donderdag 29 november 2007

Accordeon



Wollegems oogjes fonkelen kwaadaardig terwijl hij me de woorden toefluistert. Ik begrijp er niets van. Waarom zegt hij dat nu? Meester Schoemaeker heeft iets gehoord, want plots staat hij voor onze lessenaar.
“Wat is dat hier allemaal?”
“Hij zegt dat Sinterklaas niet bestaat!”
De meester slaat vermoeid zijn ogen neer terwijl hij wanhopig met z’n hoofd schudt.
“En wat weet Wollegem daarvan?” Schoemaekers stem klinkt zacht en terwijl deze woorden hun geruststellende uitwerking op mij beginnen, gebeurt er iets waardoor de wereld nooit meer dezelfde zal zijn. Ik draai me van Wollegem weg en in die beweging merk ik nog net hoe de meester hem een knipoog geeft.
Een golf van verontwaardiging trekt door mijn lichaam, maar ik weet niet tot wie ik me moet richten. Ik begrijp er niets meer van.
De grijns op Wollegems gezicht lijkt onaantastbaar. Daarna merk ik hoe ook anderen geamuseerd naar mij zitten te kijken. Alsof zij iets meer weten dan ik.
Dit is een complot.
Het voelt alsof ik geen adem meer krijg. Ik veeg in één haal al het materiaal van mijn schoolbank in mijn boekentas en stuif de klas uit, terwijl Schoemaeker mijn naam roept en vloekt tot het weergalmt in heel het schoolgebouw.
Hier zal de sint niet tevreden over zijn.
Ik vrees dat ik de accordeon die ik had willen vragen nu wel kan vergeten.

Geen opmerkingen: