zondag 3 september 2017

IJS

Ik ben in de boekensortering bezig. De klapdeuren naast me knallen open en ik zie hoe het voorsteven van een blauwe kar zich naar binnen wurmt. De oude deuren bieden weinig weerstand. Ze hebben al heel wat te verduren gehad.
‘Feysal!' Ik zie hem geschrokken naar binnen turen. 'Ik heb je al enkele keren gevraagd om de deuren eerst open te zetten en te vergrendelen en dan pas met de kar naar binnen te rijden!’ Hij schenkt me zijn meest verontschuldigende glimlach. Koortsachtig denk ik na.
‘Luister Feysal, we gaan het anders doen: als ik je nog eens tegen de deuren aan zie rijden, dan moet je tijdens je pauze ijsjes halen voor iedereen die hier werkt en jij trakteert!’
Zijn gezicht betrekt.
‘Nu in bauze ijsjes halen?’ vraagt hij beteuterd.
‘Pauze' zeg ik en 'nee, de volgende keer' terwijl ik met mijn hand een lus naar voor maak in de lucht 'dat je tegen een deur' ik wijs naar de deuren 'rijdt in plaats van ze open te maken en vast te zetten’ ik zwaai een deur open en vergrendel ze met een hendel in de vloer ‘dan moet jij ijsjes halen en ze ook zelf betalen! Maar dus pas als je nog eens' ik maak opnieuw een lus naar voor 'tegen de deuren rijdt. Deze keer niet.’
‘Is goed, Rino, geen brobleem’ zegt hij en loopt door.

Feysal kan heel goed zijn voeten vegen aan de dingen. Als je als vluchteling uit Somaliƫ komt, je gezin en familie hebt moeten achterlaten, en zo'n verschrikkelijke tocht hebt meegemaakt is het misschien ook maar normaal dat je de dingen gemakkelijker gaat relativeren. Het allemaal niet zo nauw meer neemt. Het is niet eenvoudig om hem uit te leggen dat het echt heel belangrijk is dat hij begrijpt wat iemand anders tegen hem zegt. Je ziet hem ongemakkelijk staan draaien. Het is ons al langer duidelijk dat hij geen talenknobbel heeft. Maar ik blijf erop hameren hoe belangrijk de Nederlandse taal hier voor hem is.
Dat dit de reden is waarom ik soms iets blijf herhalen, tot ik zie dat er licht in die ogen komt en hoe ze plots groter worden, waarna zijn mond lacht en zegt: 'Ik begrijb.' Het vraagt veel energie en doorzettingsvermogen van beide kanten. En dan nog doet hij soms precies het omgekeerde.

We zijn verwend. We hebben een Aldi hier net naast de deur. Altijd handig als je iets tekort hebt. Koffiefilters. Azijn. Melk. Schuursponsjes... Er loopt geregeld wel iemand in zijn pauze over en weer om iets te bikkelen te halen. Tijdens de heetste zomerdagen liep er elke dag wel iemand om een watermeloen of ijs.

Ik denk na over mijn afspraak met Feysal. Ik besef dat hij het vaakst met de kar door de winkel moet aangezien hij het materiaal vanuit de ontvangstreceptie naar de verschillende afdelingen brengt. Het is dus normaal dat hij meer dan de anderen kans maakt om tegen deuren aan te rijden. Bovendien is hij niet de enige, iedereen durft hier wel eens op een stressmoment tegen de klapdeuren aan knallen. Ik heb al enkele keren 's morgens tijdens het werkoverleg gevraagd om voorzichtig met onze deuren te zijn. Nog niet zolang geleden werden ze allemaal opnieuw geschilderd maar daar is ondertussen nog weinig van te merken.
En het helpt. Het valt op dat ze de deuren open zetten. Zich bukken om de hendels liefdevol in die gaatjes in de vloer te schuiven. Maar even snel zie je in de verte plots hoe ze er weer al eens heel voorzichtig tegenaan durven te rijden waardoor ze weinig schade oplopen tijdens het openklappen. Tot het op een dag echt snel moet gaan. We onderbezet zijn. Er sprake is van een noodgeval. Er een vrachtwagen gelost moet worden of een klant staat te wachten. Of tot die dag dat alles er teveel aan is...

De volgende morgen breng ik de kwestie ter sprake tijdens het werkoverleg. Vertel wat ik de vorige dag met Feysal afgesproken heb. Gejuich! Wat een goed idee! IJs voor iedereen! Maar dan voeg ik er iets nieuws aan toe: dat iedereen gelijk is voor de wet van onze winkel, ook ik, en als iemand anders tegen de deur rijdt met een kar, hij evengoed zijn pauze zal moeten opofferen om ijs te halen voor de groep. Stilte. Iemand die zachtjes knikt.
'Ja, iedereen gelijk' zegt Djetenin. Vreemd genoeg vang ik het boze oog van Feysal.
'Geen brobleem' zegt hij nog eens. Soms heb je het gevoel dat hij er niets van begrepen heeft. Soms weet je niet waar te beginnen.

Halverwege de voormiddag is er een dressoir verkocht, en zoek ik Feysal om het zware ding samen op karretjes te plaatsen en naar buiten te rijden. Tenslotte helpt Jelle me en laden we de kast in de bestelwagen van de klant. Als de man wegrijdt, zie ik hoe Feysal in de verte komt aangewandeld. Hij schenkt me zijn breedste glimlach.
'Wel Feysal, van waar kom jij nu?'
'Maar het is bauze!'
'Pauze' zeg ik. 'Maar als je de winkel verlaat moet je me altijd op de hoogte brengen.'
'Maar jij heb gezegd!'
'Wat heb ik gezegd?'
Hij opent de grote boodschappentas die hij bij zich draagt. Verschillende dozen met allerlei soorten ijsjes.
'Maar Feysal...' zucht ik.
'Jij vanmorgen gezegd ik ijs halen in bauze!'
'Feysal, ik heb vanmorgen gezegd dat als ik, of Jelle, of Djetenin, of gelijk wie er vanaf nu' ik maak een lus vooruit met mijn hand in de lucht, 'tegen de deuren rijdt met een kar, ijsjes moet halen voor iedereen die hier werkt. Maar ik heb niet gezegd dat jij vandaag ijsjes moest halen...'
Tijdens deze uitleg zie ik hoe het langzaam tot hem doordringt; hoe zijn ogen eerst groter worden, waarna hij ze sluit, zijn hoofd naar voor kantelt, begint te lachen, hoe hij zijn hoofd schudt en dan steekt hij de tas met ijsjes nog eens naar me uit.
'Heb je het kasticket Feysal? Anders betalen we het deze keer met geld uit ons potje.'
'Neenee, Rino, is voor iedereen. Van mij.'

Gelukkig is het nieuwe schooljaar net begonnen.
Maandagnamiddag heeft hij zijn eerste les.

Geen opmerkingen: