zondag 24 december 2017

ONDERWEG

'Hoe is het met je rug?' Feysal zit naast me, het is pauze.
'Een beetje' zegt hij. Hij bedoelt daarmee dat het beter is.
Zijn Nederlands gaat erop vooruit maar langzaam. Hij heeft gewoon teveel aan zijn hoofd om zich met volle overgave op onze taal te kunnen concentreren.

Hij werkt in de ontvangstreceptie. Dat is waar de brengers de goederen afgeven. Soms vertelt hij iets, als het hem te veel wordt.
'Vroeger was het goed in Somalië. Dertig jaar geleden. Nu veel terrorists. Al Shabaab. Elke dag gevaarlijk in Somalië. Veertien oktober vijfhonderd mensen dood door bom. We call it black saterday.'
Eerst is hij met een vrachtwagen naar Ethiopië gevlucht, van daar naar Soedan en tenslotte naar Libië.
Onderweg werd hij van een vrachtwagen gegooid door mensenhandelaars. Ik vraag hem waarom.
'Why? Why? Gewoon... Libiërs zijn gevaarlijke mensen Rino! In Libië ook veel slechte wegen. En deze mensen snel rijden met auto. Tweehonderd kilometer per uur! Veel, veel dood!'

Hij heeft sindsdien problemen met zijn rug. Zo heeft hij zijn tocht verdergezet. Grotendeels te voet, en daarna met de boot. Ik vraag hem hoelang hij onderweg was.
'Ik weet niet' zegt hij, tuurt in de lucht, maakt een draaibeweging met zijn hand.
'Misschien vier, vijf maanden. Van Libië naar Italië met boot met zeshonderd mensen. Als goed acht uur. Als slecht drie, vier dagen. Bij mij was goed. Toen een grote boot, bij Sicilië. Allemaal zwemmen naar grote boot.'

Hij is al verschillende keren afwezig geweest door ziekte. Met zijn rug, maar ook omdat hij soms niet kon plassen.

Op een keer staat hij in zijn afdeling en het zweet rimpelt op zijn voorhoofd. Als hij me ziet, houdt hij zijn handen op zijn buik en mompelt met een gekwelde gelaatsuitdrukking: 'Kan niet, kan niet...'
Ik vraag hem of hij de dokter al eens over de vrachtwagen heeft verteld.
'Dokter begrijpt niet. Dokter voelt met hand zo', hij maakt knedende bewegingen met zijn handen, 'stuurt mij naar kinesist' er komt een pijnlijke grijns op zijn gezicht.
'Kinesist niet goed.'
'Toch moet jij naar de dokter.'
'Alles is vol bij dokter. Ik kan pas dag na morgen.'

Ik zoek uit wie zijn huisarts is en bel hem op. Leg de situatie uit en vraag of hij weet heeft van Feysals ongeval toen hij op weg naar hier was.
'Het is het eerste dat ik daarvan hoor. Als dat zo zit, moeten we foto's maken.'
Feysal kan meteen op consultatie.

Het bleken twee verschillende dingen te zijn. Het betrof zijn onderrug en zijn nieren. Een week later ging Feysal opnieuw aan het werk, alsof het allemaal opgelost was. Het duurde veertien dagen voor hij weer problemen met plassen had.
'Vandaag niets Rino' zei hij. 'En gisteren zoveel', hij hield duim en wijsvinger een centimeter uit elkaar.
'We gaan een scan moeten nemen' zuchtte de dokter aan de telefoon.
Daarna was Feysal opnieuw een hele week thuis.

Maar nu is hij er dus weer.
'Ik moet pilletjes' zegt hij. 'Pilletjes zijn goed, beter nu.'
Het is eventjes stil terwijl we eten.
'Zij kijken naar scan, en toen hebben zij nog scan gemaakt.'
'Twee scans?'
'Ja, twee scans. En één scan kost 500 euro!'
'Dat moet jij toch niet betalen?' Hij lacht.
'Nee, mutualiteit. Maar in Somalië moet je zelf betalen.

Mijn mama in Somalië werd heel ziek. Zij moest operatie. Tweeëntwintigduizend euro! Zij heeft geen geld. Familie toen huis verkocht. Want gezondheid is belangrijk, heel belangrijk Rino!

Volgend jaar in maart nieuwe president in Somalië. Dan alles beter. Oude mensen zijn gek in Somalië. Ze zijn gek!'
Hij schudt zijn hoofd, kijkt kwaad naar me, alsof hij het nog altijd niet kan begrijpen. Daarna haalt hij diep adem en zucht. Kijkt op, zijn blik verzacht, hij knikt, alsof er iets op komst is. Iets dat hoopvol is.
'Nieuwe president is jonger. Jong is beter.'

Geen opmerkingen: