Ik ben net op pad met een nieuwe medewerker wanneer iemand aan de panden van mijn winkeljasje trekt: het blijkt het kleine, wat kromlopende hoogbejaarde besje dat hier met grote tussenpozen over de vloer komt. En zoals steeds schommelt ze ongeduldig heen en weer, wipt ze van het ene been op het andere.
'Zeg, je kunt me niet even helpen zeker? Ik vind hier geen enkel boek over kruiden, dat is toch niet mogelijk, echt waar, maar ik heb alles al bekeken en …' en nerveus kwebbelend loopt ze verder, alsof het gesprek de lijm is waarmee ik aan haar vastzit en niet anders kan, wel met haar mee moet komen. Ik stel aan de nieuweling voor dat hij eerst zijn pauze neemt en loop haar dan achterna, voor ze in paniek raakt, zoals de eerste keren dat ze hier kwam, toen we haar nog niet goed kenden en ze de winkel geregeld op stelten zette.
'Je hebt hier laatst toch een boek over kruiden gekocht?'
Ze draait zich om en grijpt mijn arm stevig beet, als is het haar laatste houvast en met grote, uitpuilende ogen kijkt ze me aan.
'Ja! Over de geneeskrachtige eigenschappen van kruiden, dat is wat ik zoek! Heb je het hier nog ergens staan misschien?' Maar mijn ogen spreken boekdelen, het is te zeggen, je ziet meteen dat ze nergens van weten en hoofdschuddend overloopt ze de ruggen, 'Dat kan toch niet, zeg niet dat je het niet meer hebt!'
'Maar je hebt het hier zelf gekocht en daardoor is het weg. En als je het boek al hebt, waarom wil je het dan nog een keer?' Ze gooit snel een blik om zich heen, als om er zeker van te zijn dat we hier alleen staan, dat er zich geen ongewenste luisteraars in onze buurt bevinden en wenkt me dichterbij.
'Ze hebben mijn boek gestolen', krast ze. 'Ze komen binnen als ik niet thuis ben en nemen al mijn spullen mee. Ik mocht ze nooit een sleutel gegeven hebben!'
'Kun je niet kijken voor een ander slot?'
'Ik heb dat slot al minstens tien keer laten vervangen!' Ze schreeuwt het voor heel de winkel maar bedaart wanneer ze voelt dat iedereen ineens naar ons kijkt en mompelt: 'Ik begrijp er ook niets van.' En dan, alsof het drama nu pas ten volle tot haar doordringt, slaat ze haar handen op haar wangen en begint te jammeren: 'Dus dat boek heb je hier niet meer staan?'
'Het zou me verbazen,' zeg ik, 'want jij hebt het meegenomen'.
'En wanneer komt het nog eens binnen?'
Het is aandoenlijk zoals ze naar me staat te kijken, alsof ik daar iets zinnigs over te zeggen heb.
'Ik weet het, ik weet het,' ze mompelt het, alsof ze me gerust wil stellen maar dan zwelt het volume weer aan, 'en toch, het is zo'n goed boek, ik moet het gewoon terug hebben. Er staat in hoe je medicijnen maakt met kruiden…'
'En heb je hier vandaag al eens rondgekeken?' Ze schuimbekt bijna, terwijl ze zich brullend naar me toe draait.
'Natuurlijk, maar het zit er niet!'
'Waar heb je gekeken?'
'Wel, hier', ze wijst naar de kookboeken, 'en hier', we kijken naar de hobbyboeken, 'en hier', en nu wijst ze naar het rek met planten en dieren.
'Och,' roep ze, 'och, een boek van dokter Vogels!' Enthousiast vist ze een leesbril uit haar handtas, pakt het boek vast en bestudeert het eventjes, 'ah neen, het gaat gewoon over vogels' en plaatst het boek terug.
'Je mist ze natuurlijk altijd pas wanneer je ze echt nodig hebt,' sakkert ze tegen de boekenrekken en dan weer rechtstreeks tegen mij terwijl ze enkele keren aan mijn mouw trekt en vertwijfeld omhoog kijkt met die grijsblauwe ogen, 'je zult toch voor me uitkijken hé?'
'Ik zal alles doen wat ik kan', zeg ik en ze lacht.
'Allez, ik wist dat ik hier moest zijn. Heb je mijn nummer nog?' Ik besef dat ze alleen maar hoort wat ze wil horen terwijl ze verrassend krachtig in mijn arm knijpt.
'Bel me als het boek binnen komt, dan kom ik er zo snel mogelijk om.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten