zondag 30 december 2018

LOKEEND 2

Het was pauze, ik had net een boterham gesmeerd.
'Rino, er is hier een meneer die je wil spreken.’
Kris liep voor me uit. We kwamen bij de ontvangstreceptie. Een oudere man, iets kleiner dan ik en stevig gebouwd, stond bij twee wijnkistjes waarvan hij het deksel had verwijderd. De kistjes waren tot de rand gevuld met kleine, beschilderde paneeltjes die ik meteen herkende; we hadden er een tijdje geleden vele enkele tientallen van verkocht. Hij stond met zijn rug naar me toe en het was alsof hij mijn aanwezigheid voelde want plots draaide hij zich om.
'Dag meneer, ik ben Gerard Tanghe, ik ben de schilder van deze werkjes die ik hierbij aan de kringloopwinkel schenk. Ik heb er nog een aantal die ik zal brengen. Er zal altijd wel iemand blij mee zijn zeker?'
‘Absoluut!'
'En ik zou ook nog een boek van u willen. U bent toch de schrijver van dat boek over de kringloopwinkel hé? Iemand zei me dat er een verhaal over mijn schilderwerkjes in staat.’
We liepen samen naar de kassa, en ik gaf hem een exemplaar van Kruimels. Hij bladerde eventjes in het boek en ik wees hem op het verhaal 'Lokeend'.
‘Kent u Hervé?’
De man haalde zijn schouders op.
‘Wie?’
‘Hervé Martijn, de kunstschilder uit Avelgem? Hij exposeert het hele jaar door, er is altijd wel ergens werk van hem te zien. Deze zomer stond hij onder meer op het kunstenfestival in Watou.’
‘Ik weet wie het is, maar ik ken hem niet persoonlijk.’
‘Hij geeft hier les op de academie en Jos, de verantwoordelijke van de Wereldwinkel hier, vertelde me enkele weken geleden dat hij erbij was toen mijn boek tijdens één van zijn lessen ter sprake kwam. Hervé las toen het verhaal voor dat over uw werkjes gaat.’
De man keek me met een verbaasde glimlach aan.
‘Aja? En waarom?’
‘In dat verhaal komt het erop neer dat een kunstenaar wiens werk in de kringloopwinkel belandt, nooit weet bij wie of waar zijn creaties daarna terecht zullen komen. Uw werkjes verkochten hier als zoete broodjes, zowel aan inwoners van Avelgem als aan toeristen uit binnen en buitenland, en waren daar een heel mooi voorbeeld van. Als je het verhaal leest, zult u begrijpen wat ik bedoel.’
De man betaalde, gaf me een hand en vertrok. Ik had niet teveel willen prijsgeven en ook verzwegen dat mensen elkaar destijds verdrongen om enkele van die miniatuurtjes te bemachtigen. Want het stond allemaal in het boek.
Maar misschien had ik wel kunnen vermelden dat er nog altijd klanten waren die vroegen of ik er ondertussen alweer binnengekregen had. Van die kleine, merkwaardige kunstwerkjes van de geheimzinnige G. Tanghe.
Mensen die ik straks gelukkig zou kunnen maken. Want over enkele weken is het kerstmis en straks komt de sint.
Hij had ze op geen beter moment binnen kunnen brengen.

Geen opmerkingen: