zondag 18 november 2018

VERNIS

Ze komt hier enkele keren per week langs; een kort geblokte gestalte, haar haar in een dot en hamsterwangetjes. Eerst dachten we dat ze ergens kwaad om was, maar ze kijkt gewoon zo chagrijnig. Dat ze niet antwoordt op verwelkomingen of een 'tot ziens!', is ook heel normaal - hebben we ondervonden. Ze kijkt niet naar je, zelfs niet als ze je iets vraagt. En een bedankje kan er nooit vanaf. We nemen het haar niet kwalijk, zo is ze nu eenmaal.
De verrassing was dan ook des te groter deze namiddag, ik was bezig met het prijzen van fietsen toen ze eraan kwam, maar dit keer keek ze me lachend aan en liep kordaat naar me toe.
'Amai, zo'n mooi artikel in de Dag Allemaal! Hoe ben je daarin terecht gekomen? Drie pagina's! Mooie reclame ook voor de kringloopwinkel... Zijn ze naar hier gekomen voor een interview? Allez, proficiat hoor!' Ze is de derde deze week die me erop aanspreekt. Het is dus waar dat een nummer van het tijdschrift wekenlang van hand tot hand gaat.
Dat het daarna soms nog jaren in de wachtzaal van de dokter ligt, had ik zelf al ondervonden.
Veel meer dan lachen en knikken kon ik niet doen, want ik kreeg er geen woord tussen. En voor ik het goed en wel besefte, liep ze weer verder dus had het geen zin meer om te proberen nog iets toe te voegen aan het gesprek. Toch altijd verrassend als iemand plots ontpopt tot een geheel ander persoon dan diegene die je op basis van indrukken en vooroordelen voor je denkt te hebben. Dat moment dat het ijs breekt en je een glimp opvangt van de mens onder de vernislaag.
Waardoor ik, toen ze even later met een volle boodschappentas terug naar buiten liep, 'tot ziens!' riep. Maar ze keek strak voor zich uit met dat norse gezicht, en gaf opnieuw geen kik meer.

Geen opmerkingen: