zondag 3 september 2017

RAKET

'Rino, iemand wil een paar schoenen kopen maar ze hebben een speciale sluiting en we krijgen ze niet open...'
Katrien werkt hier al een hele tijd. Het gebeurt maar zelden dat ze zich geen raad weet.

Een bejaarde man zit in rennerskostuum op het bankje in de schoenenafdeling.
'Ja joengne, tee da d ier éen te styf aangespann, ge kryg da nie mée oopn wei! En ton nog van ooletwée de skoenn!'
'Meuge k ne kée zien?'
Het betreft een rennersschoen, geen specialiteit van me. Ik heb het systeem ook nog nooit gezien. Een lipje schuift door een houder en wordt via een hefboompje aangespannen.
'K zie t ool, ge kent der nog minder van dan ik! Kyk, ge moet up da roa dingske duwn ier, en ton zoe da moetn lossn. Moa t lost niet!'
'Wacht, k goa kée probeern...'
Hij geeft me de schoen en ik volg zijn advies maar er gebeurt inderdaad niets.
'Probeert gy moa! Moa t goa nie veel avance zyn peise k! Moa oast joe wan kee nie veel géen tyd! T komt doa n vrée doenkere wolke, t goa sebiet n vloage doen en k zyn mè de velo!'

Ik neem een schoen mee naar de werkplaats van de magazijniers. Daar probeer ik met een schroevendraaier onder het hefboompje te komen. Het lukt maar het lipje zit nog steeds vergrendeld. Ik probeer het nu eens van de andere kant. Maar ook dat lijkt niets uit te halen. Ik loop met de schoenen tot bij Jelle.
'Zeg Jelle, kej gy da systeem?'
'Nnnnn-ink' zegt hij terwijl hij de schoen bestudeert, 'alhoewel... t doet n bitje peizn an oe da klimschoenen toe goan. En ton moej hier duwn...' hij duwt op het rode knopje, 'en ton zoe da d ier moetn loskomm moa...'
Ik loop met schoen terug naar het magazijn, en probeer het nu met twee schroevendraaiers, waarmee ik hefboom en knopje tegelijk te lijf ga, en vraag aan Djetenin die net langsloopt of zij aan het lipje kan trekken aangezien ik geen hand meer vrij heb. Ze lacht schril, 'o mesjeu' zegt ze terwijl ze me schuin aankijkt, alsof ik iets ondeugends voorstel en trekt het lipje dan uit de houder.

Ik kom terug bij de man die daar met de andere schoen zit en merk dat deze reeds open is. Naast hem staat een jongere man met zijn zoontje.
'En geet de twidde skoe ool oopn gekreegn!'
'Ja, ik nie wei, moa diene n éere ier sig! Deen ee da gedoan. En djoene is wok oopn! En oe eej gy da gedoan? Met die toernaviezn? Ja! Joa noa de kloatn zyn né, k zie t ool!'
Hij neemt de schoen uit mijn handen en bekijkt het ding zorgvuldig.
'Ja, k goa ze moetn andoen zeekre voe te weetn oe dat t skid?'
Hij doet zijn schoenen uit en steekt een voet in de schoen dit ik heb opengemaakt.

'K zoe ze nie te styf anspann, zie daj ze nie mée oopn krygt' zegt de man terwijl hij en zijn zoontje het tafereel zonder te verpinken volgen, 'teféte zy j ne voet kwyt!'
De oude renner haalt zijn voet weer uit de schoen en wijst naar zijn tenen.
'Ja, k zyn ool n déel kwyt, kweete wuk dat t is!'
Nu merk ik dat die voet inderdaad een stuk korter dan de andere is. Maar ik kan alleen maar raden hoe het er onder die sok uitziet.

Hij steekt zijn voet opnieuw in de schoen, schuift het lipje door de houder en spant het aan door te krikken met de hefboom. Daarna drukt hij op het knopje, en de schoen is weer open.
'Allez gow, da ziet er goed uut.' De vader met zijn zoontje glimlacht naar me en loopt door. Ondertussen trekt de bejaarde man zijn schoenen weer aan, en sjokt achter me aan naar de kassa.
'Da zyn diere skoenn wei! Dat is in Kevlar ooloendern! Dat is sterk wei! Mè dedee derby ee k nu ool acht poar!'
Een oude vriend van me had als vaste spreuk: 'Elk zyn ziekte'. Lang geleden waren we vaak de twee laatste klanten in ons favoriete café. Ik zie hem helaas enkel nog eens op Facebook, als zijn vrouw een familiefoto post.

'Ah' zegt Katrien, 'is het gelukt om ze open te krijgen?'
'Joat, dankzij diene n éere doa en diene n éere ier! En k goa ze nu zéere meedoen! Voe die prys! Weet je wuk da da nieuwe kost? Oeveel is t? Vuuf euro zjestig? Kyk sig meiske, zes euro. Ge moe moa twée stikkn van twientig cent were geevn!' Hij stopt zijn aankoop in een rugzakje.
'Meiske' zegt Katrien, 'dat heeft er ook al lang niemand meer tegen me gezegd.'
'Ge zyt toch n meiske?' zegt de man terwijl hij zijn fietshelm opzet, en loopt dan naar buiten.
Nieuwsgierig naar zijn fiets loop ik hem na. Het glimmende, geavanceerde toestel heeft het skelet van een raket.

Hij is de oprijlaan nog niet uit als de eerste druppels - ter grootte van een twee euro stuk - op het beton vallen. Onder een zwaar gekraak scheurt de hemel open. Andere klanten die afgerekend hebben, vallen stil aan de poort en staren stilzwijgend naar het zich aan hoge snelheid te pletter stortende water. Achter ons plaatsen Jelle en Djetenin hier en daar lege emmers tussen de rekken.

Geen opmerkingen: