zondag 30 december 2018

KERSTFABEL

Het was iets voor achttien uur en ik ruimde mijn bureau en werktafel op toen een zacht getik evolueerde tot geroffel, een salvo werd, en toen een overweldigend neerkletteren op het zaagtanddak van het oude fabrieksgebouw waarin de kringloopwinkel van Avelgem gevestigd is. Tegelijkertijd begon een schaap te blaten en naarmate de regenbui aanzwol, sloten meer schapenkelen zich aan, gehaast en in een steeds hogere toonaard. De bui schakelde terug, hield in en viel stil, net zoals het blaten. En toen begon alles opnieuw, alsof het een test was geweest. Ik hoorde de dieren onder de genadeloos neerstortende regen onrustig roepen om hulp. Omdat ik ze eerder al had zien staan, kostte het me weinig verbeeldingskracht om me hun toestand voor te stellen; hoe ze daar stonden in het aardedonker in de gietende regen, zonder hok om in te schuilen.
Het lijkt wel of ze toenemen, de parken en weiden waar je een of meerdere dieren ziet en waar geen stal te bespeuren valt. Maar van voorgaande jaren heb ik onthouden dat het niets nieuws is onder de regenachtige herfstlucht. Ik heb er gewoon meer oog voor tijdens dagen waarin het weertype guurder wordt. Dierenleed, ik kan er niet tegen. En ik ben gelukkig niet alleen, geregeld lees ik wel eens iets dat iemand op de sociale media heeft gepost over één of andere vorm van dierenverwaarlozing of mishandeling. Onlangs nog een aandoenlijk stukje dat iemand deelde over ondervoedde dieren die door de politie bij de eigenaar weg waren gehaald. Maar wat me het meeste bijgebleven is, was de reactie die iemand eronder plaatste: ‘Hoe kan het dat je medelijden met dieren hebt terwijl er zoveel mensen honger lijden? Zou je daar niet beter over schrijven?!’

Het is verbijsterend hoe selectief we kunnen zijn in het beoordelen van onrecht. Hoe we ons achter het ene drama verschuilen om het andere zonder schuldgevoel te kunnen negeren. Het lijkt wel alsof je, omdat er mensen in nood zijn, niet voor dieren zou mogen opkomen. Het is ook verrassend hoe op het eerste zicht intelligente en vredelievende mensen gespeend lijken van enige vorm van empathie als het op dieren aankomt. Zoals Nelson Mandela de puppy die zijn kleinzoon cadeau kreeg, meteen terugstuurde. Want in zijn huis zou geen geld aan eten of dokters voor een huisdier verspild worden wanneer zoveel mensen op deze aardbol honger leden!
Alsof er iemand door deze tussenkomst van Mandela minder honger heeft gehad.
Vandaag ziet Radio 1 zich genoodzaakt om de slachtoffers in Jemen, waar de ergste hongersnood in honderd jaar woedt, tijdens de warmste week tot goed doel te bombarderen omdat de wereld onverschillig blijft voor het onmenselijke lijden daar, terwijl Ndaba Mandela het zijn grootvader nog steeds kwalijk neemt dat hij geen hond mocht houden. En ondertussen mekkeren de schapen in de regen. Maar we wijken af.
Rijdend van Avelgem naar Anzegem, en vandaar naar Vichte, valt me de kerstversiering op. Het is slechts het begin, maar hier en daar zie je al ledlichtjes netjes rond ramen of vrolijk flikkerend een hert of een kerstman verbeelden in tuintjes. Ook de officiële kerstverlichting - al dan niet met het wapenschild van de gemeente - die volgens vastgelegde afstanden straten overspant, heeft in bepaalde dorpskernen de opslagplaats alweer mogen verlaten. Jaar na jaar word je in sommige plaatsen geconfronteerd met grote kerststerren die wiegen in de wind en ondanks het belachelijk zachte winterweer bevroren lijken. Of met de levensgrote, verlichte kerststal met gipsen beelden van mens en dier naast de kerk of middenop het plein, wachtend op de geboorte van het kind maar die, op het moment dat ik voorbij rijd, het troosteloze van de verlaten dorpskern alleen maar lijkt te versterken.
In de steden nemen de al dan niet overdekte ijspistes ondertussen de marktpleinen in; overal koelmachines en generatoren die zich puffend uit de naad werken terwijl met dikke kabels de noodzakelijke driefasenspanning aangeleverd wordt om, ook al is het een zachte winter, toch maar voor een diepbevroren schaatsvlakte te kunnen zorgen. Alsof de energie problemen die ons land teisteren en het nieuws al enkele weken beheersen, een fabeltje zijn.
Gelukkig ben ik op weg naar huis waar een houtvuur brandt en de potten reeds staan te sudderen op het gasfornuis.
Op enkele kilometers van mijn doel kom ik voorbij een weide waarin een tiental ganzen zitten. Ook hier nergens een hok te bespeuren. Wanneer de lichten van mijn wagen de afrastering van hun park bereiken, zie je ze daarachter liggen, dicht tegen elkaar. Sommige dieren richten zich op en kijken eventjes in het schijnsel.
Er is nog zo’n plek, daar huizen zo’n twintigtal kippen. Op een morgen vorig jaar, brak mijn hart toen ik langsreed en de bijna op elkaar zittende dieren zag, met ijzel overdekt. Hun wankelen verraadde dat ze nog leefden.
Een buurman die zelf dieren heeft, wist me enige tijd geleden te vertellen dat kippen en ganzen geen hinder van vrieskou ondervinden. Net zoals ezels en schapen. Zij kunnen winter zomer buiten blijven staan. Helemaal overtuigen kon hij me niet.
Ze staan bewegingsloos in de regen. Ze klagen niet. Ze tooien zich niet met gele hesjes om te protesteren. Je zou dus kunnen besluiten dat ze er geen last van hebben.
Door het zachte weer lopen de meeste van deze dieren nog steeds buiten rond, in hun weide. Is een hok dan niet verplicht? Je zou denken van niet, wanneer er instanties als dierenwelzijn zijn en je hier met duizenden andere dierenvrienden dagelijks voorbij rijdt.
Maar dan passeer je zo’n plek waar allerlei soorten eenden waggelend vluchten, samen met buitelende berggeitjes, strak rechtop rennende kippen, krijsende ganzen en een dikke, koddige pony, naar het open hok als het begint te regenen. En daar staan ze dan, in het droge, broederlijk naast elkaar naar buiten te kijken. Manmanman, wat een hondenweer!
En ik weet een weide met een enorme treurwilg die tientallen koeien met zijn jommekeskapsel droog houdt tijdens een regenbui. In de rest van het weiland valt geen koe meer te bespeuren, allemaal zitten ze onder de boom.
Lang moet je ook niet zoeken op Google. Al snel kom je tot de conclusie dat al die dierensites het tenminste over één ding eens zijn: geen enkel dier dat zich graag nat laat regenen.
Vooral schapen lijken een hekel aan regen te hebben. En geiten. Nu we toch bezig zijn, koeien en paarden houden ook niet van nattigheid. Net zoals pony’s en ezels.
Gewoon eens opzoeken en kijk, Artikel 4 van de wet van 14.8.1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren: ’Ieder persoon die een dier houdt, verzorgt of te verzorgen heeft, moet de nodige maatregelen nemen om het dier een in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domesticatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen.’
Bij Dierenwelzijn Vlaanderen lees ik dat eigenaars van dieren bij hevige regen, sneeuwbuien of extreme koude moeten zorgen voor voldoende beschutting, vers voer en water. Wanneer de dieren altijd buiten staan, moeten ze over een droge plaats beschikken waar ze kunnen neerliggen. Geiten en schapen kunnen minder tegen de kou en moeten bij extreem lage temperaturen in een stal verblijven. Runderen en paarden hebben er niet zoveel last van, tenzij in combinatie met neerslag en wind. Weidedieren moeten kunnen schuilen voor de zon. Bomen en hagen kunnen hiervoor zorgen maar moeten dan voldoende aanwezig zijn, voor alle dieren. Er moet ook genoeg vers en proper water beschikbaar zijn. Paarden en runderen kunnen tot zestig liter water per dag drinken!
Kortom, alle dieren hebben dus een hok nodig. Zie het als een kerststal, maar dan met levende wezens.
‘Want dieren zijn precies als mensen!’

Geen opmerkingen: