maandag 26 december 2022

SOUVENIR

'Hoeveel kan ik er omruilen?'
'Maximum drie.'
Het was sluitingstijd, ik stond klaar om de inhoud van de kassa te tellen terwijl Bjorn de laatste klant afwerkte. Een oudere dame die een opvallend grote bril torste, sorteerde de kledij die ze aan wou kopen en pikte er enkele stukken uit. Bjorn haalde de beveiligingen weg en maakte het prijskaartje van de uitgekozen stukken opnieuw vast aan het etiket waarop de samenstelling en de wasinstructies werden vermeld.
'Wat een luxe! De kringwinkel waar ik woon, ruilt niets meer om. Daarom dat ik naar hier kom, ze hadden me gezegd dat jullie nog kledij terugnemen. Mijn zus heeft kanker en is de laatste weken erg vermagerd, je kunt haar bijna niet meer herkennen. Al haar kleren zitten haar nu veel te wijd en daarom wil ze niet meer buiten komen. Dus kom ik voor haar shoppen.'
Bjorn tikte de bedragen in, las het eindtotaal hardop voor waarop de vrouw haar bankkaart tevoorschijn haalde en eventjes tegen de zijkant van de terminal liet rusten, net zolang tot het bevrijdende deuntje weerklonk.
Nadat ze alles had weggestopt, maakte ze aanstalten om te vertrekken maar bleef hangen bij de fotolijst die op de winkeltoog stond en waarin het boekje van de gemeente stak. Rechts zag je de cover met bovenaan 'Avelgem Info' waaronder een zomers sfeerbeeld op een festival, en links de rug van de brochure, waarop ik in deze ruimte naast de koning liep.
'Och!' Het klonk als een gilletje, ze draaide vrolijk met haar ogen. 'Is koning Filip hier geweest?'
'Ja, een maand of twee geleden.'
'Maar dat is fantastisch!' Ze bleef nog eventjes staan kijken, keerde toen op haar stappen terug en zei met opengesperde ogen: 'Er is een foto waarop koning Boudewijn naast mijn moeder staat!' Ze zweeg eventjes, alsof ze ons wou laten bekomen en vervolgde toen: 'Hij is ooit eens op bezoek geweest in het bedrijf waar zowel mijn moeder als mijn vader werkten. Toevallig had mijn vader griep; dat was voor hem een drama want hij had wekenlang naar de komst van de koning uitgekeken.'
Ze liet haar blik zakken naar de winkeltoog.
'De koning nam zijn tijd om met alle werknemers kennis te maken. Hij vroeg aan iedereen hoe het met ze ging, ook toen hij bij mijn moeder kwam. Nadat ze enkele woorden gewisseld hadden, en het tijd werd om verder te gaan, zei hij: 'En doet u zeker veel groeten aan uw man, jammer dat hij er niet bij kon zijn vandaag.' Ze richtte zich weer op en wendde zich nu tot Bjorn terwijl de dagresultaten uit de printer rolden.
'Hun werkgever, die wist hoe belangrijk dat bezoek voor mijn vader was, had de koning vooraf ingelicht. Toch straf dat die zich dat nog herinnerde, toen hij bij mijn moeder stond? Maar zo attent was hij dus wel, koning Boudewijn. Toen mijn moeder thuiskwam, zei ze: 'En je hebt de groeten van de koning!' Je kunt niet geloven wat dat voor mijn vader betekende. We waren met acht kinderen en het werd een vast gegeven op familiebijeenkomsten en feesten, ook toen onze kinderen al kinderen hadden: dat oma ooit de groeten moest doen van de koning aan opa! En toen Boudewijn gestorven was, dat was in 1993, zijn mijn ouders naar Brussel gegaan om het rouwregister te tekenen.'
'Leven je ouders nog?' vroeg Bjorn - wat best wel bijzonder was; het is niet gemakkelijk om zijn aandacht te trekken.
Haar opgewektheid verdween ogenblikkelijk onder een sluier van melancholie.
'Ik heb ze allebei al af moeten staan', zei ze zacht.
'Eerst mijn vader, aan een hartaanval. Hij was nog maar net met pensioen. En mijn moeder is in het rusthuis gestorven, tijdens de eerste coronagolf. 's Morgens belden ze dat ze corona had en 's avonds, terwijl we het nieuws van die ochtend nog aan het verwerken waren, kregen we opnieuw telefoon dat ze gestorven was.'
Ze schudde heftig met haar hoofd, alsof ze daar nu niet aan wou denken, en toen draaide ze zich om, om nogmaals te vertrekken en zei, de ogen nog vol ontroering maar tegelijk met een vage glimlach: 'Maar ik heb nog steeds die foto van mijn moeder met de koning.'

Geen opmerkingen: