zondag 19 maart 2017

FIETSSTRAAT

'Wat is Kortrijk veranderd!' dacht ik vanmorgen toen ik door de stad reed. Het was een eeuwigheid geleden dat ik er nog was. Heraangelegde straten die slingeren als wispelturige slangen tussen gezellige pleintjes en grasperkjes. Iets voor achten reed ik over een nieuwe brug die als een boog boven het water gespannen hing. ‘Kortrijk wordt echt een moderne stad’ dacht ik nog terwijl ik stapvoets verder gleed.
Plots kwam een agent van tussen twee wagens en ging kordaat midden op de weg staan, die gevreesde hand voor zich uit houdend waardoor je als bestuurder weet dat het onomkeerbaar is en je zult moeten stoppen, dat jij diegene bent die deze tussenkomst veroorzaakt heeft. Toch hoopte ik nog op een misverstand. Hij gebaarde dat ik naar links mocht rijden; daar was net plaats genoeg om te parkeren. Toen maakte hij een vlot draaigebaar met zijn rechterhand en ik duwde op het knopje waardoor het raam aan bestuurderszijde naar beneden schoof.

‘Dag meneer, komt u hier vaak?’ Dat klonk misschien veelbelovend maar voor een enquĂȘte keek hij toch iets te streng en klonk zijn stem te koel. Nu was ik er zeker van was dat ik iets mispeuterd had.
'Nee' zei ik. Snel vinkte ik in gedachten enkele zaken af: ik had paspoort en rijbewijs bij en het jongste verzekeringsattest zat vooraan in het vakje met de boorddocumenten.
‘Hebt u dat oranje bord niet gezien aan het begin van de straat?’
‘Het is even wennen aan de situatie' zei ik, 'het lijkt me hier allemaal nieuw. Die brug had ik ook nog niet gezien.’
‘Die is hier nochtans al een tijdje hoor’ zei hij met een zuinig lachje terwijl de opgetrokken wenkbrauwen enig ongeloof suggereerden.

‘U hebt dus niet gezien dat dit een fietsstraat is?’
Een fietsstraat? Was ik verkeerd gereden? Net op dat ogenblik passeerde er een auto die uit dezelfde richting als ik kwam. Het stelde me deels gerust maar tegelijk was ik verwonderd omdat de agent zomaar liet begaan, zelfs deed alsof hij het niet zag. Kende hij de chauffeur misschien? Was die een lid van het korps? Familie? Meneer de burgemeester?
‘Het staat nochtans heel duidelijk aangegeven.' Het was niet voor het eerst dat hij dit lesje opdreunde.
‘Ik heb er geen ervaring mee' zei ik, 'ik woon in Meulebeke en werk in Avelgem en daar zijn bij mijn weten nergens fietsstraten'. Ik besefte dat ik me op glad ijs begaf en beter probeerde niet al te bijdehand te zijn.
‘Mag ik uw rijbewijs en de autopapieren?’ Hij stak zijn hand uit, het was een man die niet van wachten hield. Ik klikte mijn gordel los, zocht de documenten bijeen en stak ze door het raam.

Hij was eventjes bezig. Ondertussen keek ik naar de straat waardoor ik reed. Er zaten aan weerszijden markeringen die wezen op een fietsstrook. In het midden was een deel asfalt vrij.
‘U gaat volgende week een schrijven van ons krijgen’ zei hij.
‘Word ik beboet?’
‘Wat dacht u meneer? U hebt zojuist een fietser ingehaald in een fietsstraat. Net daarom heb ik u doen stoppen. Dat gaat u vijfenvijftig euro kosten.’
Ik herinnerde me de fietser niet. Iedere dag rijd ik van Meulebeke naar Avelgem, en van Avelgem naar Meulebeke. Ik moet hiervoor menig dorpskern kruisen. Ik heb ze nog nooit geteld maar schat dat ik tientallen fietsers passeer op deze tocht, en misschien wel honderden auto's. Ik probeer me zo goed mogelijk aan de verkeersregels te houden. Maar soms zijn ze me te snel af.

‘Kunt u me nog eens uitleggen hoe het juist zit met die fietsstraat?’ zei ik, ‘ik begrijp het nog niet helemaal’.
‘Kijk’ zei hij, terwijl hij met een vinger in de verte achter me wees, ‘daar staat een plakkaat waarop duidelijk wordt gemaakt dat dit het begin van de fietsstraat is. En ginds’, hij wees nu naar de andere kant, ‘staat een plakkaat die het einde van de fietsstraat aanduidt. Daartussen mag je dus geen fietsers inhalen. Wat niet moeilijk is want de maximum snelheid is hier dertig per uur, dus blijf je dan ook beter achter een fietser rijden.’ De elektrische fiets van mijn vriendin haalt vijfentwintig km per uur, daarna valt de elektrische aandrijving weg. Maar dan gaat het al flink vooruit, en steek je alle andere fietsers gezwind voor. De mensen die ik hier zag waren stadsmensen en niemand van hen reed met een elektrische fiets. Deze mensen haalden geen dertig per uur. Waarschijnlijk zelfs geen vijftien.

'Dus opletten de volgende keer als u dat bord ziet' zei de agent, en 'vergeet uw gordel niet om te doen' en 'nog een prettige dag verder'. Toen zette hij een stap achteruit, draaide zich om en liep weg, 'vermoedelijk om zich te verschuilen tussen twee auto's' dacht ik terwijl ik de auto startte, het raampje via het knopje weer naar boven schoof en traag de rijbaan opdraaide.

Geen opmerkingen: