgrendelt heb, en toont me hoe de handrem werkt. Daarna maakt hij een stalen kabel aan de Bedford vast. Langzaam verwijdert de tractor zich, tot de kabel strak zit. Ik hoor hoe hij extra gas begint te geven, de tractor begint astmatisch te kuchen en produceert dan luid sputterend een dikke zwarte rookpluim die via de schoorsteen de lucht in knalt terwijl de Bedford weer in beweging komt. De wielen glijden uit de gracht en volgen slaafs de tractor, tot op de oprit. Ik trek de handrem aan, waarna de boer de kabel weer losmaakt. Flink gas gevend draait hij het links aanpalende akker op, wuift en verdwijnt. Ik stap uit, duw het portier voorzichtig dicht - tot het slot klikt. De zon is verdwenen, het koelt snel af terwijl de duisternis de wereld inneemt.
Wanneer ik terug in huis ga, zitten vader en moeder nog steeds op dezelfde plaats. De schil ligt in de asbak, de appel is verdwenen. Ze kijken naar het scherm. Ze hebben niets gehoord. Niemand die weet wat er zich hiernaast zonet heeft afgespeeld. Toch is er iets veranderd. Een verdachte wordt weggeleid.
Derricks superieure grijns vult het scherm.

Geen opmerkingen: