zondag 30 december 2018

DE DOOD VAN STEPHEN KING

Mijn collega was ziek zodat ik de verschillende boekenafdelingen zelf moest aanvullen. Een vrouw naast me mompelde iets. 'Wablief?' zei ik, maar ze gebaarde dat het tegen haar vriendin was.
'Al die boeken die hier staan, ik zei: er zitten heel recente titels tussen, boeken die normaal twintig of vijfentwintig euro kosten, hier voor een tiende van de nieuwprijs!'
'Ja,' zei ik, 'sommige mensen kopen boeken om hun boekenkast mee te vullen, anderen om ze te lezen en daarna naar de kringloopwinkel te brengen.'
Ze schudde met haar hoofd: 'ik niet hoor!', en dook voorovergebogen in een rek van waaruit er toen een gedempt 'ik lees ze én ik houd mijn boeken!' kwam.
'Ja, maar een beetje lezer heeft op den duur toch te maken met plaatsgebrek? Bovendien is het goed voor ons, en wie weet straks ook voor jou!'
Ze lachte schalks naar me terwijl ze uit het rek met thrillers opveerde, bladerde eventjes in boek dat ze uitgekozen had, en zette het toen weer terug.
'En er is net weer een schrijver dood. Mijn man zei het me vanmiddag, het was op de radio, Stephen, Stephen...'
'King?' vroeg ik geschrokken.
'Ja! Die is het!' zei ze, niet zonder enig enthousiasme.
'Is het niet Stephen Hawking?' Ik schrok van mezelf want het voelde een beetje vies aan dat ik de ene Stephen voor de andere in wou ruilen (al was die andere dan al een tijdje dood, waardoor hij - tot overmaat van ramp - ook niet kon concurreren met recente doden).
'Neenee, het is wel degelijk Stephen King! Hij zou vooraan in de zeventig geworden zijn.'
Ik wist dat de schrijver van bizarre en verslavende verhalen zich rond die leeftijd bevond.
'Nu ja, we moeten allemaal dood', zei ze, in wat een onhandige poging leek om me te troosten.
Het greep me meer aan dan wat je zou verwachten wanneer één of andere Amerikaanse schrijver er het loodje bij neerlegt, maar ik had toevallig net een boek van King gelezen. Geen beklemmende horrorthriller, sciencefiction of één van zijn meer literaire romans, maar zijn biografische schrijversboek, 'Schrijven en Leven'. Een meeslepende leeservaring waar ik eventjes geen genoeg van kon krijgen en toen was het uit.
In het eerste deel vertelt King hoe hij als zesjarige, na een lange periode van ziekte, waarin hij de hele tijd stripverhalen las, begon met schrijven - aanvankelijk ‘imiteren, dan creëren’. Voor zijn eerste vier zelfverzonnen verhaaltjes kreeg hij telkens een kwartje van zijn moeder, de allereerste dollar die hij met schrijven verdiende. Enkele jaren later begon hij zijn verhalen op te sturen. Hij schreef ze, verstuurde ze en vergat ze dan. Hij probeerde geen al te grote verwachtingen te koesteren. En ondertussen kabbelde het leven verder: hij werd verliefd, studeerde af, trouwde, werd leraar Engels, toen vader en raakte aan de drank. Ziedaar, de blauwdruk van een leven.
Maar, zoals we allemaal weten, is dat niet hoe het King uiteindelijk verging. Want de verhalen die hij instuurde, bleven niet onopgemerkt. Eerst nog waren het beleefde afwijzingen die hij terugkreeg, daarna persoonlijker briefjes met tips en advies en tenslotte ging men over tot publicatie en vielen er postcheques in de brievenbus.
Een hele mooie passage in het boek gaat over het schrijven van Carrie, zijn eerste boek dat twee jaar na verschijning door Brian De Palma in pellicule vereeuwigd en onvergetelijk werd dankzij Sissy Spacek.
King legt uit wat de aanleiding voor het verhaal vormde, en hoe hij twee ideeën, wreedheid onder tieners en paranormale begaafdheid, met elkaar verbond. Wat zijn inspiratiebronnen waren en hoe hij alledaagse gebeurtenissen in het boek verweef. Hoe hij het liet rijpen, het toen herlas en tenslotte enkele trucjes toepaste om het geheel te doen kloppen.
In het tweede deel trakteert hij ons op een aantal inzichten. Hoe schrijven telepathie is, bijvoorbeeld, waardoor schrijvers en lezers elkaar dankzij boeken ontmoeten, hetzelfde zien en denken, en zomaar pardoes in een vingerknip duizenden jaren voor of achteruit kunnen in de tijd. Hij opent zijn gereedschapskist, heeft het over het verschil tussen werken en talent, over lezen (hij leest tachtig boeken per jaar) en schrijven, en hoe dat laatste niet zonder het eerste kan. Over de werkplaats en het vastleggen van een dagelijks schrijfdoel als het je plan is om een echte schrijver te worden (iets waar hijzelf nooit vanaf wijkt), en over de weg naar die tweeduizend woorden per dag. Over het kiezen van je onderwerp, intellectuele oneerlijkheid en geld verdienen. Over hoe plot en spontaniteit niet samen gaan. Over hoe je boeken moet vermijden waar op de cover staat ‘in de traditie van’, en dan de naam van één of andere succesvolle auteur. Over het zware ongeval dat hij in 1999 had.
Om te vermijden dat het lichtje van je ‘spoileralert’ plots oplicht, laat ik het hierbij. Maar laat me misschien besluiten dat ‘Over Leven en schrijven’ net zo verslavend is als zijn andere boeken, en zich kan meten met zijn beste werk.
’s Avonds zocht ik met een bang hart het wereldwijde net af naar Stephen King. Dat bevestigde wat ik, dankzij de nieuwsberichten ieder uur, inmiddels reeds vermoedde. Want nergens werd er melding van zijn dood gemaakt. Het vreemde was dat er ook geen andere bekende schrijver was overleden, of een beroemde zanger of één of andere topatleet. Maar daar kunnen we natuurlijk (pardon my French) niet rouwig over zijn, want tot nader order staat het vast en wat een pracht van een ondertitel:
STEPHEN KING, NOG STEEDS SPRINGLEVEND!

Geen opmerkingen: