maandag 19 april 2021

AFSCHEID VAN KOENRAAD GOUDESEUNE (10 DECEMBER 2020)

Vanavond bereikte me het triestige bericht dat Koenraad Goudeseune overleden is. In 2011, toen ik nog boekhandelaar was, ontdekte ik zijn poëzie, dankzij de weergaloze bundel 'Dichters na mij' die dat jaar verscheen. Ik nodigde hem in de boekhandel uit om zijn bundel voor te stellen, en maakte zo kennis met het steentje in de schoen van de Vlaamse poëzie.
Met terugwerkende kracht las ik eerdere bundels van zijn hand, en keek reikhalzend uit naar nieuw werk. Goudeseune stelde niet teleur, hij leverde met vaste regelmaat tot op vandaag nog vijf lijvige bundels af, ofwel honderden gedichten; een fractie van de stroom echter die eerder op Facebook was verschenen.

Zijn glasheldere observaties waar zowel ironie als mededogen met de menselijke soort uit spreekt - meestal over het onvermogen van de mens om lief te hebben en geliefd te worden, en over het onvermijdelijke verval dat steeds weer uitmondt in de dood - behoren tot het mooiste van wat ik in mijn poëzieverzameling heb staan.
Raar maar waar: ondanks de lofbetuigingen van andere grote schrijvers kwam Goudeseune als dichter amper aan de bak en was het knokken om zijn poëzie gepubliceerd te zien.

Langzaam ontdekte ik dat de compromisloze dichter al even meedogenloos in het echte leven was, zowel tegen vijand als vriend. Goudeseune deed niet aan mooipraterij of schoonschrijverij, hij was als een vulkaan die op ongeregelde tijdstippen uitbarstte. In de wandelgangen werd al eens geopperd dat 's mans drankprobleem daarvoor verantwoordelijk was. Ik heb de dichter enkele keren ontmoet en laat ons het erop houden dat hij, beneveld of niet, met zijn vranke, vrije en koppige Ieperse bakkes gewoon graag heilige huisjes omver blies. Zo moest het gros van het literaire kransje er met vaste regelmaat aan geloven, en al wie daar bij wilde horen. Want ook de nuchtere Goudeseune maakte geen knieval. Zo blies hij alle bruggen om zich heen op en leefde in een zelfopgelegde ballingschap.

Enkele dagen geleden las ik 'De nuttige last van tragiek'. Het betreft een strak gecomponeerd, verrassende en lichtelijk geniale apocalyptische roman waarbij een stel, dat via een datingsite afspreekt, tot de vaststelling komt dat alle andere mensen plots verdwenen zijn en de wereld stilgevallen is. Ze hebben enkel elkaar nog.
Ondertussen vernam ik dat Koenraad Goudeseune ongeneeslijk ziek was. Hij poste op zijn pagina over zijn opname in het ziekenhuis. Daarna bleef het grotendeels stil op enkele hoopgevend sterke gedichten na, tot de droevige dag dat hij wist te melden dat hij weer thuis was maar eveneens dat zijn dagen geteld waren. Hij had ze bovendien zelf geteld want zijn ziekte was van die aard dat hij op zeer korte termijn een levensbeëindiging wist te bekomen.

Net zoals bij de voorgaande romans en gedichtenbundels van Goudeseune blijft het opnieuw heel erg stil in de literaire pers. Behalve enkele aankondigingen van zijn ziekte werd z'n nieuwe roman tot op vandaag nauwelijks vernoemd. Het zal de schrijver thans, na een leven lang strijden voor wat erkenning, worst lezen. (Met Tine Moniek en Didi De Paris)

Geen opmerkingen: