maandag 27 januari 2020

ROGER

'Heb je het al gehoord van Roger?'
Gesprekken die zo beginnen voorspellen meestal niet veel goeds.
Dwino kijkt me vragend aan.
'Nee,' zeg ik, 'ik heb niets gehoord.'
'Je weet wel, Roger?' zegt hij nog eens om zeker te zijn dat we het over dezelfde man hebben, en waarmee hij de spanning verder opdrijft.
'Die oudere man die er altijd een beetje verwaarloosd bij loopt?'
'Ja, en die nooit vriendelijk is.'
Dat is een kwestie van perceptie. Naar mijn mening is Roger gewoon een man van weinig woorden. Die geen aandacht zoekt of vraagt. De eerste jaren dat ik hier werkte kreeg ik geen blik van Roger. Daarna knikte hij al eens, en de laatste jaren gromde hij vriendelijk naar me.
'Dag Roger!'
'Grrrrr!'
'Wat is er met Roger?'
'Ze hebben hem onder de brug gevonden.'
'Wat bedoel je, onder de brug?'
'Welja, Roger dronk veel hé, en ze denken dat hij zich heeft doodgedronken.'
Wat een triestig voorval aan het begin van het nieuwe jaar.
Ik ken Roger niet goed maar hij hoorde bij onze kringloopwinkel. Twee, drie keer per week kwam hij langs. Vroeger kocht hij hier videocassettes, als laatste der Mohikanen. Speciaal voor hem voorzagen we een plankje. Tot hij tenslotte ook overschakelde op dvd's, en de videobanden een bezienswaardigheid begonnen te worden. Alle andere winkels in onze regio hadden de verkoop wegens geen afnemers meer, toen al jaren stopgezet.
Roger had evengoed Jorah of Sandor kunnen heten, want hij leek op zo'n oude, taaie, angstaanjagende strijder uit Game Of Thrones. Een oermens, puur natuur, met een ring aan elke vinger, liefst met een doodshoofd als afbeelding. Gebleekte tatoeages die als krullende slierten vanonder zijn t shirt tevoorschijn kwamen, met slangenkoppen die hun bek in zijn hals en nek opensperden. Een donkergroene oliejas. Een pet op zijn hoofd waar woeste krullen onder uitstaken. Een grijs-bruine baard die nog nooit een barbier had gezien en er ook nooit één zou zien. Een oude, veelvuldig opgelapte bromfiets die niet zou misstaan hebben om mee ten strijde te trekken in één van de Mad Max films.
Ook Nathalie schrok toen ze het hoorde. Van Jos vernam ik dan weer dat hij hier nog gewerkt had, lang, lang geleden, ver voor mijn tijd. Dat hij toen al een man van weinig woorden was. Dat hij soms, als hij te warm had, in zijn marcelleke stond te werken, de klanten met zijn indrukwekkende tatoeages imponerend.
Ik vertelde het verhaal van Roger aan de keukentafel thuis. Je kunt niet beweren dat we een goeie band hadden, maar toch deed het me iets, ik weet ook niet waarom. Misschien dat het die brug was, om daar zo onder sterven, verlaten door Jan en alleman.
Vandaag, net toen ik aan de gedachte begon te wennen, zei Nathalie me, toen ik na een overleg binnenkwam, 'je raad nooit wie hier zonet is geweest.'
Ze had gelijk, ik kon het niet raden.
'Roger', zei ze. En dat het maar raar deed.
Hij was herrezen uit de doden.
Ook Dwino viel uit de lucht.
'Maar... Dan... Is het een andere Roger die ze daar gevonden hebben...' Hij schudde zijn hoofd.
Ik heb mezelf beloofd onze Roger de hand te schudden als ik hem zie.
En hem alsnog een gelukkig nieuwjaar te wensen.

Geen opmerkingen: