donderdag 16 januari 2025

REACTIE OP BOZE BRIEF VAN STEVEN:

Aan de schrijver van de boze mail die juridische stappen wil ondernemen indien ik mijn boek 'Het geluid van brekend glas' niet uit de handel wil nemen,
Dag Steven,
Graag wil ik de hele situatie toch eventjes duiden:
Ik heb een boek geschreven met verhalen over mijn jeugd. Van mijn vroegste herinneringen tot ik een twintiger was. Omdat ik af en toe, al dan niet opzettelijk, een loopje met de waarheid neem, heb ik vooraan een citaat van Gabriel Garcia Marquez geplaatst: 'Het leven is niet wat er is gebeurd, maar wat je je het herinnert en hoe je het je herinnert om het te kunnen vertellen.'
Je stuurde me een mail omdat je je naam herkende in één van de verhalen. Het verhaal heet 'Anja' en speelt zich een kleine vijftig jaar geleden af in het Zarren waar jij en ik opgroeiden. Het gaat over liefdesverdriet en de situatie wordt beschreven vanuit het oogpunt van een kind.
'Beste,' zo schrijft je, 'in uw boek heb je het nodig geacht mijn naam door het slijk te halen.' En even verder: 'Wat je daar schrijft slaat nergens op. En dat weet je zelf ook. Wij kennen elkaar niet.'
Daarin moet ik je bijtreden want je hebt honderd procent gelijk. Ik ken je niet. En in tegenstelling tot wat je in een tweede mailtje beweert, namelijk dat ik zeer goed weet wie je bent, had ik er tot je eerste mail geen idee van dat je bestond. Misschien heb ik het ooit geweten maar het is te lang geleden en je kunt niet alles onthouden. Maar ik heb dus een fout gemaakt. Ik had de namen beter moeten controleren en daarvoor wil ik mijn excuses aanbieden.
Maar misschien toch ook eventjes uitleggen hoe dit is kunnen gebeuren. Om de sfeer van destijds te behouden heb ik de namen van mijn klasgenootjes gebruikt. Maar ik haalde de voornamen en achternamen door elkaar en liet ze op andere schoolbanken plaatsnemen. Bijvoorbeeld, met dit keer geheel uit de lucht gegrepen namen: van Jan Verplancke en Christof Peeters maakte ik Jan Peeters en Christof Verplancke en zette deze laatste in de bank van Lieven Timmers. Zodat niemand zich aangesproken, laat staan aangevallen diende te voelen. Maar helaas bleek een van mijn klasgenoten een broer te hebben, jij dus - de naam is weliswaar iets anders geschreven, in mijn verhaal heet het personage Steven Lepoudere - en voelt het nu voor je alsof ik je onrecht heb gedaan.
Hoewel het kortverhaal grotendeels uit de lucht gegrepen is - en al helemaal waar Steven Lepoudere ter sprake komt - en dat het de woorden zijn van een jaloers kind dat gekwetst is die weergegeven worden, voel je je aangevallen en dreig je met juridische stappen indien het boek niet uit de handel wordt genomen.
Het is maar een alinea lang en telt amper vijf zinnen maar de Steven Lepoudere in mijn verhaal krijgt er dan ook nogal van langs: de negenjarige ik-figuur noemt hem een blaaskaak, een egotripper, een pestkop en een klikspaan. Kortom, zaken waar je je terecht door aangevallen kunt voelen als kind van acht, negen jaar. Maar laat ons niet uit het oog verliezen dat, afgezien van het feit dat het verhaal zich een kleine vijftig jaar geleden afspeelt en in de verste verte niets met jou te maken heeft, je zat zelfs niet in mijn klas, het ook subjectief is: het is gewoon de mening van een negenjarige die voor al het aangehaalde geen bewijzen levert en het er verder ook niet meer over heeft.
Het verdriet me dat je hierom boos werd en je aangevallen voelt want mijn boek is in de eerste plaats bedoeld als ode aan mijn jeugd en iedereen die erin voorkomt, en een poging om de wereld van toen - die ondertussen helemaal verdwenen is - aan de vergetelheid te onttrekken. En zeker niet om iemand te kwetsen. Nogmaals: de Steven Lepoudere in mijn verhaal heeft niets te maken met Steven Lepoutre want wat je er ook van denkt en vergeef me dat ik in herhaling val, ik wist niet eens van je bestaan af. Trouwens, het verhaal heeft met geen enkele Steven Lepoutere te maken, waar ook ter wereld, want er blijken er meerdere te bestaan. En ook niet met de Steven Lepoutteres of Steven Lecouteres. Of Lepouderes.
Dit verhaal gaat over Anja, het meisje waar ik als negenjarige heimelijk verliefd op ben en dat op de bus om beurten met alle jongens zit te tongzoenen. Spoiler alert: ook Anja is verzonnen. Ze is een samenstelling van de meisjes op wie ik toen, ondertussen lang geleden, verliefd ben geweest. Dat is wat schrijvers doen, zaken verzinnen. Ze liegen de waarheid. Want ik vertel niet wat er is gebeurd maar wat ik me herinner en ik doe dat op een manier waardoor ik het kan vertellen.
Met vriendelijke groet,
Rino Feys

Geen opmerkingen: