vrijdag 29 november 2019

TIJDREIZIGER

Omdat ze zo slank is oogt ze groot hoewel ik haar niet groter dan een meter zeventig schat. Ze draagt een zwart hoedje met een zwarte bloem op de zijkant, en een lange zwarte jurk die over haar voeten valt, met zwarte kant afgewerkt in de hals. Een openhangend zwart jasje met pofmouwen en bont in de kraag. Ze lijkt zo weggelopen uit één of ander decor van honderd jaar geleden.
Het is net alsof ze altijd mysterieus glimlacht maar zo is haar mond gewoon gevormd. Het is niet gemakkelijk om haar leeftijd te schatten. Ze heeft een mooi strak gezicht, maar de hardnekkige plooitjes rond haar ogen en mond doen vermoeden dat ze de zeventig nadert. Ze komt hier af en toe, maar nu is het al eventjes geleden. Tot vandaag, met onze jaarlijkse kerstmarkt.
Met haar eigenzinnige verschijning lijkt het wel of ze de in dikke winterjassen ingepakte rij kooplustigen, die met winkelmanden vol feestkledij en kerstgerief staan aan te schuiven aan onze kassa, probeert op te vrolijken.
Ze wil een klassieke donkerblauwe bloes en zes groen gekleurde wijnglazen afrekenen maar moet wachten op de vorige klant die enkele betaalkaarten na elkaar uitprobeert, tenslotte met succes.
Wanneer het haar beurt is, scant de kassamedewerker het kledingstuk, tikt de prijs van de glazen in en noemt het totaalbedrag. Ze loert naar het computerscherm en giet haar portemonneetje uit op de winkeltoog. Muntstukken worden heen en weer geschoven, ze kijkt nog eens naar het te betalen bedrag, zoekt in haar handtas, en hoewel er een lange rij staat, wachten we uit beleefdheid nog eventjes af. Maar tenslotte help ik en sprokkel het bedrag er van tussenuit, toon wat er in mijn hand ligt, ze maakt een wegwerpgebaar.
'Of moet ik die muntjes nog omwisselen?', vraag ik, als ik haar het resterende kleingeld bedremmeld in haar geldbuidel zie vegen.
'Ik heb al betere dagen gehad', zegt ze. Ze leest de verbazing op mijn gezicht.
'Ja, het lukt me niet om geld te tellen. De meeste dagen gaat het beter, en dan plots is er die terugval.' Ze haalt de schouders op en rist het zakje met muntjes dicht.
'Ik heb een trombose gehad.'
Hoewel iedereen gehaast lijkt, kijken nu ook andere klanten even opzij.
'Hoe lang geleden?'
'In september. In het begin kon ik niet meer praten. Maar het is al veel beter nu. Het moet ook, want ik heb mezelf beloofd dat ik honderd zal worden.' Ze lacht, een beetje geschrokken omdat ze dit hier zomaar opbiecht.
'En hoe oud bent u nu?'
'Dit jaar ben ik tachtig geworden.'
Nu kijken degenen die na haar komen, opnieuw opzij, iets sneller en iets beter.
'Proficiat!' zegt de vrouw die naast haar staat en haar eigen aankopen al uitstalt op de winkeltoog. 'Dat zou je echt niet zeggen.'
'Nee, maar sinds mijn trombose voel ik me wel zo.' Ze schudt het hoofd verontschuldigend.
'Ik mag niet zo negatief zijn, alles ziet er goed uit, en de eerste maanden zijn van groot belang in het herstellingsproces. Niet bij de pakken blijven zitten. En nu de straat weer open is, ga ik weer wat meer naar hier komen.'
En terwijl de kassamedewerker opnieuw kledij aan het scannen is en ik beveiligingen weghaal en broeken en hemden opplooi, en de volgende klant haar spullen opbergt in een zelf meegebrachte winkeltas, schrijdt ze traag naar de uitgang, terugkerend naar het doek van de oude meester waaruit ze eventjes gestapt is.

Geen opmerkingen: