maandag 18 december 2017

OLIVETTI 82

De winkel was dicht, de kassa geteld en de boekhouding bijgewerkt. Na het controleren of alle deuren gesloten waren en alle kachels uitgezet kon ik naar huis. Ik kwam bij de ontvangstreceptie en zag daar een voorwerp staan dat met een hoes was afgedekt. Het bleek het een mechanische schrijfmachine te zijn.
Een Olivetti 82.
En toen moest ik aan Eriek Verpale denken.

Eriek Verpale was ooit een mooie jonge god in de Nederlandse letteren. Hij werd met veel goden vergeleken, maar voor mij verbleef hij op eenzame hoogte. Een ster aan het literaire hemelraam van de lage landen. Helaas veel te vroeg uitgedoofd.
Ik las 'Alles In Het Klein' toen ik drieëntwintig was. Verpale smokkelde me via z'n obsessies en verlangens zijn leven in. Hij liet me kennis maken met de vele jonge meisjes waar hij een zwak voor had. Keek diep in eigen boezem en schuwde geen taboes. Legde zijn hart bloot zodat ik soms bijna niet durfde te kijken. Hij maakte me nieuwsgierig naar de Jiddische cultuur. Reed de sombere, duistere kantjes van het leven er niet af in zijn schrijven. Talloze kleine, aandoenlijke, vaak als brieven vermomde verhalen over de liefde en de dood waarbij je moest lachen en huilen en dat soms tegelijkertijd. Er ontvouwde zich een hele wereld die zowel vertrouwd als nieuw aandeed. Het is nog steeds één van mijn favoriete boeken.

Ik heb het boek eens binnen gekregen - hier in de Kringloopwinkel - in de oorspronkelijke uitgave. Voor het eerst dacht ik: Wie doet er zoiets weg? Hoewel ik heel goed weet dat ons materiaal vooral door toeval bij ons terecht komt. Een stelling die ik ook te pas en te onpas verdedig bij mensen die denken dat het in de Kringloop altijd om afgedankte en/of versleten spullen gaat. Terwijl we regelmatig nieuwe dingen in de winkel presenteren.
Cadeaus die de mensen niet of niet meer willen, of die teveel ruimte innemen. Prijzen die ze met een of andere tombola wonnen, het winnende nummer hangt er soms nog aan. Spullen die men kocht om te gebruiken, maar die te groot, te klein, niet het juiste kleur hebben, niet geapprecieerd worden door de partner, kinderen, ouders. Die in een kast zaten tot ze ooit eens - op een mooie dag - van dienst konden zijn en nu weeral plaats moeten maken voor andere, nieuwere spullen. Het stond al een tijdje op tweedehands.be maar de adverteerders hebben geen geduld meer, of ruimte nodig. Of, en dat gebeurt meer dan je denkt: de brengers hebben gewoon heel veel sympathie voor de Kringloopwinkel. Het heeft veel geld gekost maar ze beseffen dat ze het toch nooit nodig zullen hebben en gunnen ons de opbrengst. Echt, ze bestaan dit soort mensen. Misschien bent u er zelfs één van.

Maar nu stond ik daar dus met een exemplaar van 'Alles In Het Klein' in mijn handen. De staat van het boek zou men in boekhandelskringen als 'keurig' omschrijven. 'Het is een keurig exemplaar'. Of 'Het boek verkeert in een goede staat'. Dit betekent, afhankelijk van de leeftijd van het boek - want dat speelt natuurlijk ook een rol - dat iemand het misschien heeft gelezen, maar dat het dan een lezer was met liefde voor boeken. Deze lezer was er in elk geval in geslaagd om de ontsierende leesrimpels in de rug van het boek grotendeels te vermijden. Bovendien had niemand met een balpen geschreven in het boek. Ook een pluspunt, behalve als het de schrijver zelf is natuurlijk, die er een opdracht heeft in gezet. Maar het mooiste van alles: het was een eerste druk.
En toen dacht ik dus, voor de allereerste keer sinds ik hier werk: 'Wie doet er zoiets weg?'

Het heeft hier maanden gestaan. Oké, u weet dit natuurlijk niet maar een boek staat hier normaal drie, vier weken. Dan gaat het er onherroepelijk uit. Er zijn gewoon teveel boeken. Of mensen die ze wegdoen. Is het iets speciaals, dan sturen we het nog eens naar een collega, misschien heeft hij meer geluk bij het vinden van een lezer. Maar is het een gewoon boek, een uit de gratie gevallen bestseller, dan belandt het zonder pardon bij het papier. Dat is het lot van een boek. Er komen ook zoveel boeken binnen, elke dag, volle dozen. En vaak dezelfde boeken. Momenteel worden we overstelpt met de 'Vijftig Tinten' trilogie. 'Grijs', 'Donkerder' en 'Vrij'. Regelmatig komen ze zelfs samen binnen, meestal nog zo goed als nieuw. Met een extra omslag rond elk boek waarop te lezen valt wat een gigantisch succes de boeken hebben. Honderdduizenden verkochte exemplaren. Eens met in het eerste boek na twintig pagina's een boekenwijzer. Verder was de lezer niet geraakt.
Ik zal niet beweren dat deze boeken hier dagelijks arriveren, maar op zijn minst een keer per week. Je raakt ze ook niet meer aan de straatstenen kwijt. Er bestaan geen statistieken van maar ik ben ervan overtuigd dat de Kring(loop)winkels samen momenteel jaarlijks minstens een container kunnen vullen met de exemplaren die ze van deze boeken moeten weggooien.
Maar voor 'Alles In Het Klein' maakte ik een uitzondering. Nog één termijn beloofde ik mezelf. Het kan niet anders of iemand jubelt het op zekere dag uit, daar in de boekenhoek. Springt er een gat in de lucht.
Het werden er twee, drie, vier, vijf...
Telkens ik het boek zag was het alsof een goeie, oude vriend gedag zei. Tegelijk bloedde mijn hart. Het werd mijn eigenste, trouwe winkeldochter. Tenslotte ben ik schaamteloos reclame voor het boek gaan maken, stak het menige lezer ongevraagd in handen - grensoverschrijdend gedrag voor een verkoper - tot eindelijk die dag aanbrak dat iemand het niet aandurfde om het terug te zetten en het voor de volle twee en een halve euro kocht.

Ik heb Eriek Verpale één keer ontmoet. Ergens in het jaar 1990 was mij ter ore gekomen dat hij een lezing gaf in Houthulst. Ik was nog nooit naar een literaire lezing geweest. Op een maandagavond reed ik terug naar de streek waar ik mijn jeugd had doorgebracht. We zaten met een tiental personen in het stadhuis waar de lezing doorging. Een van hen was de schrijver hemzelve. In zijn beste jaren maar toch al lichtjes kalend, en in het bezit van een baard en een bril. Tenger en een beetje verlegen maar toch straalde hij voor mij een fikse portie rock 'n roll uit. Verder zat de gemeentesecretaris daar, een kloeke cafébazin voor wie het sluitingsdag was, en een klein publiekje met hun winterjassen nog aan in dat ongezellige, koude, met daglichten verlichte lokaal. Verpales tong ontdooide en toen wierp hij zijn leven voor ons te grabbel. Vertelde smakelijke anekdoten en was zichtbaar op zijn gemak. De cafébazin stelde de meeste vragen maar die hadden weinig met literatuur te maken. Ze wou alles weten over de cafébazin in zijn boek. Verder deed ons gezelschap er vooral het zwijgen toe. Nadien was ik te verlegen om mijn boek te laten signeren.
Enkele jaren daarna ging ik met mijn vriendin naar een voorstelling van Grasland, een monoloog van Verpale gebracht door Bob De Moor. Het was ergens in Brugge. Mijn vriendin had de hele dag buiten gewerkt, ze was toen huisschilder voor de kost, en viel al snel in een diepe, vredige slaap. Ik heb me kostelijk geamuseerd met het relaas van de kapper die als fervent Elvis fan zijn leven lang spaarde om ooit eens naar Grasland, lees: 'Graceland', te kunnen gaan, om uiteindelijk door zijn vrouw in de steek gelaten te worden voor een Elvis imitator. Een tragikomisch verhaal waarbij de tranen je af en toe over de wangen rolden van het lachen, er zo over dat het alleen maar echt gebeurd kan zijn.

Daarna bleef het grotendeels stil rond Eriek Verpale. Er verschenen nog wel enkele proeven van zijn kunnen zoals de tot boek herwerkte theatermonoloog 'Olivetti 82', 'Gitta', zijn nagelbrievenboek 'De Patatten zijn geschild' en 'Katse Nachten' maar veel beroering bracht het niet teweeg. Ikzelf, verwend als ik was, beschouwde deze boeken als zoethoudertjes in afwachting van het echte werk.
Jaren later, toen ik in de boekhandel werkte deed het gerucht de ronde dat het niet zo goed met de schrijver ging. Dat hij af te rekenen had met een depressie. Dat hij verbitterd was door het gebrek aan succes en de tegenslagen in de liefde, zo erg dat hij tegenwoordig bedankte voor vrouwelijk gezelschap en enkel nog de aanwezigheid van zijn kater Poesjkin verdroeg. Dat hij aan de drank was en als een kluizenaar in armoede en eenzaamheid leefde.

Enkele keren per maand organiseerde ik een boekvoorstelling en heimelijk droomde ik ervan om één van mijn favoriete schrijvers naar mijn winkel te kunnen halen. Geregeld peilde ik bij de vertegenwoordiger naar zijn toestand.
Plots verschenen er nieuwe gedichten van Verpale in het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Naar het scheen werkte hij aan een boek. Hij had er weer zin in. Omstreeks die periode kreeg ik het telefoonnummer van Verpale te pakken.
Op een avond, na sluiting, toetste ik de cijfers in. Iemand nam stilzwijgend op. Of ik bij Eriek Verpale terechtgekomen was? Een man met een dun, beverig stemmetje antwoordde me dat dat klopte. Ik legde uit dat ik boekhandel De Zondvloed in Roeselare uitbaatte waar er af en toe een schrijver werd uitgenodigd. Hij hoestte als om de roest uit zijn stem te weren. Het was duidelijk dat hij die dag nog niet veel woorden had vuilgemaakt. Was er niet ergens anders nog een boekhandel die zo heette? Inderdaad, ik werkte in de zusterwinkel van de Zondvloed in Mechelen. Hij mompelde in zichzelf. Dat hij dit niet vaak meer deed. Er meestal ook geen zin in had. Want dat er toch niemand nog interesse voor Verpale had. Maar misschien toch wel. Het leek me een verwarde man, iemand die niet goed wist wat hij wou. Ik trok mijn stoute schoenen aan en stelde enkele datums voor. Hij mompelde dat hij het momenteel eigenlijk nogal druk had. Dat het niet zou lukken op die data. Dat het te kortbij was. Ik hoorde hem praten naast de telefoon. Begreep hier en daar een woord maar niet wat hij bedoelde. Het ging over vroeger, zoveel kon ik er wel uit opmaken. Zijn stem klonk gedempt, vervormd. Het drong tot me door dat hij het niet tegen mij had, maar tegen iemand anders. Een denkbeeldig iemand. Hij bleef praten, klagend. Ik voelde me getuige van iets wat ik niet wou horen, niet wou zien. Zei dat het me speet dat ik hem gestoord had. Hij zei dat het geen probleem was en dat ik nog eens terug moest bellen. Dat het uiteindelijk wel zou lukken. Toen ik inhaakte wist ik dat ik hem nooit meer zou horen.

Hoezeer je je toch kunt vergissen! Een vrijdagavond, enkele maanden later, het was eventjes voor sluitingsuur, kreeg ik telefoon. Eriek Verpale. Wanneer hij zou worden opgehaald? Hoezo zei ik, nu was mijn stem dun en onzeker. Welja, zei hij, het was toch vandaag die lezing in de Zondvloed in Roeselare?
Ik dacht snel na. Het was even voor zessen. Een onaangekondigde lezing. Van Eriek Verpale nog wel... Ik kon enkele telefoontjes doen. Misschien slaagde ik erin een tiental mensen te motiveren om te komen. Maar wie zou hem dan ophalen? Terugbrengen?
'Het spijt me' zei ik. 'U hebt me enkele maanden geleden gezegd dat u niet kon vanavond.'
'Hoezo?' zei hij. 'Bent u daar zeker van? Dan heb ik me toen vergist. Want ik ben vrij dus het kan toch.'
'Maar ik kan dit niet meer georganiseerd krijgen' zei ik. 'Ik had het graag een beetje voorbereid zodanig dat er een publiek is. Ik weet van veel mensen dat ze het fantastisch zouden vinden om hier een lezing van u mee te maken, maar die mensen kan ik op zo'n korte tijd niet bereiken. Dus zou ik liever een latere datum afspreken. Dan kunnen we een affiche maken. En een nieuwsbrief rondsturen...' Ik hoorde de bezettoon. De verbinding was verbroken.

Ik werkte reeds enkele jaren in de Kringloopwinkel toen ik in het nieuws hoorde dat Eriek Verpale gestorven was. Zijn werkster had hem op maandagochtend gevonden.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe zo'n Olivetti 82 er eigenlijk uitzag. Hier staat ze nu, op mijn bureau.
Wie weet waar ze vandaan komt.

Geen opmerkingen: