maandag 13 mei 2019

DJUDEDJU

De dag was rimpelloos verlopen, en ik had tot mijn verbazing vastgesteld dat ik eigenlijk niets noemenswaardigs te melden had. Geen grote wereldschokkende of hartverscheurende anekdotes van medewerkers, geen grappige dialogen tijdens de pauze tussen anderstaligen uit verschillende uithoeken van de wereld die zich noodgedwongen in iets dat voor Nederlands door moest gaan, probeerden uit te drukken, geen brengers die met het raadsel van de eeuw op de proppen kwamen.
Ik stond met de laatste klant aan kassa. Een eerder onopvallende oudere dame. We keken samen naar het gat in het kledingstuk.
'Djudedju', zei ik. 'Dat is jammer.'
Ze knikte en gaf me de bloes terug.
'Je weet door wie die uitdrukking bekend geworden is?'
Ze glimlachte terwijl ze het vroeg.
'Djudedju?'
Natuurlijk wist ik het, iedere inboorling hier wist het, het behoorde tot het collectief geheugen in de streek.
’Dankzij de conference ‘Avelgem’ van de cabaretier Gerard Vermeersch.’
Ze knikte goedkeurend terwijl ze haar aankopen wegstopte.
’Mijn vader was destijds een fan,’ zei ik, ‘en ik ken het dus al vanaf mijn jeugd. Maar later kwam ik de vinylplaat eens tegen in een kringloopwinkel, toen ik nog een café uitbaatte in Roeselare. Soms, bij sluitingsuur, als de klanten nog geen zin hadden om te vertrekken, spraken we af dat ze nog een laatste drink mochten bestellen, op voorwaarde dat hun glas leeg was aan het einde van het nummer waarmee ik af wou sluiten.
Een tijdlang was dat de sketch Avelgem, die, denk ik, zo'n zeven minuten duurde. En iedereen ging daarna goedgemutst naar huis. Ik heb het al zoveel keren gehoord en ik vind het nog altijd geweldig. En nu, zoveel jaren later werk ik in Avelgem...’
‘Ja, Gerard Vermeersch’, zei ze. ‘We hebben hem goed gekend. Hij kwam geregeld bij ons thuis. Gerard was bevriend met mijn man die toen nog bij Radio 2 presenteerde. En op een keer viel hij bij ons binnen, heel enthousiast over iets dat hij had meegemaakt in Oudenaarde. Maar een deel van het verhaal moest in het dialect gebracht worden. Gerard was oorspronkelijk van Ieper en dat was een perfectionist hé. Want tussen het Iepers en het dialect uit de streek van Avelgem is er een groot verschil. Het was de bedoeling dat mijn man hem een beetje bij zou sturen.
Het was een heel gedoe, ik hoorde ze bezig, avond na avond, het ging er soms luid aan toe. Maar ze bleven volhouden en tenslotte was de sketch klaar. Ja, wie had dat kunnen denken, dat Gerard toen al zo dicht bij zijn dood was. Want ineens was het allemaal gedaan. Hij was nog maar vooraan in de vijftig. Een hartinfarct.’
We liepen samen naar de uitgang.
‘Daarna hebben ze die plaat uitgebracht, op algemene aanvraag en als een soort eerbetoon. Dat waren opnames uit zijn conferences. En ‘Avelgem’ stond daar ook tussen. Mijn man draaide die sketch toen vaak in zijn programma, en plots werd dat een groot succes. Hij was heel daar fier op dat hij dat voor Gerard had kunnen doen.'
Ze draaide zich om en keek naar me.
'Maar het is allemaal zolang geleden... Gerard Vermeersch is in 1974 gestorven.’
Het was zachtjes beginnen regenen en ze liep voorovergebogen met korte, haastige stapjes naar haar wagen. Ik vergrendelde de poort, liep terug naar de kassa, printte de daginkomsten af en besefte nog maar eens dat de beste verhalen komen wanneer je ze het minst verwacht.

Geen opmerkingen: