zaterdag 26 oktober 2019

DAG BART,

Het is ondertussen alweer een jaar of vier geleden dat je hier als leerwerknemer (art. 60) aan de slag ging. Omdat je foto in ons welkomstmapje staat, leg ik aan al onze nieuwelingen uit wie die glimlachende man met die pet en grote stapel borden is. Het is altijd met plezier dat ik je vernoem, en uitleg wat je hier toen deed.
Je werkte al eventjes bij ons, toen die foto genomen werd. Je was wat bijgekomen, en het is duidelijk dat je je amuseert. Werken deed je goed, zei je, want het verzette je gedachten. Ik herinner me de eerste dagen nog, niemand leek te geloven dat je het vol zou houden. Want je had een probleem met alcohol en stond niet echt bekend om je doorzettingsvermogen.
Na als dakloze op straat te hebben geleefd, was je recentelijk in een mannenhuis terecht gekomen. Maar ook al bleek het slechts een kamertje, je had tenminste een dak boven het hoofd. En een adres; heel belangrijk als je aan werk wilt raken. Je was van Indische afkomst, en toen je hier solliciteerde haalde ik mijn beste Nederlands boven, maar je zei: ‘Klap moa geweune wi!’ Je was als kind geadopteerd en hier grootgebracht.
Je was een heel jaar lang de ontvangstreceptionist hier. In een kringloopwinkel brengen de mensen werkelijk alles binnen. Daar stond jij geregeld van te kijken. Maar als er een oude, afgebladderde tuinkabouter tussen stak, wisten we hoe laat het was. Die zette je aan de kant, en op een stil moment haalde je een ooit binnengekomen verfdoos boven. Je gaf de kabouter een wreef met een vel schuurpapier en schilderde hem dan opnieuw, in felle onbewerkte kleuren.
Je vertelde me eens dat je nog als schilder had gewerkt, maar meer wilde je daarover niet kwijt.
In onze ontvangstreceptie werken verschillende soorten mensen. Jij behoorde tot de soort die de boel decoreerde. Wat jij er allemaal aan de muur hing! Het mocht niet maar ik zag het door de vingers omdat ik besefte dat er niet veel huiselijkheid was in je leven.
Hoewel je nooit veel zei, heb je hier op jouw manier menig hart veroverd. Je was vriendelijk en behulpzaam, en toen je traject ten einde was, vroegen sommige klanten zelfs waarom je niet kon blijven. Maar het is nu eenmaal de bedoeling dat je van hieruit doorstroomt, naar ander werk. Dat verloopt helaas niet altijd van een leien dakje en ik weet nog dat diegenen die je van vroeger kenden, hun hoofd schudden toen je hier klaar was, en zeiden dat ze hun hart vasthielden uit vrees dat je in je oude gewoontes zou vervallen.
Een week geleden hebben ze je begraven Bart. Nog eens een week daarvoor hadden ze je gevonden, op de markt in Kortrijk. Je was waggelend op een bankje gaan zitten, bent daar in elkaar gezakt en niemand die naar je omkeek. Zo vreselijk dat je donkere huidskleur misschien voor een stuk mee je lot heeft bepaald, want sommige voorbijgangers beweerden nadien dat ze bang van je waren. Jij, die er nochtans alles behalve gevaarlijk uitzag en die, toen je hier werkte, nooit boos werd of je stem verhief.
Ik las je naam plots in de krant. Zo kreeg die man die men midden in de nacht op de markt in Kortrijk liet liggen en ondertussen enkele dagen lang voor heel wat verontwaardiging en commotie zorgde, hier plots een gezicht. En we zijn er kapot van, Bart.
Jij die in schaduw leefde, bevond zich, nu je er niet meer was, in het middelpunt van de belangstelling. Je was absoluut geen tafelspringer, eerder de bescheidenheid zelve. Toch stond je eventjes in alle kranten, en dook geregeld op in één of ander nieuwsbericht. Maar overal leek je één of andere anonieme dronkenlap. Maar ook die storm is ondertussen alweer gaan liggen.
Bart, wij hebben je op een andere manier gekend en voor wat het waard is, bedankt voor de mooie tijd dat we samen werkten van al je collega’s hier. En het spijt me dat we niet meer voor je hebben kunnen doen.


Geen opmerkingen: