maandag 13 mei 2019

WAAROM?

Magere, gerimpelde handen stallen de zorgvuldig bijeengesprokkelde buit voor me uit op de winkeltoog. Soms is het er maar eentje, maar meestal kiest ze er een stuk of drie, vier uit. Waar we het aanbod laatst mee hebben aangevuld, blijkt echter een schot in de roos; het zijn er een dozijn. Ze straalt, en het lijkt eventjes alsof ze zal beginnen dansen.
'Muziek, dat is mijn leven!' zegt ze. 'Het zou hier maar een triestige bedoening zijn zonder muziek. Want ik heb het niet gemakkelijk, meneer!'
'Zeg maar Rino!' 

'Wablief?'
'ZEG MAAR RINO! MENEER IS THUIS GEBLEVEN!' Ze lacht. 
Ze heeft het me al enkele keren verteld; haar man heeft twee beroertes gehad en is daardoor heel behoeftig geworden, iets waar hij moeilijk mee om kan.
'Weet u dat ik een gehandicapte dochter heb? En echt,’ ze zet een stap achteruit en schudt haar hoofd terwijl ze me aankijkt, ‘ik doe alles wat ik kan voor haar. En ze beseft dat ook. Maar een keer om de zoveel tijd belt ze me om me dan de haren van het hoofd te verwijten. Waarom ik haar niet heb laten weghalen! Waarom ik haar zo op de wereld heb gezet! Razend is ze dan…
En ik weet wel dat het door haar aandoening komt dat ze zo tegen me praat maar ik ben er toch elke keer ondersteboven van.'
Ik tel de cd's. Vijf maal één euro, vier maal één euro vijftig, twee maal twee euro en één keer twee euro vijftig. In de vlucht zie ik Sacha Distel, Claude François, Louis Neefs en Bobbejaan Schoepen.
'Maar gelukkig is er muziek hé. Want ik heb dat nodig!' Ze lacht. 'Om te recupereren!'

Geen opmerkingen: