woensdag 29 december 2021

CADEAU VAN DE SINT

's Morgens, als ik om kwart na zeven de poort open om buiten te rijden, kijk ik altijd even opzij, naar de grote, fel verlichte ramen die zich enkele tientallen meters verderop, aan de overkant van de straat aftekenen in de gevelrij. Daarachter zijn Piet en Chantal ongetwijfeld al druk bezig met het bedienen van hun vroege klanten die, zwaaiend met hun dagverse krant, magazine of pakje tabak, opnieuw in de duisternis verdwijnen. Die grote ramen in de verte voelen tijdens deze maanden als een troost. Loop er gerust binnen en je zult begrijpen wat ik bedoel: de radio speelt er op de achtergrond, het is er warm en er hangt een gemoedelijke, familiale sfeer. De bezoekers vallen binnen, begroeten elkaar om een ogenblik later alweer afscheid te nemen.
Weten dat deze plek er is, voelt als een aanmoediging, een por in mijn rug net voor het vertrek naar het verre Avelgem. Ik moet de andere kant uit door het eenrichtingsverkeer maar ongeveer twaalf uur later rijd ik er, op weg naar huis, wel voorbij en gooi steevast een blik binnen. Nog steeds brandt er licht, zij het dan iets minder fel want in principe al een kwartier gesloten. Maar als je geluk hebt, is de deur nog open.
Terwijl Linda aan het poetsen is - op het moment dat je traag voorbij rijdt misschien zelfs een emmer water leeggiet - kun je ergens op de achtergrond Chantal ontwaren, of Piet. Ze zijn nog altijd bezig. Want er moet nog iets geteld worden, of ingepakt. Klaargezet om morgen met de vrachtwagen mee te geven. Uitgepakt en in de rekken gebracht. Iets dat eerder die dag door een klant verkeerd werd teruggezet en waarnaar nu wordt gezocht.
Je vindt er alles wat je in een krantenwinkel hoopt te vinden en nog veel meer. Ze hebben me al vaker uit de nood geholpen. Want naast de dag- en maandbladen zijn er ook boeken, er is schrijfgerief en bureaumateriaal, knutselgerief en geschenkartikelen, wenskaarten, uurwerken en bijhorende batterijen, rookgerief, gekoelde dranken, snoep, postzegels enzovoort; iedere vierkante centimeter wordt er benut. Een vrije dag begin ik hier met het halen van een krant of een magazine.
Toen we in Meulebeke kwamen wonen, zeventien jaar geleden, ontdekten we de vele winkels op loopafstand, wat een luxe! Maar deze krantenwinkel was voor mij toch wel het grootste geschenk.
Dus is het afkicken momenteel. Het raam blijft de hele week donker 's morgens, de natte asfalt waarin de straatlichten weerspiegelt worden, oogt over de hele lengte troosteloos en kil. 's Avonds, als ik er voorbijkom, zit alles er nog steeds potdicht. Geen sprankeltje licht.
Vandaag, een vrije dag, word ik er constant aan herinnerd door het gebrek aan een krant. Verontrust ga ik op zoek en ontdek dat ze een website hebben, ik neem er een kijkje maar word niets wijzer. En dan ontdek ik hun Facebook pagina en lees dat ze een week geleden in quarantaine moesten gaan. Niemand blijft van dit onheil gespaard. Hopelijk passeerden ze alleen maar rakelings langs een besmetting.
Ik denk aan al die kranten, magazines en bestellingen die ongeopend teruggestuurd moeten worden en besef dat er achter die levenloze gevel veel werk werd verzet voor niets.
Ik denk aan iedereen die er ontgoocheld aan de deur heeft gestaan. Pas als je iets kwijt bent, besef je wat je hebt.
Maar er gloort licht in de verte: maandag zes december kunnen Chantal en Piet, als alles goed gaat, weer openen.
Het voelt nu al als een cadeau van de sint.

Geen opmerkingen: