woensdag 31 januari 2018

FEESTJE

'Was het feestje gisteren?' Ahmed knipoogt schalks naar me.
'Hoe bedoel je?' vraag ik.
'Ik kan het ruiken' zegt hij. 'Alcohol.'
Ik heb de avond voordien twee glazen wijn gedronken, en twee biertjes. Dus schud ik het hoofd.
'Dat kan niet' zeg ik. 'Je bluft.'
'Nee echt, ik ruik het. Ik heb een goed werkende neus. Ik ruik het bij de meesten van jullie.'

Er is plaats in de winkel voor een complete slaapkamer. We zijn begonnen met een driedeurs kledingkast in elkaar te zetten. Straks gaan we het queen size bed opstellen. Er is ook nog een bijhorende kaptafel en twee nachtkastjes. Het betreft een oude, charmante slaapkamer in teak, vermoedelijk uit de jaren zestig.
We noemen het retro hoewel het niet klopt. Retro is een nieuw gemaakt product, gebaseerd op oude ontwerpen. De juiste benaming voor deze meubelen is vintage.

Het hoofdeinde van het bed is een smal, gelijkbenig trapezium op pootjes dat aan weerszijden ruim een halve meter buiten het slaapgedeelte uitsteekt, daar waar de nachtkastjes komen. De breedste zijde zit bovenaan. Afgeronde hoeken. Conische pootjes. Best wel een mooi geheel - uitbundig en sober tegelijk - enkel jammer van een paar lichte krassen, waarschijnlijk opgelopen bij het verhuizen. Maar niet onoverkomelijk en met wie een beetje handig is krijgt dit elegante pronkstuk zonder al te veel moeite de glans van weleer.

'Wat bedoel je met jullie?' vraag ik hem.
'Niet moslims' zegt hij zonder aarzelen.
'Ben jij een goede moslim?'
'Ik doe mijn best.'

Hij is een stuk groter en robuuster dan ik. Een hand van mij past in de zijne als een schoteltje in een bord. Hij heeft een woeste baard zonder snor. Een redelijk streng gezicht maar zijn ogen verraden zijn vrolijke ziel. Ze stralen iets ondeugends uit. Hij maakt geregeld grapjes en soms zingt hij luidop in het magazijn.
Ik werk graag met hem samen. Hij denkt na voor hij begint. Hij is tien jaar jonger dan ik maar hij heeft me al veel geleerd over het ineen zetten van meubelen.

'Vroeger was ik geen goede moslim' zegt hij plots. 'Oorspronkelijk kwam ik naar België met de bedoeling om hier enkele maanden te werken en dan terug te keren. Het was bekend dat je in België op korte tijd veel geld kon verdienen. Maar het duurde langer dan ik dacht.' Hij grinnikt hoofdschuddend zijn mooie regelmatige tanden bloot.
'Nu ga ik in de zomermaanden drie weken naar Marokko om mijn familie te bezoeken maar de rest van het jaar woon ik hier, al bijna twintig jaar. Ik wil niet meer terug, ik heb hier vrienden en vast werk. Ik ben een Belg geworden.'

Een bed heeft een geschiedenis, meer dan enig ander meubelstuk. Wat voor mensen hebben erin geslapen? Was dit een ouderlijk bed waarin een hele kroost werd verwekt? En nu de eigenaars oud geworden zijn, niet meer op eigen benen kunnen staan en naar een rusthuis werden gebracht, of er misschien al niet meer zijn, is het van een ooit gekoesterd meubelstuk afgegleden naar een oudbollig en nutteloos ding. Of erger nog, is het beladen door ontrouw of zijn er mensen in gestorven...
Kom naar de Kringloopwinkel, bed! Wij wissen je verleden en bieden je een kans op een tweede leven, vers en onbevlekt. Met een beetje geluk wordt een jong koppel verliefd op je en krijg je een opknapbeurt én een nieuwe thuis. En wie weet wordt dat ouwe metalen bednet van je van tijd tot tijd weer eens grondig opgerekt!

We schuiven de zijpanelen in hoofd en voeteneinde. Ahmed draait de schroeven vast.
'Waarom was je geen goeie moslim?'
'Toen ik naar België kwam, was ik een jonge man. Ik woonde en werkte toen in Antwerpen. Ik presteerde veel uren omdat ik geld nodig had om naar huis te sturen. Maar ook omdat ik niet wist wat ik met mijn vrije tijd aan moest. Het was een moeilijke periode, ik miste mijn familie en land. Ik had het ook lastig met de weinig respectvolle manier waarop de mensen hier met me omgingen. Ik begon op café te gaan, was vaak dronken in het weekend en maakte vrienden die drugs gebruikten. Ik heb het allemaal geprobeerd. Ik herinner me niet zoveel van die jaren. Ik raakte vaak betrokken in knokpartijen en mocht geregeld een nachtje in de gevangenis slapen.

En toen leerde ik op café een oudere man kennen. Ik had hem al eerder gezien; we maakten zelfs grapjes over hem omdat hij altijd alleen zat en koffie dronk.
Op een keer, ik had een verschrikkelijke kater, kwam hij naast me zitten. Hij vroeg me wat mijn plannen voor de toekomst waren. Ik moest bekennen dat ik geen plannen had. We begonnen te praten. Hij overtuigde me ervan dat ik evenveel recht had om hier te zijn als iemand anders. Hij toonde me de weg terug naar de moskee en ik stopte met drinken en het gebruiken van drugs. Vermeed vechtpartijen. En toen gebeurde er iets vreemds: ik kreeg het gevoel van eigenwaarde terug. Ik zwijg niet meer wanneer iemand me zonder respect behandelt.'
Hij glimlacht.

'En wat zijn je plannen nu?' vraag ik. Hij begint te lachen.
'Ik weet het nog altijd niet' zegt hij.
'Maar ik kan wel ruiken als iemand van feestje komt.'

Geen opmerkingen: