woensdag 20 mei 2020

BRIEF AAN JEROEN MEUS



Dag Jeroen, Mijn vriendin is een keukenprinses. En dat treft, want aangezien ik 's avonds pas na zevenen thuis kom, is zij ook de kok van dienst. Ze zegt dat ze het niet erg vindt, dat ze graag kookt en dat bewijst ze door de zevenentwintig jaren die we samen zijn telkens weer iets magisch uit haar hoed te toveren. Ze jongleert met verse ingrediënten, look en zelfgekweekte kruiden en iedere avond is er die bezegeling van de werkdag aan onze keukentafel in de vorm van een verrukkelijk gerecht waarmee we de afgelopen dag vieren en afsluiten.  Ik kom uit een klassiek gezin, en werd geboren eind de jaren zestig van de vorige eeuw. Mijn moeder was een huisvrouw, mijn vader werkte in de bouw. Er waren toen nog meisjes en jongensscholen, en koken was iets voor moeder de vrouw. De mannen hielpen zelfs niet met de afwas. In die zin heeft mijn vriendin me heropgevoed. Tegenwoordig schipper ik tussen de klassieke en de nieuwe man, en ik hoop dat ik meer naar die laatste neig, maar of me dat lukt zul je aan haar moeten vragen. Zo heeft ze me in de loop der jaren ook de basis van het koken bijgebracht, en ik maak er een erezaak van om haar wekelijks tenminste één keer culinair te verwennen. Daarbij word ik telkens weer vakkundig door je bij de hand genomen in je kookprogramma, Dagelijkse Kost. Zo ben jij, Jeroen, ook al weet je het niet, ondertussen uitgegroeid tot mijn beste vriend in de keuken. Je bent tien jaar jonger dan ik, maar je loodst me door de meest waanzinnige gerechten. Je ontsluiert woorden als steranijs, winterpostelein, kurkuma en mierikswortelpasta. Ras el hanout, tahini en haram masala. De hele wereld passeert hier op ons bord. Waar ik vroeger stress bij voelde, is een ontspannende bezigheid geworden, dankzij jou.  Nu we noodgedwongen thuis moeten blijven heb ik de rol van huisman voltijds op me genomen. Het is alleen maar logisch, want zij werkt in de zorg en staat iedere dag weer paraat. Bovendien is ze momenteel bezig met een groot beeldhouwwerk, dus komt het goed uit dat ik nu wat meer achter het fornuis sta. Ik weet nu wat het is om niet één keer, maar elke avond een eetmaal te bereiden. 's Morgens spreken wij af, jij en ik, halverwege de voormiddag. Ik surf doorheen enkele afleveringen van dagelijkse kost, kijkend hoe je hier aan de pepermolen draait en daar achteloos een snuif zout neergooit. Ik hou van je royale porties boter, hoe je de look plet met het platte van je mes. En met dat filmpje van een minuut lang waarin je verse mayonaise maakt, geef je me het gevoel dat alles mogelijk is. Je bent mijn keukenmentor, je prikkelt en begeestert me, en ik kan bijna niet wachten om eraan te beginnen, vooral als je dan ook nog eens opkijkt en zelf onder de indruk 'dit wordt een topgerechtje' zegt.  Gisteravond  aten we Sint-Jakobsnootjes met gnocchi meunière. Jeroen, je had haar gezicht moeten zien!  'Heb jij die gnocchi zelf gemaakt?', vroeg ze, verbijsterd terwijl ze smakte van genot. Ik mag me gelukkig prijzen, we zijn niet ziek, en ik ken niemand van mijn geliefden of vrienden die momenteel strijdt met deze vreselijke ziekte. En ondertussen scoor ik hier al mijn punten. Ik vond dat ik je dat moest laten weten. En hiermee sluit ik af, want de plicht roept, en ik heb nog geen idee wat ik vanavond zal bereiden. Maar het zal weer bijzonder en uitmuntend zijn, dat staat nu al vast. Hartelijk dank voor alles Jeroen, en neem het maar van me aan: jij hebt een hele generatie mannen leren koken. Dankzij jou kunnen wij vandaag zonder schaamte de keuken betreden en er ons mannetje staan. Dus, als ik ooit eens iets terug kan doen, laat maar weten. Zeer genegen, Rino

(22/04)

Geen opmerkingen: