zondag 7 april 2019

GRATIS



Voor wie in de recyclageshop werkt is het duidelijk, het is niet vol te houden zoals we bezig zijn. Dit is een wegwerpmaatschappij; er is gewoon teveel van alles.
Kortom: lang leve de kringloopwinkel!
Al die auto’s die volgeladen af en aan rijden. Op sommige dagen staan ze hier gewoon in file.
Misschien moeten we een formule uitwerken waarin iedereen eens een weekje mee kan werken in de ontvangstreceptie. Een duik in de wereld van het hergebruik. Zie het als een stage en bereid je voor op een confrontatie.
Soms houden de brengers halt op weg naar het containerpark. Ze vragen ons om er, wat nog bruikbaar is, van tussenuit te vissen. Meestal is het meer dan ze verwacht hadden. Spullen kunnen beladen zijn met een geschiedenis waardoor de eigenaar er een vervormd beeld van heeft. Een buitenstaander heeft daar geen last van.
Zoals die stokoude meubeltjes voor kinderen: een schoolbankje, een poppenkast, een stoeltje, een winkeltje… Zo oud als de straat en heel aandoenlijk in zijn eenvoud. Vreemd als je beseft dat sommige van de kinderen die ermee hebben gespeeld, reeds van ouderdom gestorven zijn.
Soms ontbreekt er iets, of het functioneert niet meer. Een plank die scheefgetrokken is, een poot te weinig, een lade mankeert, een scharnier die stuk is. We steken de koppen bij elkaar om te kijken hoe we het op gaan lossen. Ons motto: ‘Opgelet: je kunt het maar één keer weggooien!’
Maar we missen de tijd en vaak ook het geschikte personeel om zaken grondig op te lappen of te restaureren. Hier ligt er dus een mooie kans voor nog meer hergebruik voor het grijpen. Sommige meubeltjes waar nu geen mens naar omkijkt kunnen, mits een kleine ingreep, plots weer onweerstaanbaar charmant én bruikbaar zijn.
Maar het omgekeerde kan ook. Soms proberen mensen via ons het containerpark te vermijden, willen ze die oude, onverkoopbare zithoek bij ons kwijt en zijn ze kwaad als we hun versleten meubels niet aanvaarden. Begrijpelijk, in het containerpark betaal je vandaag veel geld voor het verwerken van grof vuil. Gelukkig is het een enkeling die niets vraagt en zijn haveloze spullen dan maar voor opening of na sluiting bij ons dumpt. Sluikstorten noemen we dat.
Ik ben opgegroeid in de jaren zeventig en tachtig. Toen al hadden wetenschappers de mond vol over de klimaatverandering. De wereld was er gerust in. Het zou wel zo’n vaart niet lopen.
Greenpeace begon globaal actie te voeren. Agalev, het latere Groen!, zag het levenslicht. Ik ben de vijftig voorbij en alles is in die tijdspanne veranderd, behalve het menselijk gedrag. Klimaatverandering beheerst vandaag het nieuws dankzij de overstromingen, de extreme hittegolven en langdurige droogtes met massale bosbranden tot gevolg. De situatie is onrustwekkend, daarover lijken onze beleidsvoerders het eens. Toch leverden de voorbije klimaatconferenties weinig of niets op want dat vraagt om investeringen en lange termijn denken en de meeste politici plannen nu eenmaal maar vijf of zes jaar ver.
Hoezo, de volgende generaties?
Het heeft lang geduurd maar eindelijk is het zover, de jongeren komen in opstand. Hoe dit zal evolueren, niemand die het weet. Maar er is iets in gang gezet dat niet meer teruggedraaid kan worden. We kunnen het niet meer negeren, als we niets doen gaat de wereld zoals we die nu kennen, naar de vaantjes. Toch wordt er door velen meewarig of lacherig over gedaan, en op sociale media regent het cynische opmerkingen. De volwassenen van morgen moeten vandaag braaf naar school gaan, punt! En bovendien, zoals een vriend van me zei, met een betoging ga je de wereld niet redden.
Het is ook niet gemakkelijk voor ons, grote mensen, om nog ergens in te geloven. Dat heeft veel te maken met de corruptie en de opeenstapeling van schandalen in de binnen en buitenlandse politiek. De sfeer van onzekerheid die heerst. Zijn onze kerncentrales onveilig? Gaan we zonder elektriciteit vallen? Dreigt er een watertekort? Kunnen we de migratiedruk wel aan? Extreem rechts profiteert van de angst en rukt op.
Daarbij, waarom zou je nog moeite doen als één iemand kan beslissen om met zijn vinger op een knop te duwen en daarmee een deel van de wereldbevolking van de kaart kan vegen?
Gelukkig houdt het de jongeren niet tegen. Zijn hun jonge breinen nog niet aangetast door doemdenken en onverschilligheid. Het vervult me met optimisme en moed. En met zin om ook weer iets te ondernemen.
Zoals vanmorgen, naar het gemeentehuis gaan om een sticker waarmee je reclamedrukwerk kunt weren. En ik bied mijn verontschuldigingen aan, aan heel de wereld, dat het zolang moest duren.
Want ziehier de opbrengst van wat vrijdag in de bus viel: zeven losse en twaalf in plastic verpakte folders en reclameboekjes, alles samen goed voor 356 in kleur gedrukte pagina’s. 356 bladzijden die ik elke week zonder een blik waardig te gunnen bij het papier gooi. In 52 weken tikt dat aan tot 18.512, en in die dertig jaar dat ik mijn ouderlijke huis verliet zijn dat ondertussen 555.360 pagina’s oftewel 1.800 boeken van 300 bladzijden, waarbij ik vergeet dat het advertentiepakket dat je brievenbus te slikken krijgt de laatste jaren fel gekrompen is.
Op de site van Milieu Centraal in Nederland staat te lezen dat ongeveer 23 % van de huishoudens zo’n sticker op hun brievenbus hebben hangen.
In 2016 waren er in Meulebeke 4601 huishoudens. 77 % daarvan is 3543, x 555.360, wat neerkomt op 6.558.801 boeken van 300 bladzijden die ongevraagd in de Meulebeekse huishoudens afgeleverd worden op een jaar tijd, om op de papierstapel te belanden.
Maar er zijn nog stickers, daar in het gemeentehuis, en ze zijn gratis.


Geen opmerkingen: