zondag 15 oktober 2017

KNAP

Ik was de hoek met lattenbodems en bednetten aan het opruimen. Die bevindt zich net achter de hoge houten horizontale molen waarover de tapijten hangen. Zo blijft dat hoekje een beetje uit het zicht. Lattenbodems en bednetten zijn niet meteen onze mooiste artikelen dus dat komt goed uit. En wie zoekt, die vindt. Maar omdat ze een beetje verborgen staan, oogt hun opstelling wel eens slordig. Op zoek naar het juiste formaat haalt de klant alles door elkaar. Ik besloot ze in de dagelijkse planning op te nemen, bij de lijst 'te controleren'.
Ervoor staan de slaapkamers – kleerkasten en bedden. Daarnaast de zetelhoek – salons en salontafels. Alles rijkelijk aangevuld.
Ik had weinig plaats om te manoeuvreren. Ik haalde de metalen bednetten er van tussenuit. Deze waren verstelbaar. Mensen hadden de binnenste en buitenste afmetingen die op het kasticket vermeld stonden genegeerd of ze wilden met eigen ogen zien of het wel waar was. Of misschien had de magazijnier er geen begin aan gezien toen de stukken arriveerden en ze hier zo geplaatst. Maar nu waren het losse onderdelen. Ndue kwam net langs en ik vroeg hem om eventjes te helpen om de stukken met elkaar te verbinden. Even later maakte ik de constructies met boutjes aan elkaar vast. Om de hoek opnieuw te kunnen inrichten moest alles plaats maken. Ik plantte de lattenbodems tussen de zetels. Daar zaten ze vast en konden ze niet omvallen. De bednetten plaatste ik tegen de zijkant van een robuuste driezit; niet helemaal volgens het boekje maar dat was maar voor eventjes. De hoek was nu vrij en ik begon alles terug te zetten.

Een goeie werkleider delegeert. Het is een van de eerste dingen die ik leerde in de Kringloopwinkel. Hij zet iedereen aan het werk en loopt rond. Steekt af en toe een handje toe, helpt mee waar nodig, stuurt bij maar laat de medewerkers vooral hun gang gaan. Een werkleider die het werk zelf opknapt, heeft geen overzicht. Ziet niet wat er achter de schermen gebeurt. Heeft geen controle over de situatie. De enige goeie reden om het werk zelf uit te voeren is omdat er niemand anders is om het te doen. De mensen die het normaal moeten doen zijn naar school. Hebben verlof genomen. Hebben zich ziek gemeld. In een ideale situatie zijn we hier met negenen. Vandaag waren we met drie.
Eerst rangschikte ik de lattenbodems in rijtjes op formaat. Twee van zeventig op twee meter, samen geschikt voor een twijfelaar. Twee van tachtig op twee meter, het klassieke tweepersoonsbed. Twee van negentig op twee meter, dat is wat iedereen nu zoekt. Die zijn dus maar zelden beschikbaar. En als je er twee binnenkrijgt, is er vaak maar eentje bruikbaar – weliswaar ideaal voor een eenpersoonsbed. Ernaast was er nu ruimte voor de bednetten. Er waren er drie. Ik nam de eerste weg en plaatste hem tegen de muur. Ging achteruit om de nieuwe opstelling te beoordelen. Draaide me om. Wist eventjes niet wat me overkwam.

Ik kreeg een geweldige dreun tegen mijn hoofd. Wankelde op mijn benen. Mijn bril werd weggeslingerd. Met veel lawaai stortte mijn kaartenhuisje in. Hoofden draaiden zich in mijn richting. Gelukkig waren het enkel medewerkers want het was bijna middag, en zo dadelijk gingen we sluiten. Ik zag Ndue van ver komen aanlopen. Djetenin die het dichtstbij stond, sloeg haar handen voor haar mond en stamelde: 'Mon chef!' Ik tastte naar de plaats waar ik geraakt was, en keek verbaasd naar het bloed aan mijn handen.
Ik raapte mijn bril op en liep duizelig naar de keuken. Nam een vel keukenpapier en hield die op de pijnlijke plaats. Bekeek het resultaat in de spiegel. Twee snijwonden, op de zijkant en op de brug van mijn neus, waarschijnlijk door mijn bril toegebracht. Letsels waar meteen weer bloed uit welde. Maar het zag er niet uit alsof het genaaid moest worden. Ik bedekte de pijnlijke plaats met het al aardig rood kleurende keukenpapier en bestudeerde mijn bril. De linkerarm van mijn bril was enige tijd geleden losgekomen. Ze bleken toen bij de opticien gelukkig nog over de juiste onderdelen te beschikken om het te herstellen. Nu was de rechterarm helemaal scheef gedraaid en zat verrassend los voor iets dat nog vast hing. Misschien, mits wat extra plakband en enige voorzichtigheid, kon ik de bril de rest van de dag nog dragen.
Even later stond ik boven in mijn bureau en keek uit over de winkel terwijl Nathalie een verbandgaas uitknipte.
'Zo komt je EHBO opleiding toch nog eens van pas' zei ik.
Ik zag hoe Ndue de omgekeerde metalen bednetten weer overeind zette en voelde de druk op mijn neus door de zwelling toenemen. Gelukkig heb ik een kleine neus. Ze kan gerust een tijdlang iets groter ogen. Maar ze zou waarschijnlijk ook blauw worden. Ik dacht aan de onderpastoor in Zarren toen ik een kind was. Middenin dat bleke gezicht zat een paarse neus, met daarop af en toe een grote zweer.
Nathalie sneed een groot stuk tape af dat ze dwars over mijn gezicht legde, over het verbandgaas.
'Nu ben je knap hoor' zei ze.

Merkwaardig welke reacties je uitlokt met zo'n verband op je gezwollen neus. Sommige mensen lachen spontaan, anderen durven bijna niet meer te kijken. Nog anderen verstarren en vragen of het pijnlijk is. Maar zelden vraagt er iemand wat er precies gebeurd is. Misschien gaan ze er meteen van uit dat het iets gĂȘnants is. Een verkeerd woord tegen de verkeerde klant. Tegen een deur aan gelopen. In mijn geval was het niet veel beter.
Aan enkele mensen vertelde ik wat me overkomen was. Een vrouw zei: 'Ongelofelijk hoeveel bloed er in een hoofd zit.' Iemand lachte alsof ik een goeie grap had verteld.
'Heb je er dadelijk weer enkele mooie littekens bij' zei een oudere man, 'op die kaart van je leven. En dan kun je straks weer enkele sterke verhalen aan je kleinkinderen vertellen.'
Als kinderloze man was dat toch wel even schrikken.

Geen opmerkingen: