donderdag 11 oktober 2007

The Asylum Street Spankers in De Fagot



Het is niet gemakkelijk wanneer je door een wrede speling van het lot machteloos moet toezien hoe een zoon die het repertoire van de vader in ere tracht te houden de hele zwik onbedoeld om zeep helpt. De jongen heeft helaas enkel de technische virtuositeit mogen erven en moet het verder zonder de geniale gekte stellen, de onontbeerlijke zuurstof in het oeuvre van Frank Zappa.
Nee, dan liever The Asylum Street Spankers, een knotsgek gezelschap uit Austin, Texas. Ze tappen weliswaar uit andere vaatjes dan de meest onwaarschijnlijke presidentskandidaat aller tijden, maar
1.) dat de hilarische humor de fantastische nummers nooit ondermijnt,
2.) de tintelingen verwekkende muzikale cross-over, en
3.) die af en toe snedige, maar fijntjes aangebrachte commentaar op de politieke beleidsmakers, hebben ze alvast gemeen. Sinds ze bij hun allereerste show - toen bleek dat een PA ontbrak - besloten toch op te treden, zweert de groep bij een akoestische set, without demon electricity. Tegenwoordig worden de stemmen uit noodzaak met kleine draadloze microotjes versterkt. De zalen worden groter.



Een paar dagen eerder stonden ze nog in een stadion voor dertigduizend mensen, maandagavond mocht het zeskoppig, vuilgebekte gezelschap aantreden voor zo’n tachtig man tijdens één van de twee concertjes op Belgisch grondgebied, in het legendarische muziekcafé De Fagot in Ingelmunster. Grootvaders en kleindochters, neven en nichten: de muziek van ASS laat niemand onberoerd. Ondertussen wordt er op het podium flink doorgedronken, de vlot aangevoerde halve liters bier afgewisseld met een cognacske verdwijnen klokkend in de kelen.
Het zootje ongeregeld ontstond toen enkele topmuzikanten uit Austin besloten om er naast hun eigen band nog een nevenprojectje op na te houden. De formule was zo’n succes dat het een volwaardig leven ging leiden. Zessendertig muzikanten passeerden de voorbije tien jaar de revue; de meesten haakten af omwille van de sleur van het slopende toerleven. De twee resterende overlevenden uit die oorspronkelijke bezetting, de bevallige deerne Christina Marrs en de fors bebaarde macho Wammo, slagen er al sinds halverwege de jaren negentig in muzikale bollebozen aan te trekken die naast een maniakale perfectiedrang ook een gemeenschappelijke vijs los hebben zitten. Het resulteert in hevige vrijpartijen tussen washboard, banjo, ukelele, mandoline, dobro, slide en nog andere gitaren, percussie en contrabas. Christina beschikt daarnaast over een stevig uit de kluiten gewassen stel (slik) stembanden waarmee ze moeiteloos van Bettie Smith naar Betty Boop omschakelt, maar heeft ook nog andere verrassingen in petto...



Wammo croont en brult, streelt en geselt het washboard, zucht en giert in de harmonica.
In de pauze draaide de man die naast me zat zich verwonderd naar me toe: “Weet jij welk soort muziek dit is?”
Het is wellicht de moeilijkste vraag die je kunt krijgen in verband met de muziek van The Asylum Street Spankers. Het gezelschap brengt een variatie aan jazz & blues met wortels in de jaren twintig, swing, country en hillbilly, folk, americana, ragtime, bluegrass..., en weet daar een hartige stew mee te bereiden, hier en daar overgoten met een stevige jaren zeventig bluesrocksaus. De ironische teksten over onder andere seks, marihuana en alcohol kleden de nietsvermoedende songs aan.
In de Fagot deed Ass waar het goed in was; het hilarische ‘Winning The War On Drugs’, het volmondig meegebrulde ‘Beer’, het op kindermaat gemaakte ‘You Only Love Me For My Lunchbox’, de hiphop pastiche, country & western murder ballad ‘Hick Hop’; het zijn maar een paar uitschieters uit de ruim twee uur durende set. Strak, scherp, intens en soms waanzinnig snel, spektaculair, ondeugend, burlesk maar bovenal aangrijpend. Zelden zo voldaan én geïnspireerd na een optreden naar huis gegaan.

Geen opmerkingen: