maandag 27 december 2021

VAST

Ik kreeg bezoek van een medewerkster van een OCMW uit een stadje niet ver van Avelgem, ik had haar al eens aan de telefoon gehad maar we hadden elkaar nog nooit ontmoet. Mireille heette ze. Of ik een ogenblikje voor haar had. Daarna bracht ze het verhaal van Rezi.
Hij was een cliënt van haar en had een heel parcours afgelegd. Was als kind in de steek gelaten door zijn ouders. Bleek een ongeduldig en opvliegend karakter te hebben, groeide op in weeshuizen waar hij als vechtersbaas bekend stond en was, volledig in overeenstemming met de aloude wetten van de voorspelbaarheid, in de criminaliteit beland. Viel ten prooi aan allerlei verslavingen wat hem op een bepaald moment bijna het leven kostte en werd in verschillende jeugdinstellingen geplaatst, tot hij oud genoeg was om naar een strafinrichting voor volwassenen te gaan. Wonderlijk genoeg was hij daar tot inkeer gekomen, leerde er via een datingsite iemand kennen waarmee het klikte en ontdekte dat er nog iets anders in het leven was, iets waardoor het een doel kreeg.
Ze ratelde het verhaal monotoon af, als een lesje dat ze voor de zoveelste keer afdreunde en net toen ik bedacht dat ze me misschien niet lang van mijn werk af wou houden, zakte het tempo en sloop er emotie in haar stem. Rezi kwam vervroegd vrij wegens goed gedrag en was volledig afgekickt. Hij was als een feniks herrezen, probeerde z'n leven in handen te nemen en leek op de goede weg, vastbesloten om weg te blijven bij zijn vroegere vrienden en de plaatsen die hij destijds bezocht. Daarom zou hij binnenkort naar Avelgem verhuizen, naar het dorp waar nog een tante van hem woonde, het enige familielid dat ooit om hem gegeven had. In de gevangenis had hij met succes een beroepsopleiding als hulpkok gevolgd wat hem nu goed uitkwam want dankzij corona schreeuwde men om bekwame medewerkers in de horeca. Eenmaal gesetteld kon zijn vriendin dan eventueel bij hem intrekken maar dat was nu nog verre toekomstmuziek. In elk geval, Rezi was vastbesloten een nieuw begin te maken, zou voor hij eerst in zijn leven op eigen benen staan en daar wou Mireille graag mee haar schouders onder steken. Dit leek één van die zeldzame succesverhalen waar je als begeleidster kracht uit putte en daar had ze, na een hele reeks afknappers, dringend nood aan.
En dat was de reden waarom ze ons belde, omdat Rezi zich moest installeren maar, dankzij de vele boetes en schadevergoedingen die hem nog steeds achtervolgden, had hij nog minder dan geen geld. Overtuigd dat zijn goede intenties enkel kans van slagen hadden mits wat hulp van buitenaf, bekwam ze tijdens een overlegcomité van het OCMW dat Rezi het benodigde bedrag om zich te installeren, kon lenen, het is te zeggen, de factuur mocht naar hen worden gestuurd. Want het was niet min wat Rezi allemaal nodig had: een tafel en vier stoelen, een zithoek compleet met salontafel, een dressoir, een tweepersoonsbed met lattenbodem, een matras en een driedeurs kleerkast, een bureau en een bureaustoel, kortom, al het meubilair dat je nodig hebt om een leegstaand huis mee te vullen zodat je je thuis kon voelen wat voor Rezi een geheel nieuwe ervaring zou zijn. Of wij deze spullen voor hem opzij konden zetten?
Ik vroeg Mireille verwonderd of Rezi dan niet zelf wou komen om meubelen te kiezen, maar ze zei dat ze het met hem besproken had en dat hij er maar weinig belang aan hechtte hoe alles eruit zag want dat hij niet veel gewend was. Wat primeerde was dat het degelijk en bruikbaar was. Als hij werk had kon hij sparen en alles dan gaandeweg aanpassen aan zijn eigen smaak. Ze glimlachte bij het mooie vooruitzicht.
Ik rekende een week of twee voor we alles bij elkaar zouden hebben.
'Perfect', zei Mireille, en dat ze Rezi op de hoogte zou brengen. Dan zouden ze samen naar hier komen om daarnaast ook nog te kijken voor wat klein gerief zoals bestek, koffietassen, borden, potten en pannen en ook kledij; het is gewoonweg niet te geloven wat er allemaal bij komt kijken als je van nul moet beginnen.
Ik bleef het gek vinden dat hij zijn meubels niet zelf wou selecteren en misschien kwam het daardoor dat bij mij het beeld ontstond van een nog jong uitziende man maar al wat grijzend bij de slapen, oud en wijs voor zijn leeftijd, voor wie bezit door het leven dat hij had geleid een abstract begrip geworden was en en een gezellig ingericht interieur iets wat hij nooit gekend had en bijgevolg ook niet wist hoe het was om je ergens thuis te voelen. Hoewel ik hem niet kende, had ik met Rezi te doen.
Zoals afgesproken hadden we alles na twee weken bij elkaar gesprokkeld en een week later belde ik naar het OCMW. Ik kreeg Mireille aan de lijn en vroeg of ze een idee had wanneer ze langs zouden komen, waar ze om gevraagd had stond inmiddels apart waardoor we nu kampten met plaatsgebrek in onze stockeerruimte. Goed dat ik belde zei Mireille want door enkel onverwachte ontwikkelingen had alles enige vertraging opgelopen maar om een lang verhaal kort te maken, zei ze, misschien nog eind deze week, of anders volgende week.
Twee weken later, het was donderdagvoormiddag, kwam een medewerker me halen omdat iemand naar me vroeg, een zekere Rezi. Benieuwd liep ik naar de kassa waar een man in trainingspak me stond op te wachten. Hij was ongeveer even groot als ik en het was indrukwekkend hoe de donkerblauwe sportkleding op zijn magere, gespierde lichaam aansloot. Hij had ingevallen wangen en donkere kringen onder zijn ogen in een verder guitig gezicht. Was kaal, op een donkere pluk haar bovenop zijn hoofd na, waardoor ik plots aan Robert DeNiro in Taxi Driver moest denken; ook om deze man hing een onheilspellend aura, alsof hij vol ingehouden woede stak, iemand die ogenblikkelijk in razernij kon ontsteken. In zijn linkerhand droeg hij een zak geroosterde noten waarvan hij een gedeelte in zijn rechterhand goot, kantelde zijn hoofd achterover en goot het handje in één keer in zijn mond, met een sierlijke en nonchalante beweging waarbij ik een goed zicht kreeg op de verschillende ringen die hij droeg en het leek alsof hij niet merkte dat een deel van de noten op de grond terecht kwamen en alle kanten op stuiterden. Zo kon je, merkte ik nu ook, het traject volgen dat hij inmiddels in de winkel had afgelegd. Hij leek in een soort trance te verkeren zoals hij daar stond met alleen maar oog voor die zak noten. Toen hij me zag, schoof hij zijn mondkapje over z’n mond, kwam traag en zelfverzekerd op me af en zei, met een lage, wat grommende stem - waarvoor hij het vermalen van de krokante noten eventjes onderbrak: 'Ik ben Rezi'.
'Mireille heeft me gebeld om wat meubelen voor je opzij te zetten. Normaal ging ze mee zijn.' Hij haalde de schouders op terwijl hij z'n hoofd introk en er eventjes mee schommelde, 'ze zei dat ze geen tijd had', en overhandigde me toen een bestelbon. Alle meubelen stonden erop. Daarnaast mocht hij ook wat keukengerei uitkiezen en kledij. De bon had geen maximumbedrag zoals gebruikelijk, wat toch een beetje vreemd was, maar ik besloot het motto van Dehaene toe te passen; 'je moet de problemen pas oplossen als ze zich stellen'.
'Het maakt niet uit,' zei ik, 'we hebben die meubelen in onze opslagruimte geplaatst. Wil je ze zien?'
'Natuurlijk wil ik ze zien. Het is toch niet normaal dat iemand anders je interieur voor je uitkiest?'
Noten stuiterden in het rond terwijl ik me afvroeg waar en met wie het in de communicatie verkeerd gelopen was. Ik nam de bestelbon en we liepen toen samen naar de opslagplaats waar ik hem de bijeengezochte meubelen aanwees waarbij hij nu eens knikte of van neen schudde. Tot mijn verbazing waren het niet de modernere meubels maar eerder de logge, rustieke stukken waarvoor hij opteerde. Het bed was dan weer te groot, een éénpersoonsbed zou wel volstaan mompelde hij terwijl het tussen z'n tanden kraakte. Zo kreeg ik een vermoeden waarom hij er niet verliefd en gelukkig bij liep.
Hij wou nog eens in de winkel rondkijken. We keerden terug en toen pas viel de lange slungel me op die eveneens een trainingspak droeg. Rezi wenkte hem, en de slungel sloot zich bij ons aan.
Rezi goot opnieuw wat noten in zijn hand, keek rustig in onze meubelafdeling rond en met diezelfde hand, de palm omhoog en met een gestrekte middelvinger wees hij nu enkele meubelen aan, 'en die kast daar… die tafel… die stoelen…', kantelde z'n hoofd achterover en goot de noten naar binnen. Ik noteerde de aanpassingen in de bestelling.
'We gaan nu ook nog wat kleinere spullen verzamelen', zei hij. Opgelucht wees ik hem de winkelmandjes aan en maakte me uit de voeten.
Even later zag ik verschillende winkelmandjes vol met goederen en enkele grote kaders tegen de muur achter de kassa staan. Iets verder schoof Rezi een lange glazen vaas in het winkelmandje dat zijn compaan vasthield. Ook rond hen stonden volle mandjes met winkelgerief. Het leek erop dat ze bezig waren met het leeghalen van onze winkel. Dit was geen huisraad dus dit kon niet met de bon worden betaald.
Ik liep naar hen toe.
'Kijk Rezi,' hij stond met zijn rug naar me toe, draaide zich met een verveeld gezicht half achterom terwijl hij naar mijn trui staarde, 'hier staat dat je met deze bon naast meubelen ook kledij en huisraad kunt kiezen, gerief om te eten of te drinken maar dit hier is decoratief materiaal en dat wordt niet vermeld op deze bon.'
'Mijn assistente heeft gezegd dat ik alles kon kopen hier, je hoeft je geen zorgen te maken, je zult je geld wel krijgen', hij sloeg nog een handje noten achterover en ging gewoon verder met het aanreiken van spullen uit de rekken aan zijn compagnon die ze aannam, in het mandje stak, naar me giechelde en toen bewonderend op z'n vriend neerkeek.
Ik ging naar mijn bureau en toetste het nummer van Mireille in, hopend dat ze aan het werk was en begon daar net voor te vrezen toen ze opnam.
'Dag Mireille, Rezi is onze winkel aan het plunderen.'
'Wat?! Hoezo, is hij nu bij jullie? We hadden afgesproken dat we samen gingen komen.'
'Hij zei dat je geen tijd had.'
'Maar hij is hier niet geweest.'
'Op de bon staat geen maximumbedrag en hij is bezig met het leeghalen van onze rekken. Hij verzamelt ook spullen die niet op de bon staan.'
'Hoeveel kosten de meubelen alles samen? 300 euro?'
'Ik heb alles al eens samen gerekend en kwam aan 268, met levering.'
'Hij mag in totaal voor 350 euro spenderen, kledij inbegrepen.' Terwijl ze aan het woord was, liep ik haastig mijn bureau uit, naar Rezi en zijn vriend.
'Wacht,' zei ik, 'ik ben net bij Rezi aangekomen, ik zal hem eens geven', en stak Rezi het toestel toe. Hij keek me niet aan, nam het ding met een vermoeide oogopslag in ontvangst met iets vanzelfsprekends, alsof hij het verwacht had, klemde het toestel tussen zijn oor en schouder, goot nog wat noten naar binnen en ging verder met het aanreiken van spullen aan zijn collega. Ik hoorde het vermalen tussen z'n tanden en toen zei hij: 'Jaa?'.
Vanop een afstandje sloeg ik hen gade. Rezi kwam langzaam overeind, luisterde voorovergebogen, leunend tegen een winkelrek naar wat er werd gezegd, hield de telefoon plots ver van zich verwijderd terwijl hij er hoofdschuddend naar keek, legde het toestel op het rek, knikte naar zijn vriend, gebaarde dat die het mandje neer mocht zetten en zei 'Oké', kort en met een fijn neusstemmetje, en samen liepen ze naar de uitgang van de winkel. Plots bleef hij staan, draaide zich om, zag me en kwam op me af. Het was een van die zeldzame keren dat ik werkelijk geen idee had wat er ging gebeuren. Eerlijk gezegd dacht ik dat ik een klap ging krijgen. Maar in plaats daarvan stak hij zijn hand uit en ondanks de corona maatregelen beantwoordde ik de handdruk.
'Maar toch bedankt.'
Hij draaide zich opnieuw om en liep de winkel uit.
Ik ontsmette m'n handen en vroeg aan Jan om de stofzuiger te nemen en de sporen van Rezi's traject doorheen de winkel te verwijderen, en hielp toen met Marjan en Aziz om de spullen uit de mandjes opnieuw in de rekken te brengen.
Twee weken later belde ik Mireille opnieuw op. Of ze al zicht had op wanneer de meubelen geleverd mochten worden.

'Goed dat je belt,' zei ze zonder veel enthousiasme, 'ik was het helemaal uit het oog verloren, sorry daarvoor. Rezi heeft wat problemen momenteel. Hij zit weer eventjes vast. Voorlopig heeft hij die meubelen niet meer nodig.' 

Geen opmerkingen: