vrijdag 16 april 2021

WELKOM IN DE NIEUWE WERELD

Het virus is opnieuw in volle opmars. Over heel Europa nemen de besmettingen toe, en ook in ons land gaan de cijfers dag na dag omhoog.
Ook de burgemeester van Avelgem heeft een besmetting opgelopen en blijkt ernstig ziek. Het hele schepencollege verblijft in quarantaine. Ogenschijnlijk gaat het leven zijn gewone gangetje, maar iedereen is er op de een of andere manier mee bezig.
Marjan komt binnen. Ik ben net begonnen met het invullen van de dagplanning en noteer haar naam op de aanwezigheidslijst.
‘Er is gisteren een besmetting op het werk van mijn zoon vastgesteld, bij een collega waar hij nauw mee samenwerkt. Mijn zoon is niet ziek maar zit nu in quarantaine. Maar zondag is hij nog bij mij komen eten en de kans bestaat dus dat ik ook besmet ben. Daarom zou ik het begrijpen als je liever hebt dat ik terug naar huis ga.’
Ze staat twee meter van de tafel waaraan ik zit, de ogen boven het mondmasker kijken onzeker in mijn richting.
‘Voel jij je ziek?’ Ze schudt het hoofd.
‘Als je de regels volgt - voldoende afstand houdt, je masker draagt, en je handen geregeld wast of ontsmet - zie ik geen reden waarom je niet zou kunnen blijven.’
‘Oké’, zegt ze, duidelijk opgelucht. Door haar ziekte kan Marjan niet voltijds werken. Ze zou eigenlijk gewoon thuis kunnen blijven maar heeft ervoor gekozen om enkele halve dagen per week met ons mee te draaien, zodat ze af en toe eens van tussen die vier muren vandaan kan. Ze heeft het al vaker gezegd hoe belangrijk deze wekelijkse onderbrekingen voor haar zijn. Haar grootste vrees is momenteel dat er een nieuwe lockdown komt.
’s Avonds, als ik naar huis rijd, hoor ik in het nieuws dat de veiligheidsraad tal van maatregelen versoepeld heeft, ondanks de vele oranje en zelfs rode zones in ons land. Zo wordt de bubbel van vijf losgelaten en is er enkel op drukke plaatsen nog een mondmaskerplicht. Ze rekenen erop dat de bevolking het gezond verstand zal gebruiken.
Ik hoor een sombere Dirk De Vroey, huisarts en professor aan de Vrije Universiteit te Brussel, wanneer de radiopresentatrice hem opbelt voor een reactie. Hij hoopte op maatregelen om te voorkomen dat de ziekenhuizen opnieuw overbevolkt raken de komende weken, zegt dat het water ons ondertussen al weer tot aan de lippen staat en vreest dat we op een ramp afstevenen.
Een dag later wil Raul me even spreken. Hij is van Surinaamse afkomst en werkt hier als brugproject; dat is een systeem waarbij schoolgaan en werken gecombineerd wordt. Raul is een opgewekte jongeman die elke week twee dagen komt meewerken. Zo leert hij hoe het eraan toe gaat op de werkvloer. Bijvoorbeeld, dat als je geen werk hebt, je het moet zoeken. Maar dat je niet met je handen in je zakken kunt staan wachten tot het werk jou vindt. En nog tal van tips die hij later zal kunnen toepassen op de werkvloer.
‘Rino, onze leraar zit in quarantaine. Zijn vrouw is besmet met corona en hij denkt dat hij het ook heeft. Hij heeft zich laten testen maar heeft nog geen uitslag. Ik heb naar mijn stagebegeleider gebeld en gezegd dat ik thuis wil blijven maar ik moest toch komen.’
‘Voel je je ziek, Raul?’
‘Nee.’
‘Wel, als je je aan de afspraken houdt, en geregeld je handen wast of ontsmet, enkel je masker afneemt als je neerzit om te eten, en voldoende afstand houdt, zie ik geen probleem.’
Hij knikt en loopt door naar de kleedkamer, om in zijn werkschoenen te stappen.
Ondertussen blijft de onvrede over de nieuwe versoepelingen toenemen. In de media roepen de virologen dat het niet het moment is om de teugels te vieren, dat we onder ogen moeten zien dat we momenteel middenin een tweede golf zitten.
Het komt ‘s ochtends ter sprake tijdens de werkvergadering.
‘Ze gaan voor immuniteit bij de bevolking, net als in Zweden’, zegt Jan. ‘In Zweden dragen ze geen mondmaskers, het leven gaat er gewoon zijn gang en toch kunnen ze goede cijfers voorleggen.’
‘Ja maar, in Zweden houden de mensen van nature veel meer afstand dan hier’, zegt Kristien. ‘En daar kennen ze ook geen uitgaansleven zoals wij, voor hen is op café gaan eerder een sociale verplichting, en ze zijn maar wat blij dat ze door corona een reden hebben om thuis te blijven. Bovendien tellen ze heel veel doden, dat mag je niet vergeten. En na die eerste besmettingsgolf ging het er inderdaad een tijdje beter dan in de omliggende landen, zogezegd door de ontstane groepsimmuniteit, maar nu zijn de besmettingen ook daar terug in volle opmars.’
‘Onvoorstelbaar toch,’ zegt Marjan, ‘dat ze de mensen gewoon op reis lieten gaan! Iedereen wist dat, als al die reizigers terug zouden keren, de besmettingen weer toe zouden nemen. En heb je die beelden gezien van de Overpoortstraat in Gent?’
‘Je ziet van hier dat ze mikken op groepsimmuniteit’, zegt Kristien. ‘Pas als de ziekenhuizen weer vollopen zal men opnieuw ingrijpen, maar dan is het eigenlijk al te laat. Je kunt alleen hopen dat men het tij nog kan keren, en de besmettingen weer afnemen. Maar daarvoor hebben we een wonder nodig, want als je het van de bevolking laat afhangen, zijn we eraan voor de moeite.’
Het is de eerste dag van Evi, die haar stage bij ons doet. Ze is pas zestien en loopt met Nathalie mee in de kledingafdeling. Haar moeder vergezelde haar tijdens het sollicitatiegesprek omdat Evi zo’n schuchter meisje is. Maar nu moeder er niet bij is, vertelt het meisje honderduit en lijkt ze zich volledig op haar gemak te voelen.
‘En, zijn er besmettingen bij jou op school Evi?’
‘Twee leraren en drie leerlingen zijn besmet.’ Ze zegt het gewoon, alsof het normaal is.
Welkom in de nieuwe wereld.
’s Avonds bellen mijn schoonouders op. Om de zoveel tijd komen ze eten en blijven dan een nachtje slapen. Ondertussen is dit al meer dan zes maanden geleden. Volgende week woensdag zouden ze voor de eerste keer opnieuw bij ons logeren. Maar ze bellen om af te zeggen. Ze durven niet, met die snel toenemende besmettingen. Ze zijn bang dat wij het virus op ons werk zullen opdoen, en hen zullen aansteken.
Ze hebben gelijk natuurlijk. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn op hun leeftijd.
Want het komt erop aan je gezond verstand te gebruiken.

Geen opmerkingen: