woensdag 20 mei 2020

VOLGROEID

Welzijnseconoom Paul Frijters zegt in De Standaard van vandaag dat de maatregelen die genomen worden om het coronavirus in te dijken, te verregaand zijn. Frijters geeft les aan de London School of Economics in London en is specialist in Arbeids- en welzijnseconomie. Het bijvoegsel 'welzijn' zou verkeerdelijk kunnen geïnterpreteerd worden als ware de man bezorgd om de bevolking, maar niets is minder waar. Hij is dan ook een econoom, het tegenovergestelde van een zorgverlener. Deze laatsten zijn bekommerd om elk mensenleven, jong en oud. Economen zijn in de eerste plaats begaan met de economie, en zo niet, dan hebben ze het verkeerde vak gekozen.
Het probleem met interviews met economen in kranten temidden een coronacrisis is dat ze haaks op alle andere artikelen staan. Artikelen waarin wetenschappers, zorgverleners, dokters, virologen, enzovoort, proberen duidelijk te maken dat het een pandemie betreft door een virus waar ze na vier maanden nog steeds niets van begrijpen, laat staan dat ze er vat op krijgen.
Ze proberen de mensen moed te geven, maar tussen de regels lees je dat ze de wanhoop nabij zijn. Ook al ben je niet gelovig, nu moeten we met zijn allen bidden.
Economen echter, doen uitspraken waar je als filantroop pijnlijke steken bij in je hart voelt.
Mocht dit laatste gepaard gaan met een gezwollen keel, koorts en hoesten, contacteer dan voor alle zekerheid misschien ook eens een dokter.
Een welvaartmaatschappij waarin groei en levensverwachting hand in hand gaan, daar is het Frijters om te doen. Voor ieder levensjaar dat nu gewonnen wordt door de lockdowns, gaan er volgens 'een ruwe berekening' zeventig levensjaren verloren. Dit door de wereldwijde economische schade die zal leiden tot werkloosheid, armoede, eenzaamheid en welvaartsverlies. Wat had de overheid dan moeten doen? Niets, volgens Frijters.
'Voor het merendeel gaat het om mensen die niet lang meer te leven hadden', zegt hij. 'Je moet je verlies nemen.'
Het probleem met dit soort economen is dat ze in enkele weken tijd wereldvreemd geworden zijn. Ze kunnen onmogelijk begrijpen dat hun model dat draait om groei en welvaart onze wereld tot op rand van de afgrond heeft gebracht. Want welvaart betekent voor hen niet dat mensen naast hun job nog tijd hebben om te genieten van de natuur en het leven, maar dat ze over de mogelijkheid beschikken om zich materieel te verrijken en daar navenant voor moeten werken, wat uitmondt in massaproductie, tot meerdere glorie van de globalisatie en de multinationals voor wie 'groei' de enige bekommernis is. Ze begrijpen niet dat iets volgroeid kan zijn, niet meer kan verder groeien. Omdat het op is.
Klimatologen waarschuwen al sedert begin de jaren tachtig van vorige eeuw dat het einde in zicht is. Ze blijken er niet eens zo ver naast te zitten, alleen gaat het nog veel sneller dan ze vreesden. De wereldwijde, jaar na jaar toenemende opwarming zorgt ervoor dat we in een spiraal terecht gekomen zijn met steeds meer bosbranden, droogte, orkanen, overstromingen en een onleefbare aarde als gevolg. Beleidsvoerders de wereld rond draaien mee in dit systeem. Niet dat ze niet bereid zijn om iets voor het milieu te doen, maar het mag niet ten koste gaan van de economie. Ondertussen zitten we reeds in de aangekondigde stroomversnelling. Ook dit virus komt allesbehalve als een verrassing en verwacht wordt dat er nog andere zullen volgen.
'De werkeloosheid is snel gestegen, maar zal niet even snel weer dalen. We zullen er nog jaren last van hebben', zegt Frijters. Misschien dat Frijters nu al een andere job kan zoeken.

(18/04)

Geen opmerkingen: