maandag 17 juli 2017

FRANCIS

'Het is om het even hoe je me noemt' zei hij toen ik Christiaen tegen hem zei. Ik wist dat er een i en a in zijn voornaam voorkwam. Maar ik kende hem ook nog maar pas. Een goeie week geleden had hij de boekenwinkel ontdekt. Hij was diep onder de indruk. Kon niet nalaten te herhalen wat een mooie plek hij het vond. Hij kwam zoveel hij kon.
'Heb je tijd voor een koffie?' En dat had ik, meestal toch. Daarna zaten we wat te praten in de koffiehoek. Zo begon voor mij het verhaal van Francis.

Jammer genoeg werd het een kortverhaal.
'Ik ga dood' zei hij. 'En ik wil nog niet dood.' Ze hadden kanker bij hem vastgesteld. In een vergevorderd stadium.
'En ik wil mijn dochter zo graag zien afstuderen...'
Hij zat altijd in gedachten verzonken. In donkere gedachten. De enige die wat verlichting bracht was die goeie ouwe Darwin en zijn evolutietheorie. Het was het Darwinjaar. Hij kon het niet nog meer met iemand eens zijn. Helaas betekende dat ook dat er geen vervolg op zijn verhaal kwam.
'Ik heb over de hele wereld gereisd' zei hij. 'Ik heb ongelofelijke avonturen meegemaakt. Ben enkele keren op het nippertje aan de dood ontsnapt. En nu krijgt een onnozel kankergezwelletje me eronder...'

'Weet je, ik ben eens verdwaald in de woestijn. Ik was tegen alle raadgevingen in helemaal alleen vertrokken en het noorden kwijt. Er kwam een storm aan. In enkele minuten tijd was het pikdonker, ook al was het in het midden van de dag. Gelukkig had ik alert gereageerd op de eerste aanwijzingen en mijn tent al opgesteld. Ik was bezig met een spaghetti op te warmen, maar moest in de tent gaan schuilen want ik kon geen hand meer voor de ogen zien.
Toen stootte ik ook nog eens het pannetje spaghetti om. Die keer heb ik pasta met zand gegeten. Dat kraakt heerlijk tussen de tanden.'
Het was zalig als Francis lachte.

Hij kwam enkele keren per week. Hij had de dokter gezegd dat het hem om het even was - wat of waar - maar als hij ergens ook maar een waterkansje maakte was hij weg, daar naartoe. Hij wilde proefpersoon zijn, ook al was hij de allereerste om iets nieuws te proberen en moest hij daarvoor naar de andere kant van de wereld. Alles was beter dan af te wachten zonder een greintje hoop. Helaas had de dokter geen weet van zo'n project.

'Soms droom ik dat ik met mijn vrouw en kinderen samen ben' zei hij me op een morgen, we zaten weer eens samen koffie te drinken, 'en het is goed, we lachen en eten samen en ik ben opgelucht. De dreiging is weg. En dan word iok wakker. En ik voel hoe het net zich weer rond me sluit, en het licht in de verte verdwijnt...'

Hij regelde zijn nalatenschap. Organiseerde de herdenkingsdienst. Kreeg wekelijks chemo en was daar de eerste dagen doodziek van. Toen zag ik hem iets minder.
Hij kocht boeken als een bezetene.
'Veel mensen kopen boeken waarvan ze weten dat ze ze misschien nooit gaan lezen. Maar ik ben er zeker van.' Hij kocht ze toch. Zelden iemand gezien die zo gretig naar het leven reikte.
'Waarom ik?' vroeg hij me. 'Ik die zo gezond leefde, niet rookte, niets dronk en op mijn voeding lette...'
Ik heb hem maar enkele maanden gekend, en het is alweer acht jaar geleden maar Francis zit nog steeds in mijn hoofd.

Geen opmerkingen: