maandag 27 januari 2020

GEACHTE HEER HENDRICKX, HOOFDREDACTEUR VAN DE DIKKE VAN DALE,

In de ochtend op Radio 1 hoorde ik Michaël Van Droogenbroeck in gesprek met de trotse voorzitter van Unizo. Trots, omdat het woord dat hij met zijn organisatie bedacht en ingestuurd had, 'Winkelhieren', verkozen was als Belgisch woord van het jaar 2019.
Op zich is er niets mis met het woord 'Winkelhieren', behalve dan dat het plat en kleurloos is, een bloedeloze term die alleen door zelfstandige ondernemers bedacht kon worden.
Niet dat ik iets heb tegen het idee dat er achter steekt want lokaal winkelen kan alleen maar toegejuicht worden natuurlijk. Het is goed voor de lokale winkelier, de lokale landbouwer, de versheid van het product, de gezondheid van de consument én het milieu.
Maar aangezien de Dikke Van Dale toch ook een reputatie hoog te houden heeft rond correct taalgebruik, verwacht je als liefhebber van mooie woorden enige verfijning, wat humor en/of spitsvondigheid bij zo'n bekroonde term. Zaken die ik stuk voor stuk mis in 'Winkelhieren' en die nochtans in vorige edities min of meer aanwezig waren, zie moordstrookje (2018), koesterkoffer (2017), samsonseks (2016) of kraamkost (2015).
Hoe is het mogelijk dat dit het woord van het jaar kon worden? Welke taalliefhebbers hebben zich tot zoiets karakterloos laten verleiden?
Het gebeurt via stemming natuurlijk. Het woord van het jaar wordt met een poll verkozen en Unizo had een oproep geplaatst om voor 'Winkelhieren' te stemmen. 33% van de bijna negenduizend stemmers volgde het advies, naar grote waarschijnlijkheid allemaal zelfstandige ondernemers.
Ik meende eerst 'Winkelgieren' te horen. Ik zag meteen twee betekenissen in dat woord, namelijk norse winkeliers die nooit tevreden zijn en oneerlijke prijzen vragen, en vervelende kopers die constant proberen af te dingen. Maar dat had tenminste nog iets ondeugends.
Tweede woord was 'Klimaatspijbelaars', een woord dat zijn bestaansrecht ondertussen bewezen heeft maar daar is dan ook alles mee gezegd. Gelukkig was er nog een derde woord, met grote voorsprong de meest uitgelezen term in deze top drie, namelijk 'Egelwegel'.
Het betreft de ruimte die tussen twee tuinen vrijgelaten wordt om egels door te laten. Vooral die 'wegel' is treffend: je ziet de egel er zo doorheen waggelen.
Tot slot wil ik hierbij evenwel benadrukken dat mijn ontgoocheling omtrent de keuze van het woord van het jaar niets, maar dan ook niets te maken heeft met het feit dat mijn eigen inzending, 'Kerstbalen' - eventjes genoeg van kerst hebben - niet weerhouden werd. Ik ben een sportieve deelnemer, en kan tegen mijn verlies. Daarbij, volgend jaar stuur ik 'kerstbalen' opnieuw in en koppel er dan meteen een stemoproep onder gelijkgestemden aan. Iedereen die af en toe eens baalt van kerst kan dan zijn stem uitbrengen. Je hoeft geen Nostradamus te zijn om nu al te weten wat het woord van 2020 wordt.
Met vriendelijke groet
Rino Feys

Geen opmerkingen: