zaterdag 4 december 2021

DAMAGE

Naast de gewone, vriendelijke en dankbare klanten die onze kroeg het grootste deel van de avond bevolkten, waren er ook de behoeftigen, verslaafden, dolenden en vereenzaamden. De 'Tjooloarsbende' noemden ze zichzelf; het ontbrak ze niet aan zelfrelativering en zin voor humor. Op gewone avonden zaten ze geregeld samen maar in het weekend liepen ze verloren.
Taaie oudstrijders, een z’n leeftijd vooruit zijnde jongeling niet te na gesproken, stuk voor stuk geschikte kandidaten voor een hoofdrol in een barman’s ergste nachtmerrie. Ze vormden vanaf een zeker tijdstip laat in de avond tot diep in de nacht het trouwe en troosteloze allegaartje dat zich steeds nadrukkelijker in ons blikveld nestelde. Vermoedelijk het ogenblik waarop de laatste gelukkige stelletjes al dan niet samen tussen de zijden lakens in spoon position wegzakten in een zorgeloze slaap.
Ieder van deze gevallen was uniek, al waren er gemeenschappelijke afwijkingen. Eén van de hinderlijkste was het continu opeisen van de aandacht van iedereen die in de buurt kwam en in een verstrooid ogenblik eventjes opkeek naar de naar liefde en warmte hunkerende maar verbitterde behoeftige. En aangezien zelfs de meest verdraagzame, begrijpende ziel deze bloedzuigers na een tijdje links liet liggen en dit tranendal verliet, bleven alleen zij over die voor vergetelheid in een glas zorgden.
Wij dus.
Soms moest je zelf iets stevigers te drinken nemen om verder om te kunnen gaan met het gefrustreerde, zwartgallige gebrabbel waar een door liefdes- en ander leed aangetast hart de avond mee infecteerde. Alsof de uitdaging erin bestond om ook anderen mee te sleuren, de afgrond in. Ik luisterde en moest niet veel moeite doen om lief voor hen te zijn. Ik wist maar al te goed hoe gemakkelijk je één van hen kon worden, want we waren hier reeds meermaals getuige geweest van de eigenaardige wendingen die een toevallige ontmoeting na enkele glazen kon nemen en de kwalijke gevolgen dat dat kon opleveren.
Pijnlijk, de mooie, duurzame relaties die zo'n misstap niet overleefden. Hoe spijt en wroeging vroege rimpels in jeugdige voorhoofden trokken, terwijl ze de toestand met een ongeziene nuchterheid fileerden en maar niet dronken raakten, alsof de alcohol geen vat meer op hen had. Een enkeling kwam er nooit overheen en bleef voor immer dwepen met de te grabbel gegooide liefde van zijn leven. Soms leverde het een nieuw lid op voor de 'tjooloarsbende'. En af en toe verdween er ook eentje, een opportunist die een vrijgekomen plaats in één of ander bed innam.
Om het voor onszelf draaglijk te houden, durfden we wel eens uit te rekenen wat het op zou brengen moesten we per gekwelde, bij ons op consultatie komende ziel een extra vergoeding bij de gevraagde dranken kunnen aanrekenen; ‘zenuwtaks’, zoals we wel eens schertsend onder elkaar grapten. Maar als het bedrag te hoog werd, legden we de handdoek op de tap, het signaal dat de bar gesloten was. Om onherstelbare beschadiging te voorkomen.

Geen opmerkingen: