maandag 14 januari 2008

De Pipa van Liu Fang



Uit de gratie gevallen porselein uit de Kringloop,
waaiers en lampions uit de Stock Americain,
een opgelapte vaas als paraplubak,
en gouden, in het kaarsvet
badende boeddha’s uit het Kruidvat.

Klanten bespreken de kwaliteiten van de bami pangang
en de gelakte eend van het Peking Wok Palace
terwijl op de aanbieding wordt gewacht:
één plus één is één en een half.
Van Einstein geleerd.

’s Middags komen ingewijden naar
dit afhaalrestaurant aan de rand van de snelweg,
in die eindloze lus rond de stad.
Niemand die me ooit al meenam.

Wat ons scheidt is onverschilligheid,
de erfenis van David Caradine
die een mythe werd omdat hij zijn tekst vergat,
en zo ondoorgrondelijk, wereldvreemd kon kijken,

maar nergens iemand die zich afvraagt
hoe het zit met die caravan in het verblindend licht
van dat tankstation annex Chop Choy Shop
langs de a zeventien;

drieëntwintig, tweeënvijftig
en voor dessert vijftien,
méér moet je niet verwachten;
een stukje voor mama, een stukje voor papa,
en een hele appel voor de mandarijn,

iedere stad zijn eigen Chinatown;
reanimatie van een op sterven liggende wijk,
waarin kelners van Hongkong Station
naar Sjanghai City hollen om een ei.

Maar hoe diep ik ook zit in dit beloofd, vervloekte land,
in mijn hoofd tikt er een mantra,
terwijl ik voor elk bord
uit wortelknollen
bloemen voor je snijdt.




(foto: Eric Colpaert)

Geen opmerkingen: