zondag 17 juni 2018

DE GROTE PRIJS

De groep bestond uit een twintigtal leerlingen van een lagere school uit de regio, en enkele ouders.
Nadat iemand een spreekbeurt had gegeven over de plasticsoep, de drijvende vuilnisbelt in de Stille Oceaan die niet vijf of tien, maar ondertussen veertig keer zo groot als BelgiĆ« bleek, beseften de bewoners van het klaslokaal ineens in welke slechte papieren zij samen met onze aardbol zaten. De juf zag haar kans schoon en organiseerde een themaweek rond millieu en recyclage waarbij ze eerst een dag met z'n allen nadachten hoe het anders en beter kon. Daarna gingen ze bermen opruimen en een dagje afval verwerkten bij IMOG. De week werd afgesloten met een bezoek aan onze kringloopwinkel. 
De juf had haar leerlingen aangespoord om een kleinigheid mee te brengen om af te kunnen geven, iets dat ze niet meer nodig hadden, en zo volgden de kinderen het traject dat de meegebrachte spullen straks zouden afleggen. Via de ontvangstreceptie begaf de groep zich naar de textielsortering, maakte een s-vormige bocht tussen de rekken doorheen de winkel en verdween dan achteraan via de klapdeuren opnieuw uit het zicht van de klanten. Ik loodste het gezelschap langs het magazijn en de werkplaats waar boeken en muziek werden nagezien, tot bij het lokaal waar men huisraad, curiosa, hobby en speelgoed verwerkte. Bij elke halte stelde ik de medewerker ter plaatse voor en gaf een woordje uitleg over het werk dat er verricht werd.
Gewoontegetrouw nam ik de bezoekers ook nog eens mee onze ontspanningsruimte in, waar ik het bord met de dagelijkse taakverdeling liet zien. Op andere borden kon je nagaan wanneer die en die medewerkers pauze hadden, op welke dagen er een kassaverschil was geweest tijdens de afgelopen maanden, en wie er nog uren in te halen had.
Er was ook een bord dat vermeldde wie deze week 'De Grote Prijs' gewonnen had. Een jongetje, hij was de kleinste van de klas, vroeg me wat dat was, ‘De Grote Prijs'.
Bij de rest van de groep, waarvan sommigen daarnet al stonden te knikkebollen — ‘het is een zware week geweest’, fluisterde de juffrouw verontschuldigend — was de aandacht nu opnieuw gewekt en aandachtig draaiden ze zich naar me toe. Ook de ouders die meegekomen waren, keken me nieuwsgierig aan. Ik vroeg het jongetje wat hij dacht dat het betekende.
Er vormde zich een subtiele rimpel in zijn voorhoofd terwijl hij eventjes stond te tobben en toen zei hij plots: 'Uit alles wat er die dag binnenkomt, mag jij het eerste kiezen, en dat mag je dan gratis meenemen.'
‘Goed geprobeerd!’, zei ik oprecht verrast. ‘Maar dat is het niet. Iemand anders een idee?'
Enkele wijsvingers gingen de hoogte in. De juf wees een slungelachtig meisje aan.
'Je hoeft op die dag niet te werken, en als je dat wil mag je zelfs weer naar huis gaan.’ Ik schudde mijn hoofd.
’Iedereen helpt bij het maken van een uitgebreid ontbijt, alleen voor jou', zei een mollig gebouwde jongen. Mijn hoofd dat nog niet stil gevallen was, glimlachte nu maar schudde weer iets heftiger. Toen wees de juf een roodharig juffrouwtje met gekruiste armen aan: ‘In de pauze moeten de anderen je rug masseren', kraaide ze.
Niemand had het bij het rechte eind.
'Maar wat is het dan wel?' vroegen ze, bijna in koor.
'Wie 'De Grote Prijs' wint, mag die week de toiletten poetsen.'
Het ongeloof en de ontgoocheling op die gezichtjes! Ik dacht dat ze het een goeie grap zouden vinden maar op een enkele, giechelende vader na, stonden de bezoekers er een beetje bedremmeld bij en een jongen mompelde: ‘Maar dat is toch geen prijs!’
Daarnet nog was de rondleiding een succes geweest. Iedereen was, hier op het eindpunt, tevreden rond onze keukentafel gaan staan voor de finale en nu dit!
'Luister,' zei ik, 'ik zal jullie een klein verhaaltje vertellen, echt gebeurd. Een vriend van me woont in Thailand. Als student maakte hij een reis rond de wereld en hij is daar blijven plakken. Hij werkt er als leraar Engels. Op een morgen gaat hij op de speelkoer voor de klas staan om de kinderen te begroeten, net voor hij de rang naar binnen begeleidt, en op datzelfde moment vliegt er een vogel over die een klodder poep laat vallen, precies op het hoofd van mijn vriend! Nu moet je weten dat mijn vriend een geweldige haardos heeft waar hij heel trots op is. Dus hij begint meteen te sakkeren maar enkele ouders die hun kinderen zonet af leverden, hebben alles zien gebeuren en lopen enthousiast op mijn vriend af, drukken hem de hand, en wensen hem proficiat.
'U bent uitverkoren!' roepen ze. 'De hemel heeft u uitgekozen! Het is vandaag uw geluksdag!’
Terwijl ik mijn verhaal deed zag ik de teleurstelling uit de ogen van de kinderen wijken, om plaats te maken voor verwondering.
'Zo zie je maar', zei ik. 'Je kunt alles op twee manieren bekijken.’
De juffrouw glimlachte en knikte instemmend.
‘Het hoeft helemaal niet erg te zijn om het toilet te poetsen. Je zorgt ervoor dat je collega’s comfortabel naar het wc kunnen. En uit dankbaarheid zal je collega volgende week ook voor een proper toilet zorgen. Zonder mopperen. En iedereen komt aan de beurt, ook ik, kijk maar’, en ik wees naar mijn naam tussen de rij gelukkigen op het bord.
Toen de groep vertrok, gaf de juffrouw me een hand. Ze zei niets maar ik kon het in haar ogen lezen. Haar dankbaarheid omdat ik de uitstap alsnog had gered.
Daar moest ik vanmorgen aan denken, toen ik de toiletten poetste.

Geen opmerkingen: