zaterdag 31 december 2022

IMMUUN 6 (SLOT)

Na een goeie drie weken van het ene moment op het andere soldaat af, het is toch even wennen. Gelukkig is het fabriekje waar ik werk dicht tussen kerst en nieuw en moet ik pas op maandag 3 januari weer aan de slag zodat ik wat kan bekomen.
Maar ook die dag breekt aan en als ik op het werk aankom, regent het ogenblikkelijk grappen: 'Konden ze ginds geen weg met je?', 'Wat heb je nu weer gedaan?', 'Ja, beddepissers moeten ze in het leger niet!' en meer van die voorspelbare oneliners vanop de werkvloer.
Toch lijkt er ook iemand content om me terug te zien: mijn baas! Jean-Pierre reageert blij verrast, is op slag vrolijk, lacht en slaat me op de schouder terwijl hij een sigaar opsteekt. Iemand zou het hem toch eens moeten zeggen, dat het geen zicht is zoals hij daar staat in die dichtgesnoerde groene parka met nepbonten kraag die hij hier nooit ofte nimmer uitdoet, met die belachelijke pruik op een sigaar rokend.
'Manman, hoe heb je dat geflikt!' Hoofdschuddend staat hij in mijn gezicht te lachen, je zou bijna denken dat het iemand anders is en niet de man die me destijds vroeg of ik een voetballer was want ik herinner me niet dat ik in de twee jaar dat ik hier daarna gewerkt heb ooit nog de klank van zijn stem heb gehoord, laat staan dat ik hem al eens heb zien lachen.
Maar ik heb geen plannen om het verhaal te doen, het is waarschijnlijk ook de bedoeling niet dus haal ik gewoon de schouders op.
'Best dat je daar weg bent! Want wat een achterlijk gedoe is dat, het Belgisch leger! Een bende macho's die soldaatje willen spelen… Alsof dat iets zal uithalen als het oorlog wordt! Ze maken daar een man van je, mijn voeten! Ja knikkers, drankschuiten en plantrekkers, dàt kweken ze daar.' Hij trekt nog eens goed aan zijn sigaar, kijkt me aan, glimlacht opnieuw, geeft me nog een klap tegen m'n schouder en draait zich dan om, loopt haastig weg in de richting van zijn wagen, net zoals die eerste keer dat ik hem zag, dus weer zonder boe of ba, zonder afscheid te nemen, je bent terug en dat is dat en nu over tot de orde van de dag.
'Excuseer Jean-Pierre, maar ik wou nog iets zeggen.' Hij draait zich om, ik zie de verrassing op zijn gezicht maar ik houd me voor dat dit normaal is want net zoals zijn stem me twee jaar lang bespaard is gebleven, heeft hij de mijne al die tijd ook niet meer gehoord. Of misschien is hij niet gewend zijn naam te horen uit de mond van een werknemer, moeten we meneer zeggen, of patron, hoe dan ook, het wordt steeds duidelijker dat hij niet van verrassingen houdt, zijn ongeduld groeit met de seconde, hij staat te popelen om te horen wat er volgt, komaan, ik ben al zover gekomen, doorbijten nu.
'Euh ja, ik ben eigenlijk gekomen om mijn werk op te zeggen', en haal mijn ontslagbrief te voorschijn.
Dat heeft hij niet zien aankomen, stond er niet bij stil dat mijn terugkomst het afscheid kon vormen. En dan zie ik het gewoon voor mijn ogen voltrekken; hoe de wereld in één keer kan kantelen, hoe iemand - ik dus - naar beneden kan donderen, de bodemloze dieperik in.
Zijn gezicht, dat je daarnet bijna mooi kon noemen, lief in elk geval, vriendelijk zelfs, is nu plots van vorm veranderd, zijn wangen zijn voller, het lijkt wel een fluitketel die het kookpunt nadert, woede kringelt uit zijn oren, zijn ogen zijn pikzwart, zijn tanden ontbloot, het lijkt alsof hij in die sigaar zal bijten en dan draait hij zich gewoon om en loopt naar zijn wagen.
Daar sta ik dan, met mijn ontslagbrief in mijn handen. Francois, de secretaris die altijd alles ziet, wenkt me en tekent het document af. Mijn collega's, of beter, ex-collega's kijken verbaasd als ik opnieuw op mijn fiets klim en wegrijd, ik zwaai nog eens ten afscheid.
De week voordien heb ik in een opwelling gesolliciteerd bij Louis De Poortere, de spinnerij op nog geen honderd meter van mijn deur en er testen afgelegd. Zowel mijn behendige als verstandelijke capaciteiten werden er onder de loep genomen en even later kreeg ik de boodschap dat ik meteen kon beginnen aan een salaris de helft meer dan hier in Ledegem.
Morgen is het mijn eerste dag.

Geen opmerkingen: