zaterdag 31 december 2022

ANTIDIEFSTALKLEP

Het lijkt - op enkele intense regenbuien na - een zaterdag als alle andere: zo vroeg in de ochtend is het rustig onderweg. Net voor ik het centrum van Avelgem binnen rijd, ligt - als de voorbode van naderend onheil - een doodgereden vos op het wegdek. Voorbij de bocht aan het Sociaal Huis wenken blauwe zwaailichten in de verte; politie en brandweerwagens belemmeren de oprit naar de parking voor het zwembad en het sportcentrum Ter Muncken waar ik elke dag mijn wagen zet. Ik ga op zoek naar een nieuwe parkeerplaats want straks komen de eerste medewerkers eraan.
Wanneer we drie kwartier later bezig zijn met het werkoverleg, gaat mijn werktelefoon; het is een collega van onze transportafdeling in Heule.
‘Ik heb hier al veel meegemaakt maar dit heb ik nog nooit voorgehad’, zegt hij. 'De politie heeft me net gebeld, blijkbaar zit er iemand vast in één van onze textielcontainers aan het sportcentrum in Avelgem. Ze zijn met de brandweer aan het proberen om die persoon te bevrijden.’
Dat verklaart de aanwezigheid van de ordediensten aan het sportcentrum.
‘Waarschijnlijk gaan ze de container moeten openbreken. Wat een vreemd verhaal… Kun jij straks enkele foto's nemen? Dan weet ik of we maandag moeten kijken voor een vervangcontainer.’
Ik bespreek het voorval met de collega’s die aan de kassa werken en in de brengersreceptie, ze kunnen maar beter op de hoogte zijn, misschien dat er straks een klant over begint. Daarna steek ik de straat over voor een foto. De politie en brandweer zijn verdwenen en op een rood lint na - dat rond de twee naast elkaar staande containers werd gespannen, en een omhoog geplooide klep - lijkt alles min of meer normaal.
's Middags, terwijl ik het restje opgewarmde soep van de avond voordien naar binnen lepel, krijg ik opnieuw telefoon.
‘Ik heb slecht nieuws,’ zegt mijn collega, ‘het is echt heel erg: op digitale nieuwssites melden ze dat die persoon gestorven is.’ Hij laat een stilte vallen zodat ten volle door kan dringen wat hij zegt. ‘Blijkbaar gaat het om een 53-jarige man uit de buurt. Ze veronderstellen dat hij probeerde om iets uit de container halen en vast kwam te zitten.’
‘Verschrikkelijk!’
‘Ja hé? En merkwaardig toch, dat de politie vanmorgen niets over een overlijden heeft gezegd?'
Jaren geleden, toen georganiseerde bendes kledingcontainers systematisch begonnen leeg te halen werden ze uitgerust met een antidiefstalklep. Hierdoor kun je iets in de container gooien, maar niet opnieuw naar boven halen. Ik heb het zelf al mogen ervaren toen er op een bepaald moment teveel in zo'n container stak waardoor de boel blokkeerde en ik vruchteloos probeerde om de bovenste zakken te verwijderen.
Kort na de middag heeft het lugubere voorval het tot nieuwsbericht op de nationale radio geschopt. Iedereen aan de kassa staat te luisteren, alles valt stil.
'Zo verschrikkelijk,' zegt een dochter aangedaan, waarop haar moeder verder gaat met 'het moet vreselijk geweest zijn voor die arme man…'
Een oudere man die naast hen staat, mompelt dat het zijn eigen schuld is, kijkt ons vragend aan en zegt: ’wie kruipt er nu ook in een container?’ Iemand anders oppert dat het best mogelijk is dat hij gestorven is van angst, of een hartaanval heeft gekregen. Zo gonst het de rest van de dag van de wildste geruchten en meningen in onze winkel. Ook de medewerkers zijn er niet goed van, hoe is het mogelijk? De gratis boekjes en balpennen liggen een beetje potsierlijk te blinken in het licht van deze gebeurtenis; we hadden ons de dag van klant enigszins anders voorgesteld.
'Ik hoop dat ik verkeerd ben, maar ik denk dat ik weet wie het is', zucht Arno.
Ook al zijn er geen getuigen en moet men de beelden op de bewakingscamera's nog bekijken, in de korte nieuwsberichten op de websites van kranten en magazines wordt het slachtoffer meteen gereduceerd tot een ordinaire dief. Vrijwel nergens houdt men rekening met de gevoelens van de nabestaanden. Vooral de omschrijving van het slachtoffer op de website van Het Laatste Nieuws tart de verbeelding: dat de man nog maar net gestorven is belet de dienstdoende redacteurs niet om een pijnlijk beeld te schetsen aan de hand van getuigenissen van voorbijgangers en buren. Zo lezen we dat het om 'een zware loebas' gaat, hij eerder al in de cel zat en gekend was voor diefstallen, vechtpartijen en drugs.
De laatste klant, een man van middelbare leeftijd, schudt z'n hoofd terwijl hij afrekent.
‘Je hoort het op de radio en plots blijkt het je buurman te zijn. Een vrouw die hier elke morgen haar hond uitlaat heeft hem zo aangetroffen, zijn benen staken nog uit die container. Je mag er niet aan denken hoe zijn laatste ogenblikken waren… Zo te moeten sterven, dat wens je toch niemand toe? Wat een triestig einde. En wat ze nu allemaal over hem schrijven… Ik kende hem niet goed, het is erg om te zeggen maar ik weet niet eens zijn naam. Maar het was een goede buurman. Tegen mij was hij altijd vriendelijk. Ik heb nooit problemen met hem gehad.'



Geen opmerkingen: