zondag 31 maart 2019

LARA

De bejaarde vrouw toetste vol vertrouwen haar pincode in, maar het apparaat liet via een scherpe geluidstoon weten het niet eens te zijn met de transactie.
'Maar er staat zeker nog geld op die rekening!’, foeterde ze verontwaardigd terwijl ze naar de onwillige betaalterminal staarde. Ik nam de kaart uit het toestel, keek er even naar en gaf het haar toen terug.
'Dat was goed geprobeerd', zei ik.
Ze schudde haar hoofd toen ze zag dat ze een elektronische klantenkaart in het toestel had gepropt, en zei ter verontschuldiging maar ook met een opstandige toon in haar stem, alsof ze boos was op zichzelf: ‘Ja, ik ben er niet helemaal bij met mijn gedachten…’
We herhaalden de handeling met een andere kaart, deze keer met meer succes. Ze zuchtte terwijl ze het betaalmiddel opnieuw in haar portemonnee stak, en zei zacht: 'Mijn hondje is pas gestorven.’
Ik nam een oude krant en pakte de set oude wijnglazen, die ze net had betaald, één voor één in.
'Was het al een oudere hond?'
‘Helemaal niet, ze was pas negen jaar. Acuut nierfalen... In een maand tijd was het voorbij. Ik kan het nog altijd niet geloven...’ Met een zakdoekje dat al in haar hand leek te zitten, ging ze naar haar ogen.
’Een Cavalier King Charles. Lara heette ze. Ach, het was zo'n slimme hond!', en ze glimlachte bij de herinnering terwijl haar ogen opnieuw volliepen.
'Ik woon alleen, en ze sliep altijd bij me. Ik wist wel dat ik ze eens zou moeten afstaan maar ik had niet verwacht…’ Het werd stil.
Haar zakdoekje kreeg het hard te verduren.
'Moet mij hier zien staan! Veel mensen zouden het niet begrijpen. 'Voor een hond', zouden ze zeggen.'
‘Ik heb thuis ook een hond,' zei ik.
'Mijn man is tien jaar geleden gestorven, en toen heb ik Lara in huis gehaald. Het was het mooiste cadeau dat ik mezelf kon doen. Zo'n lief karakter, altijd opgewekt, dat staartje hing nooit stil! Ze kende me zo goed, ze wist precies wat ik ging doen, soms al voor ik het zelf wist! Elke dag maakten we een wandeling. En als ik een keertje oversloeg omdat ik me niet lekker voelde, week ze geen moment van mijn zijde. Ze ging zelfs met me mee naar het wc, ze lag dan aan de deur te wachten.
Maar plots wou ze niet meer wandelen. Er zat geen fut meer in. Eventjes dacht ik dat het luiheid was, maar toen wilde ze ook niet meer eten, en bleef lusteloos in haar mandje liggen. Dat was nog nooit gebeurd. Ik liet haar bloed controleren.
Haar waarden bleken zo hoog dat ze al dodelijk waren voor een mens! Ergens rond de zeventig is normaal voor zo'n type hond, maar zij zat aan twaalfhonderd. Toen kreeg ze medicijnen en een week later moesten we teruggaan. Normaal moest het dan iets beter zijn.'
Ik nam een doosje en legde de trui die ze had gekocht onderaan, en daarop de ingepakte glazen.
'Enkele dagen later had ik de indruk dat het iets beter was dus ik dacht dat het de goede richting uitging, maar haar waarden waren bijna tot achttienhonderd gestegen! De dokter zei dat de ziekte te vergevorderd was, en dat het een kwestie van dagen kon zijn. Ze had toen al moeite met stappen. Een paar dagen later kwam ze zelfs niet meer overeind. Maar ik ging nog eens tot bij de dierenarts. Ik weet niet wat ik verwachtte… Een wonder misschien?
De dokter dacht dat ik kwam om haar een spuitje te laten toedienen, maar ik kon het niet over mijn hart krijgen. Dat was vorige week donderdag. Vrijdag verslechterde haar situatie nog, ze sliep bijna de hele tijd. Zaterdag moest ik eventjes naar buiten - snel enkele boodschappen doen - want ik liet haar geen moment meer alleen. En toen ik in huis kwam, begon dat staartje meteen weer te kwispelen! En die oogjes...
Ook al was ze zo ziek, toch was ze nog altijd blij dat ze me zag!
Ik had me voorgenomen om haar de maandag te laten inslapen want ik kon het niet meer aanzien. Maar ze is die zaterdagnacht om één uur in mijn armen gestorven. Zomaar, van het ene moment op het andere.’
Ik gaf haar enkele vellen van een keukenrol die aan de kassa stond. Ze kreunde terwijl ze haar ogen droog veegde, en snoot haar neus.
'Het is de eerste keer deze week dat ik buiten kom. Ik heb het nog aan niemand kunnen vertellen.'
'Hier, nog een paar vellen voor onderweg', zei ik.
Ze probeerde te glimlachen maar het leek eerder een pijnlijke grimas - de ogen rood van het huilen - en vertrok, het restje van de keukenrol in de doos bovenop de ingepakte glazen.

Geen opmerkingen: