Abdullah moet me spreken.
De situatie waar zijn familieleden en zijn vrouw zich in de Gazastrook in bevinden, is ronduit rampzalig. Zijn broer is reeds dagenlang vermist, niemand die hem kan bereiken.
Hij toont me een bericht dat hij van een neef ontvangen heeft. Het is een filmpje waarop de man huilend temidden van een ruïne staat. Hij wijst voor zich naar een berg beton en brokstukken, Abdullah vertaalt wat zijn neef zegt.
'Daar woonde zijn zus met haar gezin.'
'Daar woonden zijn ouders bij zijn broer en zijn gezin.'
Het gebouw werd geraakt door enkele raketten, er blijft niet veel van over. Er zijn al meer dan honderd doden geteld, allemaal familieleden van elkaar. En Abdullah kreeg ook nog een bericht van zijn vader: 'Abdullah, raketten vallen hier de hele tijd rond ons neer. Alsjeblieft, alsjeblieft! Help je familie…' Het woord wanhoop krijgt een nieuwe betekenis. Want wat kan hij doen?
Sinds zijn traject in de kringloopwinkel werd afgerond, enkele weken geleden alweer, is hij onafgebroken op zoek naar werk. Aangezien hij in Caïro gestudeerd heeft voor kinesist, leek het logisch dat Abdullah nu een opleiding zou volgen in de zorg, de voorbereidingen daartoe waren reeds getroffen. Maar het uitbreken van de oorlog gooide alles overhoop. Het probleem is dat hij vandaag ineens vast werk moet hebben en welke werkgever neemt iemand onvoorwaardelijk in dienst? Want pas als hij een arbeidsovereenkomt voor onbepaalde duur met een netto inkomen van 2048 euro voor kan leggen, komt zijn vrouw in aanmerking voor een gezinsherening waardoor ze op de evacuatielijst kan komen. Ondertussen informeert hij bij allerlei instanties wat er moet gebeuren, wat hij verder nog kan doen. Niet veel, zo blijkt.
'Ik wil mijn familie helpen maar het kan niet. Ik kan enkel mijn vrouw weghalen uit die hel. Dus doe ik alles wat ik kan,' zegt hij, 'alles, alles om mijn vrouw zo snel mogelijk in veiligheid te brengen.'
De situatie wordt steeds nijpender. Zijn naasten zitten met meer dan dertig in een appartement. Er is vrijwel geen water of voedsel. En als ze nog iets te eten vinden, dan gaat het eerst naar de kinderen. Wat overblijft gaat daarna naar de ouderen. Met wat geluk valt er dan nog iets te verdelen onder de rest.
Er zijn geen medicijnen meer. Er is geen elektriciteit. Ze kunnen niet buiten komen, want veel te gevaarlijk. Bovendien zijn de winkels zo goed als leeg en wat nog rest wordt er verkocht aan woekerprijzen. Ze wachten angstvallig af. Luisteren of ze geen raketten horen. Waar gaan ze inslaan? Misschien is die raket wel voor hen bestemd. Maar ze kunnen niet meer vluchten, nergens is het nog veilig nu. Ondertussen worden ze uitgehongerd. Ze zeggen: 'Gaan we niet dood door de raketten, dan door de honger'.
'Waarom Rino? Waarom is het zo moeilijk? Zijn wij dan geen mensen misschien? In Oekraïne zijn er mensen die op zoek gaan naar achtergebleven dieren om ze te helpen. Maar niemand helpt onze mensen. Onze kinderen, onze bejaarden. Niemand helpt de Palestijnen. Mijn familie is ten dode opgeschreven en niemand die er iets aan doet.
Eerst vast werk hebben zegt DVZ. Wat voor mensen zijn dat daar eigenlijk? Hebben zij geen gevoelens? Zijn zij wel menselijk? 'Nee,' zegt DVZ, 'je vrouw kan niet komen'. Eerst moet ik bewijzen dat ik netto minimum 2048 euro verdien. En dan? Dan moet ik enkele loonfiches kunnen voorleggen. En daarna kan mijn vrouw op die evacuatielijst komen. Maar ik weet ook wel dat het dan nog steeds zeer moeilijk zal zijn. Ik ken mensen die al sinds oktober op die lijst staan maar er niet in slagen om weg te komen. En toch, het is een sprankeltje hoop. Maar ik zal het DVZ nooit vergeven als mijn vrouw iets overkomt. Ik zal het hen nooit vergeven dat ze niets, helemaal niets voor haar hebben gedaan.' Zijn stem stokt, hij veegt de tranen uit zijn ogen.
'En ik zal het mezelf nooit vergeven dat ik gefaald heb…'
Hij zwijgt, kijkt me plotseling aan, de radeloosheid staat in zijn ogen te lezen.
'Weet jij misschien wat ik nog kan doen?' Het is een echte vraag.
Alsof ik daar het antwoord op zou weten.
'Wat kan ik doen? Alles wil ik doen, alles Rino. Alles! Kun jij me niet helpen? Ken jij niemand die iets voor ons kan doen?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten