zondag 30 december 2018

HERT

'Het hert kwam in volle snelheid uit de struiken, ik kon het dier niet meer ontwijken. Later bleek er een waarschuwingsbord te staan. Door de klap kwam mijn rechtervoorwiel vast te zitten en lukte sturen niet meer. De auto schoof naar het andere rijvak en daar ben ik, 104 meter verder, frontaal op een tegenligger gebotst. Een jong stelletje. Niet dat ik me daar ook maar iets van herinner. Ik ben pas twee dagen later in het ziekenhuis wakker geworden. Het koppeltje in de tegenligger heeft de klap niet overleefd. Ik denk nog elke dag aan die kinderen.'
Het is de eerste keer dat ik hem zonder krukken zie. Hij hinkt een beetje maar verder stapt hij redelijk normaal. Ik denk dat het ondertussen meer dan een jaar is dat hij hier met zijn vrouw langskomt.
Dat gezicht, vertrokken van de pijn. Je zag hem lijden, maar hoorde hem nooit klagen.
'Een nieuwe heup' verklaarde hij toen. En dat de dokter hem verplicht had om zo snel mogelijk weer in beweging te komen. Bij elke stap kreunde hij, bijna onhoorbaar. Vroeg toen of ik nog boeken over de oorlog had. Er stond niets in de winkel dat hij niet in zijn collectie had.
Het is tegen de regels. Achteraan gaan kijken of we de klant misschien toch nog kunnen helpen. Want iedereen heeft wel iets waar hij naar op zoek is. Maar om de één of andere reden had ik meteen met deze man te doen, en tijdens het sorteren was me een boek over de eerste wereldoorlog opgevallen. Ik ging het halen.
Hij nam het vast, bladerde erin en eventjes, heel kort, ontspande zijn gezicht.
Daarna kwamen ze om de zoveel weken op bezoek. Ik had altijd wel iets liggen waarmee ik hem een plezier kon doen. En iedere keer vertelde hij iets over het verloop van zijn genezingsproces. Tot vandaag was ik er - verkeerdelijk dus - van uitgegaan dat de heup door een lichamelijke aandoening vervangen moest worden.
'Achteraf bleek dat die jongen te snel reed en bovendien gedronken had. Maar dat maakte niets uit natuurlijk want ik was diegene die het ongeval veroorzaakte. Die ouderparen hadden elk een kind verloren maar merkwaardig genoeg leken ze niet kwaad op mij maar op elkaar. Het ging er heel bitsig aan toe tussen hen in de rechtbank. De ouders van het meisje gingen zo ver mogelijk van de ouders van die jongen zitten.'
'Maar jij kon er toch niets aan doen, dat het hert plots de weg opliep?'
'Ja, dat zei de rechter ook maar daarna zei hij dat er toch iemand zou moeten betalen. En aangezien het hert van niemand was, kon de opgelopen schade via die weg dus niet verhaald worden.'
'Is er dan geen fonds dat tussenkomt in zo'n geval?'
'Ja, het gemeenschappelijk waarborgfonds, maar dat geldt niet als er waarschuwingsborden staan. Ook al heb ik achteraf kunnen aantonen dat ze die namiddag op herten hadden gejaagd in de regio en de dieren dus verstoord waren.'
Tientallen boeken heeft hij hier gekocht, over alle facetten van de oorlog. Er zaten getuigenissen bij van onvoorstelbare verschrikkingen, te erg voor woorden. Pure horror. Blijkbaar deed groter onheil het zijne verbleken. Putte hij daar op de één of andere manier troost uit.
Maar soms was de eigen ellende te groot, was hij de wanhoop nabij en woog het plezier van de vondst niet op tegen de strijd die hij leverde. Dan stond hij ergens stil te wachten op zijn vrouw, leunend op één van zijn krukken met een boek over de oorlog in zijn handen, starend naar de grond als een gebroken man.
Die onderhuidse onrust die van hem afstraalde! Terwijl hij kalm moest blijven, omdat het zijn enige kans op herstelling was. Vallen was voldoende om nooit meer te kunnen stappen. Iedere beweging plannen. Het rustig aandoen.
Als zelfstandige met een goed draaiend, eenmansbouwbedrijf is het niet vanzelfsprekend. Hij vertelde me dat hij verzekerd was geweest, maar onvoldoende en kreeg slechts een stukje van de hoogoplopende ziekenhuiskosten terugbetaald.
Gelukkig had hij in de vele jaren dat hij werkte geregeld iets opzij gezet voor later. Zelfstandigen moeten nu eenmaal zelf zorgen voor hun pensioen. Ondertussen bleef er van dat spaargeld niet veel over. En hoezeer hij ook zijn best deed om met oefeningen zijn herstel te bespoedigen, het verliep allemaal te langzaam naar zijn mening. En dat was nog niet alles.
'Ik had een heel lieve vrouw en we hadden het goed samen. Maar ze kon het niet aan, van die kinderen. Ze heeft veel gehuild. Ze werd er ziek van, het was verschrikkelijk. Ik zag haar wegkwijnen. Op een dag kreeg ik in het ziekenhuis een telefoontje van mijn dochter: 'Mama is aan het doodgaan! Wat moet ik doen?!' En in paniek riep ik: 'Weet ik veel, jij bent toch de verpleegster?!' Maar achteraf bleek dat er niets was dat ze had kunnen doen, want ze is gestorven aan een hartaderbreuk.'
'Sorry, ik dacht dat dit je vrouw was...'
We kijken samen naar de vrouw die in de kledijafdeling rondloopt.
'Dat was haar beste vriendin. Ze is ook door een hel gegaan, heeft drie keer kanker gehad, stel je voor! De derde keer dat de diagnose werd gesteld, kon haar man het niet meer aan, en is hij van haar weggegaan. Het was te zwaar voor hem. En zo hebben we elkaar gevonden, in onze miserie. We hebben allebei iemand die we liefhadden verloren en dat houdt ons samen.'
De eerste keren dat ik deze vrouw zag, las ik wantrouwen en verbittering in haar gezicht. Alsof ze het lachen verleerd had. Het was duidelijk dat ze niet geloofde dat het nog goed zou komen.
'Ze hadden die kunstheup ondertussen vanwege een infectie weer moeten verwijderen, en ik moest in een rolstoel naar de begrafenis.
Tot drie keer toe hebben ze die kunstheup er uitgehaald en teruggeplaatst. Het bleef ontsteken. Uiteindelijk waren mijn billen nog zo dik (houdt de toppen van duim en wijsvinger van zijn rechterhand tegen elkaar)! De dokter zei dat ik er niet op moest rekenen dat ik ooit nog zou kunnen lopen. Hij keek zijn ogen uit toen ik de keer daarop met krukken bij hem binnenging. Want ik ben een vechter en was vastbesloten om me niet te laten kisten. Elke dag ging ik zwemmen, en fietste zolang als toegelaten was op de hometrainer.
Maar ik ben niet naïef. Ik weet dat het nooit meer als voorheen zal worden. Soms zit mijn heup vast en moet ik mijn bekken handmatig weer in de juiste positie draaien. Maar ik kan alweer halve dagen werken. Ik heb onlangs ook eens een hele dag gewerkt. Ik voelde me 's middags nog goed, en dacht dat ik het aankon. Maar daarna heb ik enkele nachten zwaar moeten boeten en niet geslapen van de pijn. Dus doe ik het nu iets rustiger aan, ik kan niet anders. Ik moet tevreden zijn met wat ik ondertussen heb bereikt. Gelukkig heb ik collega's die me helpen. Pas op, ik stond vroeger ook altijd klaar als ik iets voor ze kon doen. Als ze uitvielen en er een klus moest worden afgewerkt. Maar dat weegt niet op tegen wat zij nu voor mij doen. Het ongeval is nu al twee jaar geleden en zij steunen me nog altijd.'
Ze komt met enkele kledingstukken bij hem staan, toont ze hem. Samen bewonderen ze de opbrengst. Nooit eerder zag ik ze zo ontspannen samen.
'Vroeger gaf het me altijd een goed gevoel, als ik ergens zo'n waarschuwingsbord met een hert zag. Alsof ik me ineens middenin de natuur bevond. Maar eigenlijk zegt zo'n bord: 'Pas op, als je hier een hert aanrijdt, ben jij verantwoordelijk voor de gevolgen!'
Pas als ze weg zijn, besef ik dat hij niet om boeken heeft gevraagd.

Geen opmerkingen: