zondag 18 november 2018

SECRETARESSE

Faisal gunt zichzelf geen rust tijdens de pauze. Hij wil constant zijn Nederlands oefenen. En dat je hem corrigeert telkens hij een fout maakt.
Hij neemt een zwarte, een gele en een rode stift uit het blik voor ons en legt ze in die volgorde op tafel.
'Dat is Belgische vlag.'
'En wat is de Afghaanse Vlag?'
Hij vist de gele stift er van tussenuit, schuift de rode tegen de zwarte en legt daar een groene naast, waarna hij triomfantelijk naar me lacht.
'Welke is de mooiste vlag?'
Hij kijkt eventjes bedenkelijk naar me, merkt dat ik ernstig ben, en laat zijn blik op de stiften zakken.
'Kleur van vlag maakt niets uit', zegt hij. 'Afghanistan is mijn land, ik hou van mijn land. Het is niet goed in mijn land en dat is jammer. Maar in België is het goed. En goede mensen in België. Ik ben blij dat ik hier ben.' Hij stopt de stiften terug in het blik dat op tafel staat.
'Hoeveel provincies in België?' vraagt hij plots.
'Negen', zeg ik snel.
'Tien!' Hij roept het bijna, het enthousiasme van een kind.
'West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Oostende, nee niet Oostende, Antwerpen, Limburg, Luik, Luxemburg, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, Namen en Henegen, Henogen, Henegon...'
'Henegouwen', verbeter ik hem, hij knikt.
'De president van België heet Filip.'
'Er is geen president in België', zeg ik.
'Maar Filip...', zegt hij.
'Filip ja, maar president, nee.'
'Nee, nee, hoe zeggen...'
'Koning', zeg ik.
'Ja, koning Filip!'
'Weet je het verschil tussen koning en president?'
'Ja, president is keuze van mensen. Koning keuze van papa!' Je kunt niet anders dan meelachen, het is zo aanstekelijk als hij lacht.
'Weet je al wat je hierna wil doen?'
Hij weet meteen wat ik bedoel.
'Ja, eerst ga ik taal leren. Daarna kijk ik voor ruibewuis.'
'Rijbewijs.'
'Ja, ruibewuis. En dan leer ik computer. Héél belangrijk, computer!'
'En wat ga je daar mee doen? Met wat je leert?'
Verlegen slaat hij de ogen neer.
Je ziet het wel vaker bij deze jonge mannen die hun jeugd gemist hebben door op de vlucht te zijn. Een lange, moeilijke reis vol ontberingen die hen gehard heeft, en waardoor ze een eelterige bolster hebben aangemaakt die je als buitenstaander maar moeilijk kunt peilen. Maar als je hun vertrouwen wint, kun je een glimp van de inzittende opvangen en zijn het plots weer kinderen. Heel ontroerend is dat. 
Laatst toonde hij me onder het eten een filmpje op You Tube; een forse man die in een fitness center op een bank gaat liggen. Een tweede man reikt hem een halter met gewichten aan. De eerste man maakt zich klaar om het ding aan te nemen, het ziet er allemaal heel ernstig uit. Maar als de halter in zijn handen belandt, ontsnapt er hem een forse wind. Ogenblikkelijk barst iedereen in het filmpje in lachen uit. Het was beslist niet voor het eerst dat Faisal ernaar keek, maar ook hij gierde van het lachen, viel bijna van zijn stoel en moest nadien de tranen uit zijn ogen vegen.
'Ik wil secretaresse worden.'
'Wat? Secretaresse?'
'Ja, is goed werk!’
‘Maar dan zul jij eerst naar ziekenhuis moeten, Faisal.'
'Waarom naar ziekenhuis? Nee nee, niet naar ziekenhuis. Ik secretaresse worden!’
Ik sta recht en veeg een deel van het bord af, neem een krijtje en schrijf ‘secretaresse'. Daaronder schrijf ik 'secretaris'.
'Kijk Faisal, secretaresse is een meisje. Daarom zul jij naar ziekenhuis moeten. Maar wil je dat niet, dan kun je nog altijd secretaris worden. Dat is een jongen.' Hij begint hoofdschuddend te lachen.
‘Secretaris’, zegt hij, 'ik wil secretaris worden.'
'Hoelang ben je naar school geweest, Faisal?'
'Tot vierde' zegt hij.
'Hoe oud was je toen?'
'Ik was dertien, en toen ben ik naar hier gekomen. Ik wist niets. Helemaal niets! Alles over de wereld heb ik hier geleerd, in België.’
'Waarom wil je secretaris worden? Wat wil je dan doen als werk?'
'Telefoon opnemen bij dokter!' zegt hij. 'Of in OCMW, aan loket zitten en mensen doorsturen!'
'Dat lijkt me een plan', zeg ik.
'Maar eerst moet ik goed Nederlands leren', zegt hij. 'Jij moet helpen, hier in kringloop, om taal goed te maken!'
'Om juist te leren spreken', zeg ik.
'Ja', zegt hij vastberaden, met een koortsachtige blik waarmee hij ambitieus voor zich uit staart.
‘Om juist te spreken voor Faisal!’

Geen opmerkingen: